Veldwerk, jachtpraktijk

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
L. had mij gevraagd of Boris, zijn ruwhaar en Diane, mijn langhaar eens samen konden jagen op een fazantenjachtje. Natuurlijk kon dat, graag zelfs. Maar dat viel nog niet mee, want de fazantenstand neemt bij ons in een rap tempo af. Hoe dat komt? We jagen eigenlijk nog nauwelijks op de fazanten; hennen schieten we al jaren niet meer en hanen incidenteel en alleen als het een mooi schot is: hoog en snel. En de biotoop is eigenlijk niet veel veranderd, hetzelfde geldt voor de hoeveelheid roofvogels en reigers. 
“We verzinnen een list, Theo, want zonder list zijn we hier nooit meer in de gelegenheid om ze nog eens goed onder de fazanten te brengen”, zei L., “Als we volgende week bij mij jagen, dan is het niet de bedoeling dat we veel fazanten schieten, dus dan zet ik de geweren zo neer, dat ze eigenlijk geen kans hebben om tot schot te komen, want ik weet inmiddels wel hoe ze proberen te ontkomen. Dus op die plek posteer ik geen jagers, de meeste zet ik op de talud van de dijk ernaast. H. zet ik op de kop van het kleinste stuk van de drift. Daar willen de meeste fazanten proberen weg te komen naar de dekking die daar achter ligt. Ik zeg H. wel, dat hij er niet te veel mag schieten. T. zet ik daar ook neer. Maar dat kan geen kwaad. Hij staat meer te kijken, dan dat hij aanstalten maakt om te schieten; het is een weldaad voor je wildstand, zo’n jager als gast”.

Al vroeg verzamelen we bij de boerderij, waar we kunnen beschutting vinden tegen de harde wind. Gelukkig is het regenen een uurtje geleden gestopt. Bij de koffie en de bolussen heet L. iedereen welkom. We zijn met een mooi groepje drijvers, wat ervaren jagers en twee voorjagers met hun retrievers. En natuurlijk Boris en Diane.

L. vertelt het plan voor die ochtend. Hij legt uit dat het de bedoeling is een mooi stukje met bieten uit te drijven, waar hij ondanks de afnemende stand veel fazanten vermoedt. De hennen zullen worden gespaard en als een jager kans heeft op een snelle en hoge haan, dan is die vrij, maximaal één schietkans per geweer. Na deze drift zullen we oplopen op twee brede sloten waar altijd wel wat eenden liggen. Tot slot zullen we een akker aflopen, waar ondanks dat die kortgeleden geploegd is, veel hazen vermoed worden.

Met twee auto’s en paardentrailers worden de jagers, drijvers en voorjagers naar de eerste drift gebracht. L. stelt de geweren op, ze staan tegen de talud van de dijk, langs de bietenakker, die zal worden uitgedreven. Eén van de jagers -ook niet van gisteren- vraagt of dit wel de beste positionering is: “Zullen de fazanten niet meer geneigd zijn om tegen de wind richting die bosjes te vliegen en staan we hier wel goed?”. Maar L. laat zich niet van zijn plan afbrengen, het doel heiligt  de middelen, het gaat in deze eerste drift -zonder dat iedereen het weet- immers om het voorjagen, niet om het schieten. Hij legt uit omstandig dat je wel zou verwachten dat ze richting de bosjes zouden vertrekken, maar dat ze de afgelopen weken steeds over de dijk naar het natuurgebied vlogen. Hij zegt te verwachtten dat ze dat vandaag weer zouden doen. Ook de hondenmannen worden met hun retrievers worden op de dijk gepositioneerd. H. en T. worden zoals afgesproken op de kop van de bieten gezet.

“Kunnen we dat wel maken”, vraag ik L., “Ik verwacht niet dat ze veel kans hebben om tot schot te komen”. Maar hij zegt, dat ze straks op de eenden en de hazen nog volop aan hun trekken kunnen komen. Als het een beetje lukt met onze honden op de fazanten, kan later iedereen nog volop aan de bak.

De drijvers worden geïnstrueerd heel rustig door de bieten te lopen, goed in linie te blijven en vooral achter Boris en Diane te blijven: de honden moeten het werk doen. Met een ouderwets toetertje wordt de drift aangeblazen, de langhaar en de ruwhaar worden ingezet en de drijvers komen langzaam in beweging. 

Zowel Diane als Boris nemen ruim terrein, het lijkt of ze ieder met hun ding bezig zijn, zonder op elkaar te letten. Maar dat is maar schijn, want op het moment dat Boris voorstaat is goed te zien dat Diane heeft opgelet. Ze loopt aan de linker kant van de akker maar volgt wat er aan de rechter kant gebeurd. Daar staat Boris nog steeds te wachten om samen met L. nog wat op te lopen, een hen gaat op en verdwijnt over de dijk waar de geweren staan. Die hebben dus niets te klagen, de fazanten -in ieder geval deze fazant- komen bij hen over. Dat het een hen is, tja…

We staan de hen van Boris nog na te kijken als even daarna Diane voorstaat. De haan en drie hennen strijken aan het eind van de akker weer in de bieten neer. Even later lopen Diane en Boris dicht bij elkaar als Boris een slag maakt en plotseling voorstaat. Diane is daar zo’n tien meter vandaan en respecteert het voorstaan van Boris. Prachtig om te zien hoe Boris en L. fazanten los maken. Alsof het zo moet zijn: de meeste hennen gaan over de dijk en de hanen gaan naar het eind van de akker.

Kortom, we beleven een prachtige drift, waar de langhaar en de ruwhaar bijna om en om en soms samen op fazanten kunnen oplopen. Er zitten veel meer fazanten dan we verwachten. Zowel L. als ik schieten een haan, die door onze hond, nadat hij/zij heeft voorgestaan, kan worden geapporteerd. Aan het eind van de drift gaan de hanen en hennen die eerder daar waren neergestreken op en vliegen richting de bosjes. T. staat daar en kijkt ze na, terwijl H. de kans op een mooie haan niet laat lopen. Zijn haan valt net over de sloot op de akker naast de bieten waar Diane hem al snel heeft gevonden en vol trots loopt ze, met de staart een beetje bazig omhoog, langs Boris om de haan bij mij te brengen.



“Jammer mannen”, zegt L. tegen de geweren als iedereen zich heeft verzameld, “Ze vertrokken toch meer tegen de wind in, dan over de dijk, zoals ik eigenlijk verwachtte. Maar zo is het altijd met jacht. Het loopt altijd weer anders dan je verwacht”. Niemand protesteert of heeft commentaar, vanaf het talud had iedereen prachtig hondenwerk kunnen zien, jagen is zoveel meer dan schieten.

Om het veldwerk ging het ons, dus over de rest van de jacht kunnen we hier kort zijn. Het oplopen op de eenden op de sloten was succesvol voor bijna alle geweren en alle honden hadden meer dan genoeg te doen. En op de hazendrift werden een mooi aantal hazen geschoten zodat iedereen die avond met twee stuks wild naar huis kon. En wat belangrijk is: er waren genoeg fazanten en hazen de dans ontsprongen, als je wilt blijven jagen, dan moet je ook kunnen sparen.

©TheoM
één moment...