KJV #39 - 100 % op de duiven

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
De duivenjacht is een mooie en nuttige jachtvorm.

Nuttig omdat het, als het graan bijna rijp is om geoogst te worden, dat een ongelooflijke aantrekkingskracht op de ‘blauwen’ heeft. Als ze er de ‘trek’ op krijgen, vallen ze soms wel met 100-en tegelijk in. Lopen in de spuitsporen en trekken halmen omlaag om die leeg te pikken. Of ze landen boven op de halmen en kunnen dan uiteindelijk grote plekken in het graan veroorzaken dat legert. En de korrels die niet worden opgegeten, liggen op de grond, gevolg schimmel en vervuiling. Kortom ze veroorzaken nogal wat, soms veel, schade voor de akkerbouwers. En verjaging heeft nauwelijks effect als ze ‘de val hebben’. Dan zullen en moeten ze invallen.

Maar de jacht op de duiven is ook mooi. Niet in de laatste plaats omdat het niet eenvoudig is ze aan de broek te komen. Je weghouden in de dekking, camouflage is een must, maar dan begint het pas. Hoe maak je je lokstal? Wanneer beweeg je om te kunnen richten? Te vroeg betekent, weg kans. Te laat betekent, dat ze ongelooflijk snel en abrupt reageren. Je hebt dan nauwelijks een kans ze goed op de korrel te nemen. Het is dus zaak om zo laat mogelijk, maar niet te laat in actie te komen; op tijd dus. Maar wat is op tijd? Alleen de praktijk, jouw praktijk, kan het je leren.

Mooi en nuttig dus, maar is het ook leuk?
Ik vind van wel, niet in de laatste plaats omdat ik ze aardig kan raken. Met R., fanatieke jongeling, kwam laatst de discussie over percentages. Hoeveel patronen heb je nodig om hoeveel duiven te raken? Het gaat met up en downs, je stijging (en dus ook je afdaling) op die percentage-ladder. Maar in het algemeen mag je toch wel stellen dat als je geregeld 67% haalt je, je het goed doet.

R. neemt bij ons een belangrijk deel van de jacht om de schade te bestrijden voor zijn rekening. “Ga je ook nog een keer mee?”, vroeg hij mij. En de volgende dag zitten we heerlijk in het zonnetje, op gepaste afstand, van elkaar te wachten op de terugkeer van de duiven, die natuurlijk waren vertrokken toen we onze hutjes opbouwden.

R. zit in een betere hoek dan ik, lijkt het. Er vliegen bij hem al bijna direct weer duiven en regelmatig vallen er daar schoten. En, niet altijd maar wel vaak, valt een duif die snel door Teun, zijn langhaar, wordt geapporteerd. Hij heeft kennelijk een superdag, als schutter.

Dan zie ik hem aankomen. Laag over het graan komt een duif aanvliegen, recht op de stal van R. af. Maar om daar te komen komt hij bij mij voorbij. Wel aan de verre kant, maar toch. 
Ik ga staan, steek uit. De duif ziet mij en maakt hoogte. Een droge knal en de duif valt. Precies in een spuitspoor, waar ik hem kan zien liggen. “Zal ik Teun sturen?” appt R.? “Niet nodig” laat ik R. weten. Maar of hij dat bericht leest weet ik niet, want er komen weer duiven aangevlogen. Twee schoten van R. zijn twee duiven. Even later weer een doublet. Dan weer een knal, duif uit de lucht. Met recht, R. beleeft een superdag. Ik ben benieuwd wel percentage hij vanmiddag zal halen.

Mijn hoek wordt door de duiven gemeden. Ik ben geen complotdenker, maar zal R. de afgelopen dagen ontdekt hebben waar ze vliegen en waar niet? En zal hij mij daarom in deze hoek hebben gezet? Even snel als de gedachte is opgekomen, verwerp ik hem. Maar het brengt mij wel op een idee. Ik ontlaad mijn geweer en zet het naast mij neer. Ik kijk met plezier hoe R. nog wat duiven te slim af is. En met minstens hetzelfde plezier hoe sommige duiven hem te slim af zijn.

We breken op, bij R. gaat dat sneller dan bij mij; alles wordt trager. Hij helpt mij mijn spullen naar de auto te dragen en daar drinken we nog een alcoholvrije versnapering. “Je had volgens mij een fantastische dag,” zeg ik hem, “ik ben benieuwd hoeveel patronen je gebruik hebt voor hoeveel duiven”? Nou, hij hoeft niet te tellen, dat had hij al gedaan: “19 patronen voor 16 duiven; bijna 85%. Zo’n superdag had ik nog nooit. Maar het was jammer dat ze bij jou nauwelijks vlogen”.

“85%”, hij zit er nog een beetje op te kauwen, dan vraagt hij: “wat was ooit jouw hoogste score op de duiven”? “Nou”, zeg ik “daar was je getuige van. Ik had vanmiddag 100%. Eén schot, één duif. Zo’n score haalde ik nog nooit…”

©TheoM
één moment...