Soms hoef je het geluk geen handje te helpen

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
De vraag kwam op het laatste moment.
Niet “kom je jagen”, maar “kom je helpen”.
Varkens waren er, overal.
En dus ook schade. Volop schade.
Begin oktober hadden we er al een drukjacht.
Negentien varkens lagen er op de Strecke, te weinig vonden de gastheren, toen.
Ze hadden gelijk, want toen we arriveerden in A. zagen we het al toen we nog in het dal waren.
Overal wroetsporen. Dat waren geen paar varkens teveel voor een jachtpachter, maar veel te veel.
Zo zie je maar, de een zou best wat meer varkens in zijn veld willen hebben, de ander is ze liever kwijt dan rijk.

In oktober had ik nog, tevergeefs overigens, geprobeerd het geluk een handje te helpen. Dit keer kwam ik weer, maar nu op verzoek van L., naast hem te staan. Hij vond het een beetje risicovolle plek om daar met een onervaren of schietgeil type te staan. En, hij had de verwachting dat we daar óf, op een superplek zouden staan, of op een “richtige Tote Hose Stelle”, afhankelijk waar de varkens zich die ochtend in het veld zouden ophouden.

We kwamen aan het eind van een valleitje te staan, waar de bosschage ophield en overging in een wintertarwe-akker, het bos op een 300 meter afstand. L. stond echt op de kop en ik stond daar net naast, een andere positionering kon niet vanwege de terreingesteldheid We konden elkaar net zien en zouden, als er varkens zouden komen maar heel weinig tijd voor schoten hebben. Eerst konden we niet schieten, omdat we dan een risico voor elkaar zouden zijn. Dan hadden we mogelijkheid tot schieten, maar niet te lang, omdat we ze dan door de heuveligheid van de akker al snel niet meer zouden zien, om ze daarna weer te zien, maar dan aan de kim, dus geen kogelvang.

L. heeft zijn zoontje bij zich, gek op jagen!
Maar ook een ongelooflijke kwebbel, hij ratelt maar door.
“Waarom dit, hoe zo dat, weet je nog, vertel nog eens over…”

Maar dan, opeens het geluid van een jankende hond, hetzend.
“Sau”, hoor ik een drijver roepen, “Sau”.
Onmiddellijk stuwt de adrenaline mijn hartslag omhoog, ik zie ze nog niet, maar hoor ze wel. Het is alsof er een kudde paarden zich een weg baant door het struikgewas.
Opeens zijn ze er, de rotte blijft even staan aan het eind van de bosschage, waardoor ze de spanning opvoeren: gaan ze eruit of niet.
Dan springen ze vooruit. L. en ik moeten even wachten met het eerste schot.
Dan knallen onze geweren en de big waar ik op richtte zie ik over de kop gaan.

Hergrendelen, loeren op nog een kans op een big, maar ik zie dat de zeug kreupel is.
In een flits bedenk ik dat L. die waarschijnlijk aangeschoten heeft.
Ik pik haar op en het tweede schot vliegt er uit. Ook de bagge ligt.
Hergrendelen; een big oppikken en weer een schot, maar de big gaat door, mis denk ik, jammer.

Pff, ik probeer weer normaal adem te halen.
Maar het duurt toch even eer mijn hartslag weer een beetje normaal tempo heeft.

Gedurende de rest van de drift vallen er nog genoeg schoten, maar wij zien geen varkens meer.
Wel reeën, in totaal ca. 20 stuks.
Prachtig gezicht hoe ze wel in tempo, maar niet in paniek de akker oversteken richting het bos.
Een paar lopen echter gewoon de akkers in de verte op en blijven daar staan.
Als de drift bijna afgelopen is, komen er zelfs al drie terug lopen, gewoon weer de drift in.

Telefoon: einde drift.
Ik loop naar L. toe. Zijn zoontje zegt: “Mijn vader heeft de bagge doodgeschoten, die jij had aangeschoten. Niet zo mooi Theo, waarom deed je dat?”
Bij-de-handje, maar waarschijnlijk vertolkte hij wel de mening van zijn vader.
 

Ik zeg L. dat ik precies het zelfde had gedacht, nl. dat hij…
We lopen naar de zeug en wat blijkt, we hebben er alle twee (bijna) tegelijk op geschoten.
Hij van links en ik van rechts.
We zien dat de zeug een oude wond heeft aan een achterloper.
Daardoor is het haar niet mogelijk dit been te strekken.
En dat was de oorzaak waardoor zowel L. als ik dachten dat…

 
Bij L. liggen nog twee biggen, samen met die van mij en onze gezamenlijke zeug dus een fantastisch resultaat. De biggen, ca. 30-35 kg. zijn nog wel over de akker omhoog richting het bos te slepen, maar met de zeug, ca. 65 kg. gaat het ons tweeën in de dikke klei van de akker niet lukken.
We lopen wel naar boven om te markeren waar ze ons straks kunnen komen helpen om met de quad de buit te vervoeren naar de Streckeplatz.
Dan roept het zoontje roept: ”nog één”. Het is de big, die eerder uit mijn zicht was verdwenen en  op zo’n 75 meter, net achter een heuveltje, lag 
Wat een post. Zeug, 4 biggen en er waren 3 biggen ontkomen.


©TheoM
één moment...