CWM 2020 (deel 1)

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Van een vriend kreeg ik ‘Jacht & Beheer’, het blad van de NOJG.
Leuk blad, het lijkt mij qua inhoud dichter bij jagers te staan dan ‘De Jager’, het blad van de KNJV. En ook nog eens met informatie over de Circulaire Wapens en Munitie 2020 die in een breder kader geplaatst werd.
Lekker belangrijk, denkt U misschien, maar ik heb ooit eens een akkefietje met Bijzonder Wetten gehad. Het had mij als jager lelijk kunnen opbreken, maar vandaag de dag, had ik daarvoor mijn akte maar liefst acht (8 !) jaar kwijt kunnen zijn.

Ik was een ochtendje op de eenden geweest en toen ik thuiskwam zaten onze lunchgasten al in de woonkamer. Ik ga naar binnen, groet de gasten en loop terug naar de garage om mijn geweer en patronen in de kluis op te bergen. In die tijd droeg ik mijn patronen in een schietvest dat niet in een van de munitiekluisjes paste; wat te doen, de gasten zaten er immers al.
Ik had het vest aan de kapstok kunnen hangen, onder een jas, geen haan die daarnaar zou kraaien, en later de patronen netjes uit het vest en in een kluisje kunnen doen. Maar dat deed ik niet, het leek mij veiliger om de patronen ook in de kluis te doen, ik hing mijn vest daar over de loop van het geweer. Straks zal ik….

De deurbel gaat, Politie, kluiscontrole. Ik zeg de heer en dame van Hermandad dat het mij eigenlijk niet schikt, ik ben net terug van de jacht – “ja, dat hadden ze gezien, ze stonden al even voor de deur”- en heb gasten op bezoek. Maar vriendelijk vragen ze of de controle nu door zou kunnen gaan, “want ze waren al enkele malen tevergeefs aan de deur geweest en het zou echt maar enkele minuten duren”. Ik ga akkoord, mij echt van geen kwaad bewust en niet wetend wat mij boven het hoofd hangt.

“Wat is dat?”, zegt de man, een overbodige vraag, want hij geeft zelf het antwoord. “Patronen horen apart van de geweren te worden opgeborgen, dat weet U toch wel?”

Ik leg hem uit dat ik snel bij mijn gasten wilde zijn en daarom eigenlijk de keuze had het vestje aan de kapstok te hangen of in de kluis. Ik had voor het laatste gekozen en zou na de lunch alles netjes opbergen. Als ik het vest aan de kapstok had gehangen, dan had waarschijnlijk er geen haan naar gekraaid.

Mijn verhaal maakt geen indruk, munitie moet gescheiden van de wapens worden opgeborgen, ik zou er nog van horen. Niet veel later kreeg ik een brief. De Korpschef gaf mij een officiële waarschuwing, een ‘gele kaart’, bij een volgende overtreding binnen drie jaar zou dat consequenties hebben voor mijn jachtakte.

Daar ben ik, in het licht van de huidige regelgeving nog zeer genadig van afgekomen, want ik lees nu dus in het blad van de NOJG dat in de regelgeving die per 1 februari 2020 is in gegaan, ‘lichtere onregelmatigheden, zoals kleine onjuistheden of slordigheden, een schriftelijke waarschuwing gegeven moet worden’. Dat, gecombineerd met de Wet Natuurbescherming, is brisant, want in die wet staan namelijk overtredingen en misdrijven die moeten leiden tot het intrekken van een jachtakte voor de periode van maar liefst acht (8 !). En daaronder vallen o.a. ook alle overtredingen van de Circulaire Wapens en Munitie!

De column ‘Juridisch bekeken’ eindigt dan ook met goede adviezen:
“Zorg voor een goede kluis. Tel Uw patronen voor en na de jacht, zodat u zeker weet of U alles heeft. Vraag dat ook aan een eventuele bijrijder, zodat er niets in Uw auto achterblijft. Als U na de jacht thuiskomt en Uw partner staat U zoals gebruikelijk met open armen op te wachten: loop hem of haar straal voorbij en berg eerst alles goed op. Een ongeluk zit hier echt in een klein hoekje van uw jas, auto of kluis…”

Goed dat de NOJG zijn leden hier nog eens op gewezen heeft, zodat ook ik daar, als (nog) KNJV-lid,  mijn voordeel mee kan doen.

©TheoM


één moment...