Duivenschade

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Ik ben in het riet gaan zitten, met de wind in de rug en voor mij een akker met erwten. Onze boer klaagt nooit, maar nu werd het hem te gortig. Bij 100-en vallen de duiven aan op zijn zaaigoed. Qua schade zijn er dan twee momenten van belang.
De eerste is als na het zaaien de erwten ontkiemen en uitlopen. Het tweede moment is als de erwten beginnen te rijpen. 
Dát zijn de momenten dat je er als jager moest zijn, in een poging om schade te voorkomen, maar zeker ook voor het plezierige. 

De duivenjacht is namelijk een nuttige, maar ook een mooie maar moeilijke en uitdagende jacht. Want het is ongelooflijk hoe scherp ze zien, ‘op elke veer hebben ze een oog’. Ondanks je super camouflage reageren ze razendsnel als ze het niet vertrouwen, met onverwachte bewegingen en zwenkingen. En snel, ongelooflijk snel kunnen ze soms vliegen. 
En zijn ze ook nog eens slim, want hoe vaak gaan ze niet eerst even in een boom zitten kijken of het echt zo veilig is, als je met je lokkers in je stal wil doen voorkomen.

Ik kon echt genieten van deze jachtvorm. Ja, ik beken het: jagen kan genieten zijn en ik ben dan ook niet tegen de term ‘plezierjager’. Want als je geen plezier meer kan beleven als je als resultaat van al je inspanningen in het veld uiteindelijk tot schot kan komen, dan is het nog sneller met de jacht gedaan als dat het nu al het geval lijkt.

En als plezierjager haalde ik haalde op de blauwen mooie resultaten, ooit zelfs 100%!, maar ook -ik beken het- was ik soms de ‘poedelkoning’.

Precies een jaar geleden zat ik hier met mijn maten op de duiven. Het staat in mijn geheugen gegrift, want op 16 juli sloot toen in Zuid-Holland de jacht op deze schadeveroorzakers. Op de duiven gingen we toen dus, het kon nog net. Ik had de mede-combinanten voorgesteld om er een memorabele jacht van te maken; het zou immers zomaar de laatste kunnen zijn. Was het diner na afloop ons galgenmaal of ons laatste avondmaal? 

Toen hadden we geen sluitend antwoord op die vraag, maar nu, een jaar verder, is de jacht nog steeds dicht. Bericht van de FBE:
‘De FBE wil dit najaar een vergunning voor bestrijding van houtduiven aanvragen voor percelen waar schade aan gewassen kan ontstaan, zodat deze vanaf het voorjaar van 2025 in de schadegevoelige perioden kan worden gebruikt. Om deze vergunning te onderbouwen zijn schadecijfers onontbeerlijk. Het is daarom belangrijk dat agrariërs bij schade door houtduiven tegemoetkoming in de schade aanvragen bij BIJ12.’

Dat landbouwers zoals de onze in het verleden geen of weinig schademeldingen hebben gedaan is logisch. Niet alleen was het nogal een gedoe, maar -en dat vind ik belangrijker- onze boer nam de schade die ontstond als een bedrijfsrisico. Die houding kwam niet in de laatste plaats omdat wij als jagers echt ons best deden om die schade binnen de perken te houden. 
En nu, geen ontheffing/vrijstelling/vergunning/opdracht of hoe het allemaal mag heten, omdat er onvoldoende ‘schadehistorie’ is.

Ons voorland is dus nog meer administratie, regeltjes en voorwaarden. Allemaal papieren rompslomp, waarbij het volstrekt onduidelijk is welk probleem nu door deze nieuwe werkwijze wordt opgelost.

Onze belangenbehartigers zijn altijd veel te veel meegegaan in de mantra van tellen, registreren en verantwoorden. Ik deed er aan mee, wilde geen spelbreker zijn, maar zag het ook als een fuik waar de jachtwereld inzwom. En het resultaat: onze tellingen deugden niet en onze registraties worden niet geloofd (ze moeten binnenkort zelfs van foto’s worden voorzien). 


Maar wat klaag ik? 
Ik zit hier immers heerlijk in het riet , wind in de rug, mooie blauwe licht met zomerwolken en voor mij een akker met erwten. De erwten komen net op en de duiven hebben er ‘trek’ op, ze vallen met 100-en in.
En de kraaien hebben de akker ook ontdekt, regelmatig zwermen ze boven mijn hoofd.

Tja, jagen mag niet, niet op de duiven en niet op de kraaien, maar ik los toch van tijd een schot. Of dat strikt genomen mag, weet ik eerlijk gezegd niet, want ik verstoor toch deze wildsoorten, maar daar kan ik niets aan doen. Het schot kon ook bedoeld zijn voor een gans. Mis, maar dat weten we als jager; niet elke eend is een tafeleend.

Maar ik ben eerlijk; ik denk niet dat ik het lang zal volhouden, een beetje voor vogelverschrikker spelen. Ik hou van onze boer, maar er zijn grenzen.

©TheoM
één moment...