Veldwedstrijd

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Op weg naar Kruiningen voor een voorjaarsveldwedstrijd van de Nederlandse vereniging “Langhaar”.
Veldwedstrijden voor Staande honden. Voor mij is de bersjacht de ultieme jachtvorm en voor het hondenwerk zijn dat de veldwedstrijden. Honden die zelfstandig met hun baas het wild opsporen èn vastzetten, om het na het schot te vinden en te apporteren.
En het is dé manier om te zien hoe het met de bouw gesteld is van de honden, een perfect gebouwde hond loopt super. En omgekeerd: een super lopende hond is per definitie goed gebouwd, hoewel die laatste mening niet werd gedeeld door een exterieur keurmeester, die ik eens op een veldwedstrijd tegen kwam. Later hoorde ik dat het de eerste keer was dat hij een veldwedstrijd bezocht…
Prima dus dat de Continentale doende is de kennis van exterieur keurmeesters op het punt van de bouw van staande honden bij te spijkeren.

Het is het “spel met de wind”, ogenschijnlijk zonder commando’s – lichaamstaal is voldoende-ondersteunt de voorjager de hond opdat deze het hele veld benut dat afgezocht moet worden, ook de hoekjes en zijkanten.

Als je echt van jagen houdt verdiep je er eens in nu het nog kan. De fazanten en patrijzenstand is zo ernstig teruggelopen dat het hondenwerk bijna alleen nog maar lijkt te bestaan uit apporteren van hazen, eenden en ganzen. Het is te hopen dat de biodiversiteit nog net op tijd gered kan worden zodat de insecten weer terug kunnen keren in de velden. En dat de predatoren ook op alle terreinen van Staatsbosbeheer , Natuurmonumenten en Provinciale Landschappen bestreden kunnen worden, zonder jacht geen weidevogels.

Aanwijzingen

Er wordt voor vandaag slecht, erg slecht weer verwacht. Zelfs een grote kans op onweer.
Regenkleding mee, wat extra kleding, want je weet nooit waar je bent in het veld als het zwerk openbarst.

Ik ben al vroeg op pad naar de tussenstop , Battenoord, de parkeerplaats op de Grevelingendam. Vanaf daar zal ik verder rijden met mijn jacht- en hondenmaat T. Als ik de parkeerplaats opdraai staat hij al te wachten. Hij kijkt op zijn horloge en zegt: “Je bent te laat”. Dat klopt, we hadden 08.15 uur afgesproken. Het is 08.17 uur.

“Voorlopig valt het weer nog mee”, zegt hij als we op weg zijn voor het laatste traject van de reis. Wat heet meevallen, ik moet zelfs de zonneklep van de auto gebruiken en mijn zonnebril opzetten.
Als we bij Kruiningen de snelweg afdraaien zien we al de eerste fazanten en even verderop een stel rammelende hazen.

Aangekomen bij de plaats van samenkomst meld ik ons bij de organisatie. Het lijkt zo simpel, zo’n wedstrijd organiseren, maar het is niet gering wat voor een werk er door vrijwilligers, meestal achter de schermen, wordt verzet. Vandaag is de wedstrijdleiding in handen goede bekenden van mij en de keurmeester/gedelegeerde  is een jachtmaat van me.  Ik maak kennis met een lid van de jachtcombinatie, die geheel belangeloos hun veld ter beschikking hebben gesteld voor deze wedstrijd. 

T. heeft inmiddels onder de deelnemers en kijkers een aantal oude bekenden ontdekt. Jaren hebben ze elkaar niet gezien, maar dat is aan de geanimeerde gesprekken niet te merken. Oude verhalen en nieuwe grappen vliegen over en weer. Het is zo gezellig dat we bijna niet horen dat de wedstrijdleider het woord heeft genomen om de dag te openen. Hij legt de spelregels uit, niet die van de ORWEJA -die worden iedereen geacht te kennen-, maar over hoe we ons gedragen, onder elkaar, in het veld en naar mogelijke voorbijgangers. Een soort weidelijkheid onder voorjagers dus. Hij doet dat kort, helder en duidelijk en eindigt met: “En wie zich daar niet aan houdt, kan direct inpakken en vertrekken”. Heerlijk vind ik dat, duidelijkheid, daar snakken we naar in dit land.

Het zonnetje schijnt nog steeds als we in colonne vertrekken naar de eerste drift. Er zijn vandaag negen deelnemers. De keurmeester heeft er de sokken in, want de eerste hond is al aan het werk als de laatste deelnemers nog bezig zijn hun auto te parkeren. We zien dat het niet eenvoudig zal zijn vandaag: het miegelt er van de hazen. Om voor een kwalificatie in aanmerking te komen is (voldoende) hazenreinheid altijd al een must, maar dat geldt vandaag zeer zeker.
Een apport
Een enkele hond krijgt een kans op fazant en/of patrijs hoewel die kansen niet altijd tot een punt leiden. Soms ligt dat aan de hond, soms aan de voorjager. De hond snapt dat direct, sommige voorjagers niet altijd. Als alle honden een loop hebben gedaan, besluit de keurmeester dat hij vier van de negen honden na de lunch nog een keer wil zien lopen.

Het is een gezellige groep mensen, die elkaar succes gunnen en tijdens het wachten op hun beurt elkaar mooie jacht en hond gerelateerde verhalen vertellen. Met de nodige humor worden de resultaten van de deelnemer die in het veld is van commentaar voorzien. U weet wel, van de beste stuurlui.

Na de lunch gaan we naar een ander deel van het veld. Naast de weg waar we parkeren zien we een grote groep goudplevieren in het veld. Het zonnetje schijnt prachtig op hun goudkleurige veren, hun buik is al zwart gekleurd, hun broedkleed, maar ze zullen nog verder moeten naar hun broedgebieden in Scandinavië en Rusland.

Een van de honden staat prachtig voor op een haan, wat echter noch door de voorjager, noch door de keurmeester kan worden gezien door de terreinomstandigheden. Twee andere voorjagers slagen er wel in het werk van hun honden goed te presenteren aan de keurmeester.

De nazit is ook een belangrijk deel van het veldwerkgebeuren. Niet alleen voor de nabespreking door de keurmeester -prachtig verbeeldend doet hij dat; je ziet de loop van de honden zo weer voor je- en de bekendmaking van de uitslag, maar minstens ook door het samen zijn. Vriendschappen ontstaan en worden hernieuwd. 

Een jonge voorjager uit mijn dorp haalt met haar Langhaar een kwalificatie. Toch is ze niet helemaal tevreden, ze vindt dat de hond beter kan, beter moet. “Over twee weken is er de laatste voorjaarswedstrijd en eigenlijk zou ik nog even de puntjes op de i willen zetten. Maar ja, Theo, er zijn niet zoveel geschikte velden waarop ik kan trainen”, zegt ze. Nou weet ik in ons veld wel een paar hoekjes waar inmiddels territoriale hanen lopen. De hennen broeden nog niet, dus ik zou kunnen… Maar ik wil eerst even overleggen met mijn maten voordat  ik iets beloof. Voorlopig volsta ik met een knipoog. Mooi dat je zelfs daarmee al iemand gelukkig kan maken, voorlopig.

Als we naar de auto lopen vallen de eerste druppels. Onderweg blijkt de weermensen het gelijk toch aan hun zijde hebben, de druppels gaan over in regen en de regen gaat over in stortregen. Ik zet T. af bij zijn auto en rij met zwiepende ruitenwissers naar huis.

Daar vraagt mijn vrouw: “En, hoe was het vandaag?’
“Een dag met een gouden randje”, zeg ik.

Nabespreken

©TheoM
één moment...