Schotland (14) Sika, een onverwachte wending

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Donderdagavond, er zijn nog drie volle Schotse dagen te gaan.
We zitten aan het avondeten en “evalueren” de dagen tot nu toe.
Onverwacht prachtig weer, goed gezelschap, het eten & drinken, de tochtjes, de feestjes, het vissen, het palingroken, de jacht, onverwachte gebeurtenissen.
Kortom er viel eigenlijk geen minpunt te benoemen.
Maar P. stipt er toch één aan: “No Sika, so far, Theo”.
“Ik heb mij er eigenlijk al bij neergelegd,” zei ik hem.
Een mens kan niet alles hebben, en -visje voor de toekomst- misschien komt het er een andere keer van. Maar P. vindt dat we er toch zaterdag nog maar eens flink op uit moesten…

Het gesprek rolt rustig verder, totdat.
Totdat P. aan mevrouwM vraagt of zij misschien ook nog een hert wil schieten.
Ik zie haar naar mij kijken, maar ik kijk de andere kant uit. Wat is namelijk het geval? Zij is de dochter van een beroepsvisser en -jager, haar broers jaagden, man en neven jagen, kortom het jagen zit er al generaties in en is haar met de paplepel ingegoten. 
En wild, daar is ze gek op, vooral op haar bord. En in dat laatste zit ‘m de kneep. 
Bord dus en steeds minder in het veld. Regelmatig ging ze mee als drijfster en voorjaagster, maar dat wordt de laatste tijd wat minder. Ze vindt het steeds zieliger worden als zo’n haas huilt. Ze gaat nog wel mee, maar … En daar komt dan nog bij: hoe groter het wild, hoe zieliger. Ik ben benieuwd hoe zij zich hier uit gaat redden.

Nou, ik val bijna van mijn stoel als zij zegt: “dat zou ik heel leuk vinden”.

“Mooi,” zegt P. “dan gaan we morgen proefschieten en gaan we er zaterdag op uit”.
“We maakten zojuist een andere afspraak voor zaterdag, P.”, probeer ik nog, maar het helpt niet. “First things first”, zegt hij en “by the way, je mag ook mee hoor.”

Vaste prik op de Estate. Hoe ervaren je ook bent, altijd proefschieten.
Daarvoor hebben ze een hert, dat staat in een hok. De schutters worden geposteerd op een heuvel, zo’n 80 meter van het hok vandaan. Als de schutter zich begint af te vragen waarop hij moet gaan schieten, zwaait de deur van het hok open en zie je het hert staan.



Ooit was het een opgezet hert, maar die heeft de tand des tijds en het lood dat niet correct afkwam in de kogelvang op het blad, niet kunnen doorstaan. His et nu een hert van hout, met een schijf van papier op het blad; effectief maar minder echt.



MevrouwM ligt, geweer voor haar.
P. zit op zijn knieën en instrueert haar.
Drie schoten. Prima bij elkaar.
“Enough is enough”, zegt P.
En ze kletsen nog wat, terwijl ik met S. ook nog wat schoten doe.

“En?”, vraag ik.
“Het lijkt een fluitje van een cent”, zegt ze. “Langs het voorbeen omhoog en net daarnaast halverwege de romp schieten. Maar of dat met spanning ook zo is…”. 
Persoonlijk denk ik dat het beter is boven het stuk te beginnen en dan de stip of het kruis erin te laten zakken, maar die wijsheid houd ik maar voor me.

Wel vindt ze het petje bij het schieten een beetje in de weg zitten. “Moet dat echt op?”, vraagt ze. “Ik leg je wel naast een grijze steen”, zegt P. grijnzend, hij heeft kennelijk geen idee heeft hoe gevaarlijk ze kan zijn.

Eerst maar eens met P. en A. uit eten morgenavond, tafeltje gereserveerd.
“Jij rijdt terug”, zeg ik.
“Waarom”, riposteert ze.
“Geen drank voor jou, jij moet de volgende ochtend schieten”, daar heeft ze -dit keer- niet van terug.

©TheoM
één moment...