Red de jacht
Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
De jagersverenigingen zijn te reactief en bewezen politiek niet effectief. Het lijkt slechts een kwestie van tijd of de jacht is voorbij.
Ze constateren wel dat de Nederlandse jachtwetgeving strijdig is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Benelux-overeenkomst voor jacht en wildbeheer, maar waar blijft de actie? Leer toch van die jachthaters en start juridische procedures. Daar valt dan toch een wereld te winnen?
De tegenstanders van de jacht verslaan ons ook genadeloos in het bewerken van de publieke opinie. We tellen ons suf, registreren alles, maar als vogelaars vinden dat het niet goed gaat met het haas, dan neemt de Tweede Kamer een motie aan: stop de jacht.
Logisch is het niet van die vogelaars, anti-jacht, terwijl de predatoren de laatste grondbroeders om zeep helpen. De Vogelbescherming durft zich ook niet uit te spreken tegen de grootste vogelmoordenaar: de huiskat. Alles voor het behoud van de donateurs, zal ook daar het motto zijn.
Het is tijd om op te staan. De jagersvereniging waar ik nog lid van ben, de Koninklijke, moet dat deel van de naam weer gaan uitdragen. Laten de Oranjes weer uitdragen dat ze jagen, omdat jacht moet! De grondeigenaren moeten niet meer accepteren dat je oogst wordt vernield en opgevreten, dat schade moeilijk en onvoldoende vergoed wordt. Het clubblad moet weer echt over de jacht gaan en minder een politiek correct magazine zijn. Met weemoed denk ik terug aan de tijd dat de hoofdredacteur Arnold van der Wal (Cartouche) de ruimte nam en afstand behield tot het bestuurlijke deel van de vereniging.
Europa groeit, maar de regelgeving op NL-niveau krimpt, alsof het wild zich aan provinciegrenzen houdt. Daar wordt steeds vaker geen verstandige jacht toegestaan, maar wordt meegedeind op anti-jacht sentimenten om uiteindelijk -te laat en te weinig- te trachten om uitwassen te bestrijden via ontheffingen en vrijstellingen. Regelgeving zo vaak met onnodig ingewikkelde voorwaarden wordt omgeven, dat de boel niet alleen uit de hand loopt, maar ook vaak sneuvelt bij de rechter. Dan komt die overheid met een laatste redmiddel: de opdracht.
Jagers kunnen dan de opdracht krijgen om in te grijpen. Zo’n opdracht is niet vrijblijvend hoor, “De wildbeheereenheid coördineert het beheer door de jachthouders en kan een jachthouder aanspreken op zijn wettelijke inspanningsverplichting. Nalatigheid van de jachthouder kan in het ergste geval leiden tot schorsing of royement uit de WBE en daarmee tot verlies van de jachtakte.” (Citaat van KNJV)
Ik maakte het allemaal al mee, de Jachtwet werd opgevolgd door de Flora- en faunawet, die weer door Wet Natuurbescherming, telkens was het een verslechtering om verstandig te kunnen beheren en benutten en straks wordt de jacht ondergebracht in de Omgevingswet. De directeur van de Koninklijke Jagersvereniging schreef in zijn nieuwjaarsboodschap 2019 nog:
“Het wordt een uitdagend jaar voor de jagers. Dit jaar zal namelijk de politiek opnieuw besluiten over de regels voor de jacht in Nederland, want de wet Natuurbescherming zal opgaan in de Omgevingswet. Wij hebben goede moed dat dit gunstig voor de jagers zal uitpakken.”
Nou, we weten nu, twee jaar verder, hoe het is afgelopen. Geen versimpeling van de regelgeving. Geen uitbreiding van de wildlijst. De jacht zit in de hoek waar de klappen vielen en zullen gaan vallen.
De weddenschap dat het slecht voor de jacht gaat aflopen, win ik, vast en zeker. Ik lees dat de jachtakte vanaf 2022 een ‘Omgevingsvergunning inzake jachtgeweeractiviteiten’ gaat heten. Brr, die naam alleen al, vreselijk.
Jagers hebben zich te veel in het defensief laten dringen. Als het al niet te laat is, dan is het nu dus de hoogste tijd voor actie. Een nieuwe voorzitter en directeur voor de Koninklijke, eensgezind samenwerken met de NOJG. Snel! Want anders kan het boek van de jacht wel gesloten worden.
Schieten, al dan niet in opdracht, dat kan wellicht nog wel, maar ik heb het over jagen; echt jagen, met alles wat daarbij komt.
©TheoM