Voorjager uitnodigen op de jacht?

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Binnenkort starten ze weer. De cursus  “zelfopleiding jachthonden”, waar men leert de hond op te leiden tot een bruikbare jachthond. Over deze cursussen wordt soms nogal denigrerend gedaan., naar mijn mening ten onrechte. Het zouden kunstjes zijn die weinig met de jachtpraktijk van doen hebben. Wellicht is dat juist, maar omgekeerd geldt ook: elk onderdeel is noodzakelijk wil het een bruikbare hond zijn. Gehoorzaamheid, steadyness, apport van land en uit/over water, zoeken (en vinden) in dekking, markeren, zich laten dirigeren en een sleepspoor uitwerken.
Een voor de jacht goed bruikbare hond, dient al deze “SJP-kunstjes” te beheersen. Een OWT of MAP zijn meer op de jachtpraktijk gerichte proeven. En dan is er natuurlijk ook nog het werk voor het schot maar daar schrijf ik nog wel een andere keer over.
Hij had al een paar keer een visje uitgegooid: of hij niet eens een keer mee kon op jacht met zijn hondje. Ik had enige reserve, waarom weet ik niet maar uiteindelijk kwam het er toch van. De dag ervoor belde hij, immers onervaren met de jacht, om wat meer te weten wat er zou gaan gebeuren. Dat viel te prijzen in hem, want ook als voorjager is minimale kennis van de jachtpraktijk een must. Maar hij was wel erg druk. Mijn vrouw zei te hopen dat het hondje niet zo druk zou zijn als zijn baas.

Een ochtendje op de ganzen werd het. Aanzitten in hutjes die we hadden gebouwd bij een akker met tarwe dat door de grauwen was ontdekt en waar ze inmiddels al aardig wat schade hadden veroorzaakt. Het is nog donker als we verzamelen bij een plaats niet ver van het jachtveld. Als we aankomen zien we daar een lichtje in de berm. Het blijkt onze gast/voorjager te zijn, hij laat zijn hond al uit, zodat ze straks wat rustiger zou zijn, ze is namelijk nogal druk…

Lang verhaal kort, het werd een ramp. Hond luisterde niet, markeerde onvoldoende, liet zich niet dirigeren, racete het veld door en het wild dat binnen kwam was ook nog aangesneden. In de nazit excuseerde de voorjager zich, nou ja, een beetje. Het was namelijk nog een jong hondje, zei hij. Dat wilde hij vooral gaan inzetten op de veldwedstrijden en dan moeten ze hun eigen plan trekken en die KNJV-proeven vond hij maar niks: kunstjes. Maar die moet je wel doen anders kan je geen MAP’s lopen en het is ook een puntje als je met de hond wil fokken.

Maar als we weer eens een hondje nodig hadden, dan hoefden we maar te bellen.
Ik ben normaal nogal ad rem, maar nu was een van de jachtcombinanten mij voor. “Je bent weer welkom, hoor. Als je eerst met je hondje voor de C-proeven gemiddeld een 9 haalt. Een beetje discipline en wil om te apporteren is altijd wel makkelijk”.
Toen onze gast wegreed  waren we er niet van overtuigd dat de boodschap was aangekomen.

Maar het kan ook anders.

We hadden al eerder kennis met hem gemaakt. En met zijn Langhaar. Ook op een ochtend op de ganzen. Een relaxte voorjager en dito hond, geen gedoe met de andere honden. Mooie apporten had het duo laten zien, een hond met werklust en goed onder controle. We durfden het dus wel aan om hem eens mee te vragen op een hazenjacht. Omdat hij ook wedstrijden voor het schot met zijn honden doet, was wel de vraag of hij dat wel deed, hazenrein op de veldwedstrijden en hazen apporteren op de jacht, zou dat goed samen gaan? Het antwoord liet niet lang op zich wachten, hij jaagde altijd al mee, ook op de hazen en hij was van mening dat het samen moest kunnen gaan, waar heb je anders een jachthond voor…

De voorjager had met zijn Langhaar al meerdere kwalificaties behaald in proeven/wedstrijden, zowel voor als na het schot. En dat zouden we zien. Van jacht op hazen kwam minder dan we vooraf als jachtcombinatie van plan waren. Dat kwam omdat de bieten, anders dan de planning was, nog op het veld stonden. Een uitgelezen kans voor  de Langhaar en de draadhaar van een gastjager welke we natuurlijk optimaal wilden benutten.

Na de kennismaking, koffie en een bolus (gebak in dit geval) lopen we eerst op naar een vliet waar wat eenden verwacht werden. Drie eenden worden na het schot snel door de honden geapporteerd en daarna gingen we het veld in. Een mooi klein groepje, 5 geweren en 3 drijvers/voorjagers. Al snel staat de draadhaar voor en er gaat een hen op, maar die schieten we hier niet. Het aantal fazanten neemt af en we sparen de hennen. Verder gaan we, mooi tegen de wind in en ook de Langhaar staat voor. Een haas, dat uiteindelijk de benen neemt, maar de Langhaar reageert prima en blijft bij zijn voorjager. Als de Langhaar aantrekt op een haan en deze luid kokkend opvliegt volgt het schot. Gevolgd door een mooi apport in de bieten. We zien meer hennen dan hanen, een goed teken.

We jagen niet alleen in de bieten, maar ook in een groenbemester , mosterdzaad. Zwaar werken dus, zowel voor de honden als de drijvers. Bijna direct staan allebei de honden voor, ze respecteren elkaar prima en er gaan een haan en een hen op, de haan wordt na het schot door de draadhaar perfect gemarkeerd en geapporteerd. Nog meer mooi hondenwerk op hennen die gespaard worden en een haan die buiten schot weet te ontkomen.

Na de lunch zitten we in een ander deel van de polder, waar van de honden weer iets anders gevraagd wordt: uitdrijven. Het zware werk en de warmte gaan hun tol eisen, de (voor)jagers en de honden beginnen moe te worden. Er wordt een kleine pauze genomen, maar ja, er ligt nog een mooie kleine akker met bieten, zullen we…

Ja hoor, we gaan weer. Op de kale akker naast de bieten zitten 3 hazen, maar die worden door de honden gerespecteerd. Nijlganzen die over de bomen komen vliegen worden geschoten. Een in de bieten, die door de draadhaar wordt geapporteerd en een zeilt af en valt in een weiland. De Langhaar markeert prima en haalt de gans, de twee sloten die hij door moet is geen probleem. Bijna aan het eind van de drift wordt de Langhaar door zijn voorjager ingezet op een ver haas, waarbij hij op de terugweg een sloot over moet.   De sloot, niet breed, ondiep, maar erg steil is nogal een obstakel. 

Zeven driften en zijn leeftijd gaan nu toch wel een hun tol eisen. En het is natuurlijk wel iets anders dan een of twee keer een kwartier in een veldwedstrijd of een paar apporten tijdens een proef of MAP. De hond loopt een stuk met de haas in zijn vang door de sloot, wil omhoog klimmen, maar geeft dat op, loopt verder, nog steeds met het haas. Dan lukt het hem toch de steile kant op te klauteren en geeft het haas aan zijn baas af. Klasse!

Bij de boerderij wordt de dag afgesloten. Mooi om te zien hoe de voorjager zijn Langhaar verzorgt door hem te drogen en te masseren, samen zijn ze één en even later ligt de hond te midden van de jagers te slapen. Prachtige dag, mooi hondenwerk, veel wild gezien en een mooi tableau: 5 fazanten, 4 hazen, 3 eenden, 3 duiven en 2 nijlganzen, het is wel eens minder.

Jagers zijn soms terughoudend om voorjagers uit te nodigen, want soms hebben die hun hond onvoldoende in de hand, is hun hond te onrustig op post, heeft de hond onvoldoende wil om een moeilijk apport te doen of geeft hij gedoe met andere honden.

Maar is dat niet op u en uw hond van toepassing, zoek dan eens contact met een WBE bij u in de buurt en vraag of zij u met jagers in contact willen brengen.
Uw (wedstrijd)hond wordt er niet slechter van -zo blijkt- en mogelijk maakt u ook eens zo’n dag als hier beschreven mee, het is u gegund.

©TheoM
één moment...