Schotland (7) Krelschot

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Van mijn pogingen om de labrador Ollie van een ongemanierde hond er een te maken die niet alleen zeer gezeglijk is, maar ook nog eens eentje die hertengeweien kan vinden èn apporteren maakte ik al eens een verhaaltje: Ollie, de geweienhond. Op dat punt was mijn missie dus geslaagd.


Tijdens de trainingen van Ollie was Diane, mijn Langhaar, ook altijd in de buurt. Ze heeft ernstige artrose in een elleboog. Te verwachten is dat zij dan ook niet nog jaren mee op jacht zal kunnen. Maar ze is gek op de jacht. Als ik zonder haar vertrek, dan is ze thuis niet te genieten. Regeren is vooruitzien. Dus ik bedacht mij dat ik haar wellicht nog zou kunnen verbeteren in het zweetwerk, waardoor ze langer "mee kan". In Duitsland laat ik haar zo vaak als mogelijk, ook als het eigenlijk niet nodig is, nazoeken. Ze kunnen het wel, die Staande honden, maar tegen de echte specialisten kunnen ze natuurlijk niet op.

Zweet genoeg, elke dag, daar in Schotland en bijna elke dag werd een flesje gevuld en spoortjes uitgezet. P. had ooit nog het idee om ook een zweethond te nemen, want zoiets zou wellicht wel eens handig zijn. Maar uiteindelijk bedacht hij zich, want op die kale heuvels is nazoeken eigenlijk niet nodig, het wild is meestal goed te volgen met de kijker. Maar het komt wel eens voor dat het in de hoge heide heel moeilijk is terug te vinden ook al weet je de valplaats bij benadering, vooral als een stuk roodwild bijna onzichtbaar in een sleuf valt die veroorzaakt is door uitslijping van het veen.

Diane maakte naar mijn mening vorderingen, de sporen werden langer, wat moeilijker en ouder. Maar het beste was toch de teckel, Sophie. Die heeft het kunstje natuurlijk veel meer in haar genen zitten. Het gaat in haar geval om aanscherpen op het zweetspoor en negeren van warmwildsporen. En het blijkt weer, om S. te citeren:”Practice makes perfect”, hoewel perfect…

Als we op een dag een toeristische trip gemaakt hebben, komen we omstreeks 16.00 uur thuis. Daar hangt een briefje aan de deur: “Hert zoek, hond nodig”. Ik probeer P. te bellen, wat pas na vele pogingen lukt. Hij legt mij uit waar ik met Sophie naar toe moet komen. Snel verkleed en laarzen aan. Lange lijn, fluit en teckel gepakt en op weg.

P. staat al op mij te wachten met een gast bij zich. Even later arriveert nog een stalker. De andere stalker zit nog met zijn gasten in de heuvels.
Wat is er gebeurd? De gast heeft een hert geschoten, dat onmiddellijk viel. Het leek dodelijk getroffen en toen ze na een gepaste tijd wachten aanstalten maakten om op te staan, stond ook het hert plotseling op. P. had net het geweer van de gast overgenomen en probeerde nog een vangschot, zonder resultaat.

P. wijst mij de valplek. Er ligt wat zweet, maar ik kan er niet veel van maken. Alles duidt op een krelschot, dus dat kan nog een lange loop worden, maar P. zegt dat hij zeker weet dat het hert niet uit een bosje is gekomen, waar ze hem in hebben zien lopen. P. is narrig: "Hebben we 3 ha. nietingerasterd bos en loopt zo'n hert daar natuurlijk precies in"...".

P., de gast en de stalker stellen zich op de kop en zijkant van het bosje op, terwijl ik wacht in de buurt van de aanschotplek. Er is daar geen telefoonbereik, daarom zal er 1 keer geschoten worden als zij hun plaatsen hebben ingenomen.

Als het schot klinkt, til ik de teckel op en loop naar de start van ons avontuur. Haar staart gaat heftig heen en weer en ze neemt het spoor goed op. Door de hoge hei en hoog gras moet Sophietje voortdurend springen en soms klauteren, maar dat brengt haar niet van het spoor af.

We komen bij een riviertje, dat nu bijna droog staat. De teckel staat even stil, loopt naar links, daarna naar rechts, komt weer terug en staat stil. Het lijkt of ze een besluit neemt: over. Ze stapt het riviertje in, zwemmen hoeft ze nauwelijks, overal kan ze wel een beetje lopen.

Aan de overkant zoekt ze links en rechts en neemt dan het spoor op. Ze volgt even het riviertje en wil dan het bos is. Een dik, bijna onbegaanbaar dennenbos. Ik probeer haar te volgen, maar dat is geen doen. Tja, wat nu? Ik besluit haar los te laten en loop langs het bos en de rivier zoveel mogelijk met haar op. Op een wat meer open plek zien we elkaar en ik roep haar bij mij. 

Even rust. “Vooruit, zoek de bok”, zeg ik. Daar gaat ze weer. Opeens komt ze terug en loopt langs mij heen in de richting van waar we net gekomen waren. Om even plotseling weer om te keren en weer langs mij heen te komen, dit keer in hoog tempo. Kennelijk heeft ze het spoor nog een keer gecheckt. Een paar tellen later geeft ze luid.
Ik hoor van alles, geblaf, krakende takken, maar zie niets.

Bans!
Ik probeer via de zijkant, met de stalker die daar stond, zo snel mogelijk naar voren te komen. Daar zien we de twee geweren, een hert en een teckeltje.
Prachtig!



©TheoM

één moment...