Reebronst en broedende Purperreigers

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Ja, de eerste tekenen waren er al een paar weken, vooral de (jonge) bokken zonder territorium proberen van tijd tot tijd of een geit er wellicht al aan toe is. Soms achtervolgen ze zo’n geit zelfs fanatiek. Maar voor de geit is dat geen onderdeel van het ‘voorspel’, nee, ze vlucht voor al die opdringerigheid.
De (onervaren) bok heeft nog niet ondervonden dat niet hij, maar dat zíj het meestal is die bepaalt wie de zaaddonor mag worden. En zíj maakt ook uit wanneer hét moment daar is.

Ja, de natuur zit mooi in elkaar. Elke soort heeft zo zijn eigenaardigheden, meestal zijn die gebaseerd op ‘overleving’ van de soort, alles draait om voortplanting en dus ook om eten en gegeten worden Uiteindelijk zijn die soorteigenaardigheden verankerd in hun genenpakket.

Hoewel ook hij slechts één van de ontelbare soorten is, verkeert ‘De Mens’ soms in de veronderstelling dat hij (moreel) verheven is boven andere diersoorten. En dat zijn vooral de exemplaren van de soort die vaak in de stad wonen, die menen dat zij dan weer moreel verheven zijn boven diegenen die de jacht beoefenen. Tja…

Hoe dan ook, de mens is gewoon een diersoort. En dus ook is het logisch dat we meer van dieren weg hebben dan we beseffen of willen toegeven. Ook als het gaat om partnerkeuze en het moment om die verliefdheid te consumeren, is het meestal het vrouwelijk specimen dat bepaald.

Daar herinnerde mevrouwM mij fijntjes aan, toen ze een item op televisie zag over de purperreiger. Het was een item van Vroege Vogels, maar ik ontkwam er niet aan, ik moest meekijken.

“Weet je nog,” zei ze, “dat wij voor het eerst hebben gevreeën tussen de purperreigers?” Natuurlijk wist ik dat, we deden het die zomer zelfs meer dan eens. We hadden daar volop de gelegenheid en tijd voor omdat we een aantal weekenden optraden als ‘oppassers’ in de Bethunepolder, net onder de Loosdrechtse Plassen.

Die polder is een bijzonder stukje natuur, met ongelooflijk veel kwel, ik meen tot wel 750 m3/seconde, ruim 20 miljoen kuub per jaar! Het overgrote deel wordt door de Amsterdamse Waterleiding aan het gebied onttrokken. Ja, ingrijpen in het damwildbestand stuitte op gigantisch verzet van de Hoofdstedelingen. Het ingrijpen in de natuur was volgens hen uit den boze. Zullen ze weten dat ze in die polder wel ingrijpen in de natuur? Of is, om Orwell te parafraseren, alle natuur bij hen gelijk, maar sommige natuur kennelijk gelijker dan andere.



Maar goed, ons vrijen tussen de purperreigers. 
Jarenlang was er in die polder een grote kolonie. En om verstoring tijdens de broedperiode te voorkomen, werd in die weekenden het gebied bewaakt. Mensen die er niets te zoeken hadden werden geweerd om de rust daar te garanderen. Totdat, tweede helft jaren zeventig, er een aantal dingen gebeuren die uiteindelijk tot het einde van de kolonie hebben geleid. 

De terreinbeheerder (Staatsbosbeheer) meende dat er iets moest gebeuren aan de bomen in het gebied. Daarmee werd -om ’nieuwe natuur’ te maken- de broedplek verstoord en aangepast om nieuwe broedbomen voor deze reigers de kans te geven op te groeien. Dat en de aanpassingen in de omgeving om er meer plas-dras te krijgen, waren kennelijk te veel van het goede. 
En ook werd de ‘beveiliging’ in de weekenden in het broedseizoen afgeschaft. Kennelijk was het subsidiepotje uitgeput en daarmee verandert ook vaak het standpunt over de noodzakelijkheid bij de terreinbeherende organisaties. 
Alles bij elkaar betekende het in rap tempo het einde, begin jaren ’80 was het definitief gedaan, van deze grote broedkolonie, die ooit van internationaal belang werd geacht. 

“Maar heb je je nooit afgevraagd waarom mijn vader ons vroeg om in zijn plaats als oppassers te fungeren? Ik zal het je nu maar eens vertellen. Ik deed hem die suggestie. Eerst vond hij het maar niets, maar toen ik zei dat hij de vergoeding kon houden en wij ‘het werk’ zouden doen, stemde hij in.
Zo hadden wij dus een paar weekenden onze ‘broedkolonie’. We hebben er volop van geprofiteerd” zegt ze met een glimlach.

Verbaasd kijk ik mevrouwM aan, nooit had ik ook maar een vermoeden dat zij er toen de hand in had, dat wij het nuttige met het vleselijke konden combineren.

“Ja, mannen denken dat zij de touwtjes in handen hebben en weet je, vrouwen laten ze vaak maar in die waan”.

©TheoM
één moment...