Schotland (15) Wat een dag

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Moeilijk op papier te krijgen, dit verhaal, omdat het gaat over twee jagers, ieder met hun eigen beleving, dat zich moeilijk in één verhaal laat pakken. Ik probeer het daarom maar in tweeën.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee: het is daardoor nogal een uitgebreid epistel geworden.

Wat een dag (1)


We gingen de heuvels in. P., zijn zoon S., die als ghillie zal functioneren, mevrouwM en ik.
Eerst met de auto, Argo op de aanhanger. We stoppen langs de weg, in de buurt van de rivier. De bronst is nu echt op zijn hoogtepunt, geburl, overal. Met de kijkers zijn de roedels al snel gespot, en de herten die daarbij lopen. Met een geweldige kijker, die hij op zijn autoraam klikt zoomt P. op de herten in. Maar hij kan nog geen keuze maken.

Verder rijden we, meer de heuvels in. Langzaam rijden we door de rivier, die door het mooie weer van de afgelopen weken nog maar weinig water heeft. In plaats van even goed naar een doorrijdbare plaats te kijken rijdt P. de rivier in. Die is daar toch dieper dan hij verwachte: “Dear, o dear”, zegt hij, we redden het net droog aan de overkant te komen. Daar blijven we weer een tijdje staan. Het is bijna windstil, niet erg gunstig dus, en de heuvels zijn vol roodwild, ook niet erg gunstig. Het kan soms ook te veel zijn. Het zijn vooral de hindes die de boel scherp in de gaten houden.

P. besluit dat we te voet verder gaan. Hij wil zo halverwege de heuvels komen om daar te proberen in de roedels op te gaan en dan een keus te gaan maken. In ganzenpas lopen we achter elkaar aan. P., dan mevrouwM, want die zal proberen een hert te gaan schieten. S. en ik lopen daar weer achter. Het geeft mij de gelegenheid wat foto’s te maken.



Opeens staan we stil. MevrouwM heeft -als enige- wat gezien. Ze maakt P. fluisterend en met een beweging van haar hand iets duidelijk. Later begrijp ik dat ze meent net over het heuveltje naast ons het gewei van een hert te hebben gezien.

Nadat P. het geweer uit het foedraal heeft gehaald P. gaan ze samen voorzichtig wat verder en ze kruipen het heuveltje op. Ze gaan liggen en ik zie dat de pootjes van het geweer worden uitgeklapt.



Dan begint het grote wachten, althans zo voelen de minuten die nu voorbijgaan. Ik zie dat ze een paar keer gaan verliggen. Ik bespeur ook wat onrust bij ze, waardoor dat veroorzaakt wordt weet ik niet. Ze kruipen nog wat verder tegen een heuvel op, ik kan ze nu niet meer zien.

Nog steeds geen schot, hoewel ik het idee krijg dat er wel een hert onder schot wordt gehouden. S. kan het niet meer houden en kruipt ook voorzichtig naar het duo toe. Ik hoop maar dat hij niets verprutst, want anders zou het zo maar kunnen dat hij van zijn vader te horen krijgt dat deze stalk voor hem laatste van dit seizoen is…

Zo sta ik daar dus, alleen in een dalletje onder aan een heuveltje. Iedereen in opperste spanning, maar ik ben de enige die niets ziet.



Dan, opeens, komt het drietal terug kruipen.
P. schut zijn hoofd en fluistert tegen mij dat een schot niet lukte, maar verderop meent hij een Royal gezien te hebben. Die is niet vrij, tenzij heel oud, maar zo niet, dan lopen er vast nog wel wat afschotherten bij, want hij zag ze nabij de betere gronden langs de rivier.

We zakken dus langzaam de heuvel af, de zon komt langzaam door de hoge nevel heen en het wordt direct een stuk warmer. Ik ben blij dat ik smidge bij me heb, want de midges zijn er ook direct.
De wind is echter ook opgestoken en dat betekent, dat we toch een stuk om moeten lopen.
P. gebaart S. en mij dat we achter moeten blijven en hij gaat alleen met mevrouwM verder.

Voorzichtig schuiven S. en ik steeds een stukje op, zodat we het duo toch in de gaten kunnen houden. Op een gegeven moment zijn we ze kwijt. Ondanks de orders nemen we de oversteek van een dalletje, kruipen om een heuveltje en krijgen het duo weer in het oog. Ze zijn naast een steen gaan liggen. Toeval of niet: die steen is grijs. Wachten, wachten.



Dan is daar opeens het schot, de geluidsdemper doet z’n werk.
Maar het duo beweegt niet, er is doorgeladen, maar doodstil blijven ze liggen. Pff..., je kan beter zelf schieten dan zo in spanning zitten over iets waar je toch niets aan af, of toe kan doen.

Na een minuut of 5 komen ze overeind. S. en ik lopen naar hen toe. En zien P. zijn tante de hand schudden. Binnen! Zo lijkt het.

Ze lopen al voor ons uit naar het hert, als ik bij de plek kom waar ze eerder lagen en zie hen -best ver- in de richting van een kleine bruine vlek lopen. Ik maak wat foto’s en loop snel verder achter ze aan.



Als ik bij ze kom is mevrouwM de spanning nog steeds niet kwijt. Een hand kan ervan af, tijd voor een zoen heeft ze niet. Het hert blijkt een oud-volwassen 11 pointer te zijn, oud en geen Royal dus daarom heeft P. hem vrijgegeven. 



Vakkundig en snel ontwijdt hij het hert, dat tijdens die handeling lucht uit zijn longen laat ontsnappen. Ze is weer bijgekomen van de emoties, want mevrouwM zegt: “Dat had ik vroeger ook als ik bezig was mensen af te leggen”, P. komt niet bij…

S. wordt er op uitgestuurd om de Argo op te halen en we hebben ruim 20 minuten om over de twee pogingen, het schot en de buit te praten. Als hij terug is laden we het hert in de Argo.
P. besluit dat we nu eerst weer een flink eind omhoog de heuvels in gaan, want hier laag zijn we nu te veel in het oog van het daar verblijvende roodwild gekomen.

Na een half uur rijden stoppen we en P. besluit dat we hier blijven. Kwestie van rust brengen op de heuvels. En, mooi meegenomen, dan kunnen we ook lunchen.

Na de lunch observeren met de kijkers. Boven en naast ons zien we roodwild. Boven ons is eigenlijk jammer, want als je daartoe de kans hebt kan je roodwild het beste van boven benaderen. Het lijkt alsof ze dan minder op je letten, hoewel je natuurlijk dan wel wat extra dekking moet kunnen vinden.

Toch besluit P. naar boven te gaan. MevrouwM en S. blijven in de Argo achter. S. wordt op het hart gedrukt dit keer absoluut niet te volgen, P. had kennelijk niets gezegd, maar wel gezien wat de jongeman eerder gedaan had.

P. en ik lopen achter elkaar aan. Vreemd eigenlijk, dat landschap daar. Het lijkt min of meer vlak, maar als je erin loopt is er toch best veel reliëf. Heel voorzicht gaan we voort.
We horen geburl en gaan even liggen. Tegen de horizon zien we een grote roedel met een paar herten. Ze zijn nogal druk en geleidelijk verdwijnen ze achter de horizon. Verder gaan we. Maar al snel liggen we plat. Roodwild recht voor ons en rechts naast ons.

Voor ons kunnen we zien, maar te ver weg. Rechts naast ons krijgen we niet te zien, maar in de slenk waar ze lopen horen we voortdurend geburl, dichtbij. We denken dat we ze niet kunnen besluipen, het is maar één heuveltje over, daar lopen ze. Maar ze zitten ons eigenlijk ook in de weg als we de roedel voor ons willen besluipen. Als we dat doen heb je de kans dat “rechts” ons ziet en verraadt, waardoor we op beide roedels geen kans hebben. Terug is eigenlijk ook geen optie meer.

“Crawl”, sist P.
Nu ben ik ooit een goede zwemmer en waterpoloër geweest, maar dat was in het water. En ik heb ook nog eens beroepsmatig nogal wat moeten tijgeren, maar dat was vroeger. Enfin, ik denk dat we minstens 200 meter hebben getijgerd. Zo plat mogelijk op de grond. Door en door nat ben ik van het zweet en mijn hartslag…

Dan zien we de roedel weer. Ongeveer 25 hindes en vier herten daarbij.
P. knikt. We gaan ons installeren voor een schotpoging. Maar dan zien we rechts hindes omhooglopen. Zal dat dezelfde roedel van net “rechts ”zijn? Hoe dan ook, van schieten kan nog geen sprake zijn. Het duurt best lang (klokkijken is dan geen optie), minuten gaan traag voorbij. Uiteindelijk is die “rechtse” roedel met een Royal en 2 bij-herten over de kam heen.

Het plaatshert bij de roedel voor ons is een volwassen 8-pointer. Een van de bijherten is een jonge 10-pointer. P. geeft mij het plaatshert vrij. Vanaf dat moment gaat het snel. Het hert zit, maar komt weer in de benen als één van de bijherten te dicht bij zijn hindes komt. Hij drijft hem weg en komt weer rustig teruglopen naar zijn dames. Als hij dwars staat schiet ik en het hert ligt bijna direct, slaat met zijn lopers en blijft stilliggen.

Dan begint weer een periode van lang wachten, want de roedel is nauwelijks verontrust. Maar uiteindelijk trekt ook deze roedel over de kam van de berg, het volgende dal in.
We staan op en zwaaien naar de achtergeblevenen in de Argo. Al snel komen die naar ons toe rijden en we lopen naar het hert.



Ontweiden en in de Argo laden en terug naar de auto en daarna naar de larder, waar we de herten verder uithalen en de koppen klaarmaken voor preparatie. Wat een dag.




Wat een dag (2)


De ervaring van mevrouwM opschrijven is niet moeilijk. Ik heb de afgelopen tijd talloze malen gehoord hoe ze aan vrienden en bekenden (aan de telefoon of live) haar verhaal deed.

Joh, dat had ik ook nooit gedacht. Dat ik ooit een hert zou schieten. Maar toen P. vroeg of ik er ook een zo willen schieten, dacht ik: het is nu of nooit. Dus ik zei ja. En, wat ik ook niet verwachtte is dat als het moment van schieten nadert, je emotie ook veranderd. Je gaat dan schieten en dat moet secuur en goed, geen tijd voor sentimenten. Wel voor emoties, hoor.

Nee, joh. Ik had nog nooit eerder geschoten. Ja, op blikjes, vroeger, thuis. Maar P. heeft mij laten proefschieten. Heel rustig legt hij alles uit. De veiligheid en hoe het geweer werkt. Hoe en waar je moet mikken. En dan ga je bij de Lodge schieten op een houten hert. Nou, dat ging prima: drie schoten, dichtbij elkaar. Ik hoefde toen niet verder te schieten, volgens P.

Nou, dat hert was best wel ver vond ik. Volgens P. op zo’n 90 meter, “about 100 yards”, zei hij, ja, hij praat een onvoorspelbare mengeling van Nederlands en Engels, zijn Nederlands slijt een beetje, vind ik.

We gingen met z’n vieren de heuvels in. Het was een beetje nevelig en er stond geen wind, dat was niet zo gunstig, maar later kwam de zon door en begon het te waaien. De auto bleef bij de rivier staan en we gingen met de Argo verder. Dat is een soort tractortje, met 8 wielen. Het komt overal door heen.

Daarna gingen we lopen, ik direct achter P. Stilstaan als hij stil staat en proberen precies achter hem te blijven. Soms zag hij wat en dan ging hij even alleen kijken om daarna weer bij ons terug te komen. Wij moesten ons dan in de dekking houden.



Soms moet je dan schuin achter hem lopen, omdat het wild je kan zien maar we toch verder moeten. Op die manier zouden ze er dan hopelijk maar één in plaats van vier zien. Ja, joh, echt spannend.

Opeens zie ik rechts naast ons de enden van een gewei. Ik geloof niet dat de anderen dat zagen. Ja, joh, heel dichtbij. Ik waarschuw P. en wij gaan met z’n tweeën iets verder een heuveltje op, kruipend. Ja, in de hei, maar nat! Uiteindelijk liggen we naast elkaar en kunnen de herten zien. Nou, ik denk niet meer dan 30 meter bij ons vandaan, ik kon ze ruiken, zo dichtbij liepen ze. Zo’n stuk of 15 denk ik. P. zegt dat ik dit hert mag schieten.

Je ligt dus op je buik, geweer voor je. Dat staat op pootjes. Dan moet je het hert proberen in je kijker te krijgen, nou, dat was een ramp. Het stond geen moment stil, bleef maar lopen. Ik moest zelfs een paar keer gaan verliggen om hem weer in beeld te krijgen. En dan zit P. ineens onder de teken, blijkt dat hij in een tekennest is gaan liggen. Ik zeg tegen P. dat ik niet denk dat het mij gaat lukken. Hij besluit dat we teruggaan, dat deden we kruipend om de boel niet te verstoren. Met een mes probeert P. de teken, kleintjes waren het nog, van zijn hand en arm te krijgen.

We gaan verder, want daar heeft P. nog een roedel gezien. Ja, hoe hij dat allemaal ziet, ik was bezig met “mijn” hert en hij ziet in de tussentijd ook nog andere mogelijkheden, daar had ik helemaal geen tijd voor…

Theo en S. moeten daar achterblijven, want er is weinig mogelijkheid om je weg te houden. Voorzichtig lopen we, van heuveltje naar heuveltje, steeds door de dalletjes. Uiteindelijk liggen we naast elkaar naast een grijze steen. O, ja, dat was ik nog vergeten te vertellen. Ik vond kijken door de kijker met een petje op niet prettig. Dat hoefde ook niet, had P., gezegd, want hij zou mij dan wel naast een grijze steen leggen. Het kreng!

Het was een hert met een groot gewei, begreep ik, maar ik mocht het toch schieten, van P. Maar ja, het hert lag en bleef liggen. Dat liggen mag ik van Theo niet zeggen, grofwild ligt niet, het zit. Als het ligt is het dood, nou ja. Wachten. Pfff, spannend hoor, al die tijd hou ik hem in de kijker. Maar P. zegt dat ik moet relaxen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

Dan staat het hert op en P. zegt mij dat ik nu zelf mijn moment moet kiezen.

Als ik schiet, blijf het hert gewoon staan en het loopt langzaam weg. Ik moet hergrendelen van P. maar nog niet schieten. Mens ik lag gewoon te shaken. Ja, dat zei P. later ook: ik trilde van kop tot teen. Langzaam loopt het hert van ons weg en P. zegt dat als hij dwarst, ik nog maar eens moet schieten. Maar dan opeens valt het hert om. Hij tilde nog een paar keer zijn kop op en blijft dan liggen.

P. geeft mij en hand en Theo en S. komen eraan.
Wij lopen vast vooruit naar het hert, wat een beest…, best emotioneel, dat ik dat gedaan heb.
Het hert wordt ontweid en P. smeert mijn gezicht in met bloed (zweet! zegt Theo) en geeft mij een hand. Ja, die zat toen ook onder het bloed. Nee, dat is traditie bij mensen die hun eerste hert schieten. Je moet dat laten zitten tot het donker wordt…

S. haalt de Argo en we rijden verder en gaan een poosje later lunchen. Daarna is het de beurt van Theo. Wij moeten in de Argo blijven en zij gaan samen op pad. We kunnen ze soms wel en soms niet zien, maar uiteindelijk zien we ze, kruipend, een heel eind. Als ze liggen zien we naast hen steeds een hert, dat staat te burlen, zien we, maar te ver weg: we horen het niet.

Wat P. en Theo precies doen, weten we niet, maar het wachten duurt heel erg lang. Dan is er opeens een schot, maar we mogen pas komen als P. een seintje geeft. Nou dat duurde ook nog een hele tijd, wat kan wachten langduren…

Maar dan mogen we komen en we zien dat Theo ook een hert geschoten heeft.



Ja, joh, dat hert van mij was veel groter, maar P. zegt dat er altijd een verschil moet zijn, de schat.
Echt, ik hoef nooit meer een hert te schieten, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb. Het is een ervaring uit duizenden, een om nooit te vergeten. Wat een dag”.

©TheoM
één moment...