Schotland (2) - Wat gingen we er doen, waar verbleven we?

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Die zomer was het er niet van gekomen, vakantie, en zo kon ik mijn belofte om de geweren van mijn overleden zwager P. naar zijn zoon in Schotland te brengen inlossen en wilden we dat met een vakantie combineren. Dat van vakantie was trouwens een dwingende eis van MevrouwM: “als je maar niet alle dagen gaat jagen”.
Het gaat om de details, dus zo gesteld kon ik dat makkelijk beloven. Niet alle dagen.
En dan was er ook nog een hond, die moest manieren bijgebracht worden. Ik ging ervan uit dat het zou moeten lukken, want het is, met alle respect overigens, een labrador. Hij heet Ollie en is 1 jaar oud, maar onafgericht en hyper. P. is een uitstekende jager en stalker, maar een hondenman is hij absoluut niet, net als zijn vader overigens.
P. had eerder al eens een spaniël, die het prima deed op de jacht en een zeer gezeglijke hond was. Maar dat was hij pas geworden nadat hij enkele maanden voor heropvoeding naar een collega jachtopzichter was gestuurd. Na verloop van tijd dacht P. dat hij het nu wel snapte hoe het werkt met een hond en hij nam een tweede hond. Een Jachtterriër! Het resultaat laat zich raden: meer dan een “sigaarmachine” werd het niet. Hij scheet zelfs op tafel!
Nu was Ollie er dus, P. had veiligheidshalve gezegd dat het de hond van zijn vrouw en kinderen was en dat hij er zich niet mee zou bemoeien. “Klote hond”, zei hij, ter introductie, waarop ik zei dat elke baas de hond krijgt die hij verdient. “Precies”, zei hij, “mijn hond is het niet”. Ik krijg jou nog wel vriend, dacht ik toen.
De geweren werden afgeleverd en het consent voor ontvangst door P. laten ondertekenen. Ik vroeg hem hoe het nu verder ging, in Schotland. Nou dat bleek erg simpel. Een telefoontje naar de Politie. Scan van het ondertekende consent naar de Politie en het advies om de geweren zelf maar op zijn licenses bij te schrijven. Bij de verlenging volgend jaar zou hij wel nieuwe -gecompleteerde- licenses krijgen.
Dat gaat bij ons wel anders, daar gaat men niet uit van vertrouwen gecombineerd met simpel en efficiënt. Leve de bureaucratie.
En dan de jacht. Niet alle dagen, dat mocht niet van MevrouwM, maar P. zag nog wel wat roodwildmogelijkheden voor mij binnen het afschotplan van de Estate. En er liepen nog wat Sika’s rond. Het was mij nog nooit gelukt een Sika-hert te kunnen schieten…
Waar verbleven we?

Helemaal in het hoge noorden, ver weg van de bewoonde wereld. Inverness is daar dé stad, met 72.000 inwoners, maar het ligt altijd nog op een afstand van ruim anderhalf uur rijden. (in perspectief: in die tijd rijd ik hier van de kust naar Nijmegen…). De dorpen in de omgeving liggen allemaal op 10 mijl, of veelvouden daarvan, afstand. Die afstand stamt nog uit de tijd van de postkoetsen toen dat wisselplaatsen en postiljons voor de paarden waren, telkens ca. 2 uur gaans (voor paarden) uit elkaar. Nadien zijn er geen plaatsen bijgekomen, alleen maar verdwenen, maar daarover later meer.

P. woont daar al een jaar of 15, samen met zijn vrouw en kinderen. Eerst als (head)gamekeeper, tegenwoordig in de meer omvattender functie van Estate-manager van een landgoed van ruim 10.000 ha, terwijl er ook nog ruim 4.000 ha. wordt bijgehuurd.

De Estate is privé-eigendom van een industrieel, groot geworden in de business van koeltrailers.
Het landgoed bedruipt zich door de jacht, de visserij en een hertenfarm. Betaalde jachtgasten komen hier eigenblijk niet voor; aan gasten en relaties van het concern worden verblijf- en jachtmogelijkheden aangeboden. De zalmvisserij op het Loch en de rivier worden wel verhuurd. En tegen prijzen die ik als jager niet voor mogelijk houd: tot ca. £ 14.000 per week, maar dan heb je ook wat: verblijf, elke dag een ander stuk (“beats ”genoemd) van het Loch en de rivier, zodat je echt in je eentje kan vissen: er komt daar dan niemand anders en je wordt vergezeld door een Ghillie. In Schots Gaelic betekent dat zoveel als dienaar en dat is hij ook. Zijn taak is om je te brengen naar de plaatsen waar de vis verwacht wordt, hij verzorgt je lunch, desgewenst doet hij de vliegen aan je hengels opdat je kan doorvissen - gelijk een loader bij de fazantenjacht. En tenslotte brengt hij je ’s avonds terug naar de lodge of een cottage, niet onbelangrijk als je een glaasje gedronken hebt.


 
Oorspronkelijk had de Estate ook nog een 150 - 200 koeien en zo’n 1.500 - 2.500 schapen, afhankelijk van de tijd van het jaar. De veeteelt is echter ca. 10 jaar geleden beëindigd, om daardoor de leefomstandigheden voor het roodwild te verbeteren. Op de heuvels is er daardoor veel minder voedselconcurrentie (schapen) en een deel van de wei- en hooilanden(koeien) is bereikbaar gemaakt voor het roodwild. Dat, gecombineerd met voortdurende selectie, heeft er sindsdien geleid tot een - voor Highland-begrippen - sterker hert met meer gewicht, massa en enden.

Een deel van de weilanden wordt nu gebruikt als hertenfarm, waar inmiddels zo’n 200 dieren lopen, jaarlijks goed voor ca. 160 kalveren die kort voor de bronst apart worden gezet. Het vlees van dergelijke herten is ca. tweemaal de waarde van dat van het geschoten wild.



De landerijen bestaan eigenlijk alleen uit kale heuvels, geen boom groeit er, daar zorgen de herten en zorgden de schapen wel voor. Als er bomen staan komt dat doordat er rasters omheen staan of stonden. Maar deze bossen zijn aan het eind van hun Latijn, stormen slaan er gaten in en van de ene open plek komt de volgende. De storm van 9/10 januari heeft vreselijk in de laatste bossen toegeslagen.
Er was al een project gaande een project gaande om de bossen te kappen en te vervangen door maar liefst 220 ha. nieuw bos, maar deze storm heeft de zaak in een enorme stroomversnelling gebracht. Met dat project is een investering van ca. £ 1 miljoen gemoeid, naast de subsidies natuurlijk…





De heuvels zijn bedekt met heide dat groeit op hoogveen. Ongelooflijk nat, je zou daar zelfs op de hei kunnen verdrinken. Omdat al jaren geleden besloten is om de aandacht helemaal op roodwild te richten, geen hei meer te verbranden voor de grouse. Die komt dus niet meer voor in de aantallen van vroeger, toen hier zelfs nog hondenwedstrijden georganiseerd werden omdat er hier volop kansen voor hen waren om punten te scoren. De georganiseerde fazantenjacht (tot voor enkele jaren nog zo’n 400 stuks per jaar) en eendenjacht (500 stuks) behoren inmiddels ook tot het verleden; alle focus op het roodwild en zalmvisserij.





P. had ons aangeboden om bij hem in huis te verblijven, maar dat willen we niet, hoewel hij ruimte genoeg had in zijn huis. We zouden daar immers bijna 3 weken verblijven en kennelijk kende hij het oude gezegde niet: visite en verse vis blijven slechts 3 dagen fris…





Daarom verbleven we in de Woodsite Cottage, klein maar functioneel en van alle gemakken voorzien, hetgeen voor iedereen garantie op (meer) privacy bood.



Nou, U weet dus waar we zitten; het kan beginnen…

©TheoM
één moment...