KJV #18 - Kanonnenvlees

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
T. onze jachtfotograaf is van de Chessen. Zijn favoriet was Jet, ze is inmiddels overleden, maar nog steeds niet uit zijn gedachten. Hoe kom ik daar nu op? 
Vreemd is dat, je zit op een laddertje bij een voerplek waar varkens kunnen komen. Ruim op tijd, zo heb je alle tijd. Zonnetje in mijn nek, nauwelijks wind en het is stil in het bos. Je staart wat voor je uit, een gedachte komt en een gedachte gaat. Heerlijke rust. Relax met kapitalen geschreven.

Net als je een beetje weg begint te soezen hoor je geritsel. Weg is de rust, de adrenaline dendert door je aderen. Een voor een komen ze op de voerplek, zeven biggen, nog zo jong dat ze nauwelijks groter dan marmotten in pyjama’s zijn. De zeug laat zich voorlopig nog niet zien. Als ze knort, sprinten de biggen weg om bijna direct weer terug te keren. 

Dan zie ik haar, goed verscholen in de dekking. Een volwassen zeug, die inmiddels het klappen van de jacht op de Veluwe lijkt te kennen: een voerplek is voedsel èn gevaar. Ze brengt haar kroost naar het voedsel, maar weigert zichzelf in gevaar te brengen en komt niet op de voerplek. Na lange tijd besluit ze kennelijk dat er deze keer geen gevaar dreigt en waagt ze zich ook op de voerplek. De natuur is hard, ze gebruikte haar biggen gewoon als kanonnenvlees.

Ik zit naar de rotte te kijken die zich aan de mais te goed doet en zo kom ik op T. en op zijn Jet, die ooit haar eerste nestje had gekregen. Toen ik T. belde hoe het met de teef en haar pups ging, zei hij: “Waarom kom je van de week niet eens even kijken?” 

Een paar dagen later is het zo ver, eerst een kopje thee en toen naar Jet, die met haar pups in het kantoor lag. “Laat mij eerst maar naar binnen gaan,” zegt T. “ze is een beetje bezitterig”. Zelden heb ik een hond mij zo vuil aan zien staren, dus ik blijf maar een beetje bij de deur staan. Dat maakt Jet niet uit, die komt langzaam naar mij toe. Zo rustig mogelijk praat ik op haar in, ik ben niet bang, maar wel op alles voorbereid. Wellicht herkent ze mijn stem, of ze besluit dat ik daar bij de deur geen bedreiging voor haar pups ben, want ze loopt langs mij heen, naar buiten. Even later komt ze weer binnen, negeert mij straal en gaat bij haar pups liggen.

We laten het spul alleen en praten in de woonkamer nog wat na. Nooit eerder had T. een teef met zo’n sterk moederinstinct, vertelt hij. De eerste dagen konden ze nauwelijks bij de pups komen en nu nog is het oppassen, want ze verdedigt ze met hand en tand.

Binnenkort willen de eerste gegadigden voor een pup langskomen, “Maar dat vond ik toch nog wel tricky met haar gedrag. Dus ik dacht: laat ik eerst Theo maar eens vragen om langs te komen”.
“Als kanonnenvlees?” vraag ik.

©TheoM
één moment...