Frankrijk, wil jij dat keilertje niet schieten?

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
We zijn er niet om te jagen, maar toch…
We zitten weer in het diepe zuiden van Frankrijk. In de verte zien we de besneeuwde toppen van de Pyreneeën. Wit, hoewel er deze winter ook in deze regio een gebrek aan neerslag is geweest. Veel minder sneeuw dus dan normaal, maar ook de boeren hebben er last van. Het grondwaterpeil is hier en daar zelfs een halve meter lager dan normaal, hoor ik van de boer waar we al jaren op zijn boerderij passen als hij met zijn vrouw ‘en vacances’ gaat.
Uit het dorp is het nog ca. 3 km. Naar de boerderij, maar als we de weg daarnaartoe opdraaien worden de hond en al onrustig. Ze weten waar ze zijn na een reis van ruim 12 uur, terwijl het alweer een jaar geleden is dat we hier waren. En kort voordat we de oprijlaan naar de boerderij opdraaien zien we een enkel stuk roodwild en wat verder een sprong van vier reeën.

We zijn hier dus niet om te jagen, het seizoen is, behoudens om speciale redenen, gesloten. Toch is een van de eerste dingen die ik daar doe een bezoek aan de Gamm Vert, de Franse versie van onze Welkoop. Mais, daar is het mij om te doen, want ik wil graag proberen om wat wild voor mijn camera’s te krijgen.

Zo loop ik onze tweede dag al naar de mij bekende zoelen. Veel water staat daar niet meer in, maar de gaten zijn diep uitgesleten door het gebruik van deze badplaats in het laatste water dat daar nog in staat. 

Maar aan de hoogte van de klei aan Mahlbaum (ik ken het Franse woord daarvoor niet en ik realiseer mij nu, dat ik ook niet weet of er een Nederlands woord voor is.) is het duidelijk te zien: er lopen hier ook grote jongens rond, de stok tegen de boom is 1.50 meter.


De stok is 1.50 meter

Maar ja, wel voeren, maar niet aannemen. Kennelijk is de plek voor de zwartkielen niet interessant genoeg meer. Dan moet ik maar voor Klein Duimpje gaan spelen, denk ik. Op enkele wissels strooi ik wat mais, om vandaar richting een zoel te lopen waar de camera hangt. Telkens laat ik onderweg een enkele korrel vallen. Zullen ze het aannemen?


Klein Duimpje

Bij Zuid-Frankrijk denk je al snel aan mooi weer. Dat klopt vaak wel, maar niet altijd. En na maanden van droogte begint het te stormen en te regenen. Boven de bergen zien we voortdurend de bliksem de boel verlichten. Het is een prachtig schouwspel.

De volgende dag stormt het nog steeds, maar het is een tijdje droog. Ik maak daarvan gebruik door snel de houtvoorraad naast de openhaard aan te vullen. Daarbij hoor ik een bekend geluid. Kraanvogels! Die zag ik hier nog nooit, de trekroute is aan de westkant van de Pyreneeën, hier zijn de bergen waarschijnlijk te hoog voor ze. Maar kennelijk heeft de sterke westenwind ze oostwaarts gedreven op de tocht naar hun broedgebieden. Maar ze hebben pech, want de wind is vannacht compleet gedraaid. Er heerst een stormachtige noordenwind, de Tramontane, een regionale variant op de Mistral. De groep kraanvogels probeert het echt om toch tegen de wind in te koersen, maar uiteindelijk geven ze het op en zwaaien af, terug naar het zuidwesten.

Het is trouwens druk in de lucht. Een rommelige groep van bruine kiekendieven trekt over. En ook een enkele zwaluw. Buizerds, al bezig met baltsvluchten. Veel houtduiven, meestal al in koppeltjes. En weinig kraaien en kauwen constateer ik, goed werk, jagers!

Ik maak ook snel gebruik van de droge periode om mijn wildcamera’s na te lopen. Vossen en reeën staan op de video’s, maar geen zwartwild. Dat kon ik ook niet verwachten, want ik had al gezien dat de mais niet is aangenomen. Camera’s verplaatsen of nog een nacht of wat laten hangen? Op weg terug naar de boerderij zie ik het sprongetje reeën weer, als ze zich uitschudden vliegt het water in het rond. Ze lopen op een akker die braak ligt en waar op diverse plaatsen wat koolzaad opkomt, de restanten van een vorige oogst.

De boerderij staat te koop, 90 ha. 50% bos, de lokale jachtverenigingen strijden al jaren om het jachtrecht daar, want de ligging is perfect, het wild trekt via het domein van de ene dekking naar de andere. Als ik jager zonder veld zou zijn, maar wel met een goed gevulde portemonnee, dan zou ik het wel weten: je eigen veld met veel wild! 

Zelf boeren doet de boer al een aantal jaren niet meer, hij verhuurt zijn akkers aan een vrijetijdsboer, specialist in subsidies. Landbouwsubsidies. En zo ligt inmiddels 1/3 van het land braak, weinig werk, toch inkomsten en goed voor de flora, maar ook voor de fauna!
En inmiddels heeft hij nog een subsidiebron ontdekt. Direct na de oogst wordt klaver ingezaaid, die tot laat in het voorjaar blijft staan, het zou de bodem verbeteren. Maar klaver is natuurlijk ook een weldaad voor de hazenstand. Overdag zie je ze bijna niet, maar in het donker met de Lahoux; ik telde er hier nog nooit zoveel.

Het stormachtige weer houdt aan, horizontale regen, het doet mij aan Schots weer denken.
Open haard aan, glaasje onder handbereik, zo moeten we dag maar proberen door te komen. De camera’s laat ik vandaag maar voor wat het is. Sauwetter, de Fransen hebben daar geen naam voor, maar begrijpen de uitdrukking wel.

De volgende dag verraadt het belletje dat in de poort is ingebouwd de komst van een gast. En witte Isuzu Pick-up stopt bij de boerderij. Aan alles aan de auto is te zien: dit is een jachtauto. Een witte jachtauto? Ja, zo heeft elk land zijn eigenaardigheden. Bijna elke auto die in de jacht gebruikt wordt is wit. Meestal zijn het oude Renaults. Meestal van het type Express en als ze wat jonger zijn de Kangoo. 

Een jongeman stapt uit, “je cherche mon chien” <ik zoek mijn hond> Ik zeg hem dat we geen hond gezien hebben. “Il est la”, zegt hij, “à 60 mètres”<hij is daar, op 60 meter afstand>.
We lopen samen het pad op en ja hoor, daar staat zijn hond, het is er één van een onbestemd ras, maar wel één die ongetwijfeld zijn mannetje staat al er grofwild opgejaagd of gesteld moet worden. En dat hij wist dat hij zijn hond hier kon vinden is logisch, de hond is gezenderd. Dat laatste is een hele vooruitgang hier, bijna een revolutie, want ik was tot op heden gewend dat ze hier hun honden slippen aan het begin van de jacht en die zien hun bazen meestal de rest van de dag niet meer terug, als ze die ooit terugzien… 

Het is tijd om de camera’s te controleren. Twee keer beet! 
Zo zie je maar, Klein Duimpje is meer dan een sprookje.


Zoelenpad

Alle mais is aangenomen, maar niet alleen door de varkens, want de camera’s registreerden ook dassen, vossen en reeën die ervan aten. 


Grote zoelen

De volgende dagen gedragen we ons toeristen, bezoeken veel van de mooie plekken in de omgeving. Eten bijna dagelijks in restaurants die we in de loop van de jaren hebben genoteerd als onze gastronomische trekpleisters. En ontdekken nog een voor ons nieuw restaurant, La Taverne à Bacchus. Een soort Jan Steenachtige ambiance in een kasteel. Het eten is er goed maar de sfeer is er werkelijk uniek.

En dan, er staat er een keilertje op de camera bij het ‘plan d’eau’, een meertje waaruit ik ooit Diane van een zekere verdrinkingsdood heb moeten redden.  Het keilertje schat ik 2, misschien 3 jaar oud. Hij is kreupel, linksvoor.


Keilertje, Plan d'eau

Hij was er al direct na het invallen van de duisternis en komt in de dagen erna steeds vroeger, op het laatst is hij er al in het late licht.

De fles is al opengetrokken, de haard brandt, wat lekkernijen verhuizen van de keuken naar de woonkamer, als het belletje rinkelt. Bezoek, daar zitten we nu eigenlijk niet op te wachten. Het is een witte Kangoo; jagers, het kan niet missen.

Het blijkt de President van de ACCA te zijn, de lokale jachtclub, samen met JP, een jager uit de omgeving, die ik al jaren ken. De honden herkennen het duo ook, piepend staat de teckel bij de klep, ze wil zichzelf overtuigen of er werkelijk geen wild in ligt. Raar is dat, het witte autootje is van binnen geel, ‘La Poste’-geel. Wat blijkt, de President had de gebruikte auto op de kop kunnen tikken, maar ja, die vaalgele kleur…, dat vond hij geen kleur voor een jachtauto. Oplossing: wit spuiten; maar alleen van buiten, binnen was die gele kleur kennelijk overkomelijk. Witte jachtauto’s, om met Obelix te spreken: “rare jongens, die Fransen”.

De jacht van de afgelopen maanden passeert de revue. En voorzichtig wordt gevraagd of ik soms weer bitterballen en jenever heb meegenomen. Nou, dat komt dan mooi uit, want zondagmorgen is in de jachthut een afsluitende bijeenkomst, dus als ik zin heb om langs te komen…

Alle afschot is binnen, maar er is toch nog behoefte aan één varken(tje). De Brandweer houdt de zondag erna een ‘Loto’, de vrijwilligers verkopen loten, wat prijzen, maar de trekking is vooral een gezellig samenzijn in het dorp. Drank en eten in overvloed. Traditie is dat de jachtclub een varken doneert, maar dat is er nog niet van gekomen. Dus, als ik kans zie…, maar wie het eerst komt, het eerst maalt. Kan dat wel, vraag ik in mijn onnozelheid, gesloten tijd, geen schade? Nou, ik word maar weer eens bijgepraat over de Franse manier van leven. Namelijk dat er verschillende werkelijkheden zijn, hij noemt het “Le pays légal et le pays reëel”.
JP vertelt dat hij het hele seizoen geen varken heeft kunnen schieten en dat hij de komende week er elke avond op uit zal gaan, maar ja, waar zitten ze die ‘sangliers’? Ik wens hem veel succes, maar ook dat ik het niet zal laten als ik eerder dan hij…
Als de tweede fles ook soldaat is gemaakt en de lekkernijen op zijn, vertrekt het duo. We staan ze na te kijken en dan zegt mevrouwM dat ik JP het afschot zou moeten gunnen. Dat keilertje komt toch elke avond op de mais?

De volgende dag maak ik bij het meertje eerst twee provisorische hutjes. Met dit weer kan de wind kan hier in een dag soms meerdere keren compleet draaien. Op de camera staat het keilertje weer als het nog licht is en een uurtje later twee zeugen, waarschijnlijk overlopers.

Ik rij bij JP langs, inmiddels gepensioneerd en meestal druk in de weer, op en rond het erf. Hartelijke begroeting, uitgebreide rondleiding in zijn kas, waar hij allerlei groente voortrekt. Ik krijg onmiddellijk een bundeltje wilde asperges in de handen geduwd. In het Frans zegt hij: “Die komen uit ‘jouw’ bos, Theo, vanmorgen geplukt. Daar zag ik echter ook hier en daar een korreltje mais liggen. Jij bent echt van plan het varken dat is vrijgegeven te schieten, hè”?

Ik zeg hem dat ik een ander, een beter idee heb. Nou, die had hij niet zien aankomen. Ik moet mee naar binnen, naar zijn ‘Salon des Honneurs’. Mooie taal hè, dat Frans. Dan komen wij aan met ons ‘Jachtkamer’. Het hangt er vol met trofeeën. Ook met Afrikaans wild, waarschijnlijk omdat Frankrijk lang, heel lang daar heeft gezeten. Gekoloniseerd, daarna vaak plotseling vertrokken en in chaos achtergelaten.

Fransen besproeien hun lunch vaak met wijn. “Jullie drinken best veel, ook al tussen de middag”, zei ik ooit. Maar dat klopte volgens hen niet, want ze dronken nooit bij de lunch. Tja, een wijntje; dat hoort erbij en is geen drank. Drank dat is ‘harde alcohol’, sterke drank zouden wij zeggen.

Maar er valt in de ogen van JP kennelijk op voorhand iets te vieren. De fles zelfgestookte calvados wordt geopend, of heb ik liever pastis? De glazen klinken. En nog eens. En nog eens. Van de huid en de beer is mij nu te ingewikkeld om dat in het Frans te zeggen. En JP vult de glazen nog maar eens.

In de middag doe ik een dutje, beter gezegd een dut en rond zes uur meldt JP zich. Kop koffie, hoe is de wind en dan gaan we, op naar het meertje. Bij het hutje checken we de wind nog een keer en dat is maar goed ook, want door de glooiing en de bosrand dwarrelt de wind hier. We kiezen voor het andere hutje. En we zitten tot elf uur, maar zien niets, helemaal niets.

De volgende ochtend stuur ik JP een foto van het ‘bezoek’, een opname van een uurtje na ons vertrek uit het hutje.


Hogerop - Plan d'eau

Niet het keilertje, maar twee vrouwelijke stukken. En ze kwamen van boven, vandaar had ik ze niet verwacht. Mogelijk hadden wij ze in ons hutje ook een beetje in de weg gezeten. Vanavond wagen we een nieuwe poging.

Lang verhaal kort, even voor half acht weet JP het keilertje te schieten. Hij is er dolgelukkig mee en ik ook.

In de jachtclub is afgesproken nooit een foto van deelnemers of geschoten wild op de sociale media te zetten, ik moet het dus doen met een beschrijving. Twee of drie jaar, 47 kg. ontweid en een oude breuk aan de linker voorloper. JP kreeg van mij ook een breuk, iets waar ze daar normaal niet aan doen.

Jagen is genieten… en soms ook een ander laten schieten.

©TheoM
één moment...