Slachten

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
We zitten samen in de Zandkuil. Een mooie grondzit op de rand van de voormalige afgraving. Ik ben te gast bij R.
“Zwartwild, biggen en overlopers, heb je vrij, maar als er een oude keiler komt dan schiet ik die zelf”, duidelijk en logisch. Want ondanks dat er van hogerhand is bepaald dat er heel veel wilde varkens geschoten moeten worden, is er een restrictie op het aantal oude keilers dat geschoten mag worden en hij heeft er dit seizoen slechts één vrij. Die wil hij voor zichzelf houden.

Zo komt ons gesprek op de definitie van ‘veel’, het is een rekbaar begrip concluderen we. Nog maar kortgeleden wilden Staatsbosbeheer en de Provincie dat de zichtbaarheid van het wild moest toenemen. Daar kwamen de toeristen immers voor? De boswachters van SBB reden zelfs toeristen rond in een huifkar, ‘safaritochten’, waarbij listig een rondje werd gereden waarbij men uiteindelijk langs plekken kwam waar kort daarvoor ruimhartig gevoerd was.

En nu, nog maar enkele jaren verder, staat de wildstand de verjonging van het bos in de weg in de ogen van de beleidsmakers en moeten de aantallen zwart- en roodwild weer drastisch omlaag.

Maar de vraag wat is veel, blijft het thema van de babbel die we daar voerden. “Veel, dat zijn de circa 60.000 kippen die per werkdag geslacht worden, elke dag weer. Dat zijn er zo’n 15.000.000 kippen per jaar”, zeg ik.

Hij moet er even op kauwen, dan zegt hij: “Dat kan ik mij niet voorstellen, zoveel. 15 miljoen per jaar! Weet je zeker dat dat klopt?”

Helemaal zeker weet ik het niet, maar ik meen het gelezen te hebben. En omdat het nog wel even zal duren voordat de wilde zwijnen zich zullen laten zien, pak ik de iPhone erbij en ga opzoek. Als ik het apparaat weer in mijn borstzak terug steek, vraagt hij: “En?”

“Die 60.000 kippen per dag klopt niet”, zeg ik. 
“Zie je wel, dat dacht ik al, het zijn er ook zoveel”, is zijn reactie. 
Maar ik ga onverdroten door: “Het zijn geen 60.000 kippen die elke werkdag om zeep worden gebracht, maar varkens. We slachten in Nederland elk jaar circa 15.000.000 varkens. 

En jij vond 60.000 kippen per dag al veel? Nou, hou je vast. Het aantal kippen dat per dag wordt geslacht is maar liefst 2.300.000, twee-komma-drie-miljoen! Dat maakt ca. 605.000.000 gedode kippen per jaar”.

Hij is er stil van en dat komt mooi uit, want ik zie met mijn Flir iets aan de rand van de groeve staan, ik houd het op een zwartkiel. 

Even later zie ik op enige afstand van het solitaire stuk vijf witte vlekken. Ik ben niet zeker, maar ik vermoed dat een rotte langs de rand van de kuil langzaam naar beneden komt, onze kant uit. Goed aanspreken kan ik ze nog niet, daarvoor is de afstand te groot. Ik stoot R. aan die met zijn Lahoux een veel beter beeld heeft dan ik met mijn camera. 

“Daar komt een rotte,” sist hij, terwijl hij door zijn Lahoux tuurt. Oud nieuws, denk ik. “Een zeug met vier biggen. En meer naar rechts staat nog boven aan de rand een solitair stuk. Ik denk dat dat een keiler is omdat het zich zo van de rotte afzijdig houdt. Denk erom, die heb jij niet vrij“. 



Het is allemaal wild dat ik met mijn Flir ook had gezien, maar nog niet goed kon aanspreken. Zijn camera is echt veel beter dan de mijne. Wel duurder, maar ik krijg het gevoel dat ik hier bij mijn aanschaf ben getrapt in een gevalletje goedkoop is duurkoop. Hoewel ik aan die erkenning nog niet toe ben.

Het solitaire stuk komt in beweging; langzaam loopt het langs de helling naar beneden en verdwijnt voor ons wat houtopslag in de zandafgraving. De kleine rotte komt ook in beweging en ze lopen in de richting van het solitaire varken. Uiteindelijk gaan ze ook in dezelfde dekking op. Zullen ze doorkomen of zullen ze de boel niet vertrouwen en onbeschoten kunnen vertrekken?

Zo zitten we alle twee te turen door onze camera’s, maar ik zie niets. Dan sist R. dat de varkens langzaam door komen. Ik kan turen wat ik wil, maar ik zie nog steeds niets. “Hier, kijk even door mijn Lahoux,” zegt hij.



Ik maak mij klaar voor een schot op één van de biggen. Maar dat heeft ook nogal wat voeten in de aarde, ik schreef er als eens over in “David Attenborough 2”. 


©TheoM
één moment...