Weidelijkheid (4) - de afstand, te dichtbij

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
De samenleving verruwt en we zijn op dat pad nog niet bij de finish, kijk maar naar ons voorland, want hier gebeurt alles een paar jaar later, want het komt: de president van wat ooit dé wereldmacht was, de USA. Trump, tja hoe ruw kan het worden? 
Maar aan zijn opvolger op het wereldtoneel, Xi, kleven ook bezwaren, daar kunnen we ons beter vast op in stellen. Waarom deze wereld beschouwing? 
Weidelijkheid bij het jagen, zo zijn onze manieren, maar alles verruwt, ook in onze kringen. Het lijkt soms of het oproeien tegen de tijdsgeest is, maar ik blijf van de ‘afdeling weidelijkheid’. Het is mij een gruwel: op lopende fazanten schieten of op lopend reewild op een drukjacht. Of te ver, maar soms ook te dichtbij.

Zo waren we eens in Friesland aan het jagen in een mooi veld, overal hazen. Vaste ploeg met wat extra gasten. M. was een van die gasten. Een aardige, joviale kerel, meer een grofwild- dan kleinwildjager en dat bleek, want aan het eind van de dag was hij de enige die niets had kunnen schieten.

“Kom mee”, zei ik tegen hem, terwijl de anderen het tableau legden, “ik zag achter de voerkuil wat eenden neerstrijken”. Die eenden hadden ons echter in de gaten en ik offerde mij op door langzaam verder te lopen, een beetje van de eenden af, terwijl M., uit het zicht van de eenden, op ze af sloop. Maar de eenden gingen op de wieken, buiten schot voor M.

Bans, Bans, zo klonk het toch. 
M. had, zo vertelde hij later, twee andere eenden overlopen, die direct achter de boerderij lagen en hij schoot ze allebei. Een doublet, hij was er groots mee. “Nee, niet te dichtbij, Theo, maar ik dacht wel dit is mijn enige kans vandaag”. Ik meende echter dat hij absurd dichtbij had geschoten, daar had ik hem ook al eerder op betrapt; het werd tijd om M. eens een lesje te leren, want alleen maar praten over weidelijkheid… 
Als preken niet helpt, dan maar de ‘school of hard knocks’.

Bij het verdelen van het wild, stond ik erop dat ik de twee eenden kreeg. Toen ik ze de volgende dag plukte was het goed te zien van hoe dichtbij hij ze geschoten had. Met de Vrouw had ik al afgesproken dat ze van de eenden paté zou maken, vol met hagel, dat zou M. leren. Maar toen ik de eenden uithaalde vond ik daar ook nog een prop van een van de patronen die hij gebruikt had. Zo dichtbij had hij ze geschoten… Die prop kon ook wel in de paté, vonden we.

Toen ik M. belde met de vraag of ik hem wellicht een plezier kon doen met een mooie paté van zijn twee eenden, reageerde hij blij verbaasd. Het had hem al verwonderd dat hij, ondanks zijn verzoek, de door hem geschoten eenden niet mee had gekregen na de jacht, want zoveel kans op eenden had hij niet en hij was gek op eenden. “Maar nu begrijp ik het,” zei hij, “een bijzonder aardige geste van je, Theo”.  Ik antwoordde: “weet je waar je mij dan een plezier mee kan doen? Met een paar van die heerlijke hertenburgers van je”.

Zo kreeg M. een paté van de door hem geschoten eenden en ik ging met een koelbox vol met hertenvlees naar huis, iedereen tevreden, zo leek het.

M. aan de telefoon. “Zeg Theo, die paté, hè, weet je dat die vol met hagel zit?” Ik zeg hem, dat mij dat verbaast, want hij had toch gezegd dat hij niet te dichtbij had geschoten? “Nou de hagel is niet alles,” zo gaat hij verder, ”want we vonden er ook nog de prop van een patroon in. Hoe kan dat nou”? 

“Het bewijs is hiermee geleverd,” antwoord ik, “dat je toch te dichtbij geschoten heb. Denk je niet? Leer er wat van! Maar ik heb geen klagen hoor, want het hertenvlees dat we van je kregen, heb je perfect weidelijk geschoten. Want je kan het wel, als je wilt”.

©TheoM
één moment...