Pastachoca, vossegoed!

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Ik ben vrijwillig uit de combinatie in Duitsland gestapt. Ik had het er niet meer naar mijn zin. En omdat het met elkaar werken, eten, kameraadschap voor mij een essentieel onderdeel is van de jacht, maar het daar steeds minder van kwam, groei je naar zo’n besluit toe. 
Natuurlijk, het schot hoort ook bij het jagen, maar de jacht is in mijn beleving meer dan het schot, veel meer.
Maar ik betrapte mij er zelf op, dat ik minder ging delen. Bijvoorbeeld hoe het kwam dat ik met voorsprong de beste vossenjager in die combinatie was. Ik hield het toen voor mijzelf. 
Maar nu het er naar uit ziet dat ik toch niet meer in een Duitse combinatie mijn draai zal vinden, wordt het tijd om mijn ultieme ‘wijsheid’ op dat punt te delen.

Als je de Duitse bladen leest, dan zijn er daar volop tips te vinden over de vossenjacht. Verdiep je daar eens in, of bekijk de tips & tricks op YouTube. 

Ik deed op dat punt in de loop van de jaren zowat alles.
Bouwjacht, lokjacht, lichtbak, vallen en kooien, aanzitten, de maisjacht of het uitdrijven van de groenbemester.
En natuurlijk ook de winterse drijfjachten, specifiek op de vos. 

Dat laatste overigens met wisselend succes, want de roodrokken zijn reteslim. En ze zijn vaak al vertrokken nog voor de geweren alle posten hebben ingenomen. Het vergt dus veel van de organisatie om die jachtvorm succesvol te laten zijn.
 

Hegering 2015, 32 vossen

Maar het kan, zoals je op de foto kan zien, hoewel zo’n jacht met sneeuw wel zorgt voor een extra groot tableau.

Maar het meeste succes had ik in een redelijk korte tijd, begin van de zomer. De volwassen vossen, hebben aan het eind van de zoogperiode veel aan te slepen naar hun hol en zelf ook behoefte aan energie.

Daarin kan je voorzien door loederputjes te maken, maar dat vereist nogal wat werk. Want als je wilt dat ze van jouw jachtMac een vaste klant worden zal je die regelmatig moeten (kunnen) controleren en aanvullen. Voeren vraagt dus veel tijd. 

Ik voorzag ze op meerdere plaatsen van energie in de vorm van chocopasta. Daar zijn ze gek op! Op meerdere plaatsen streek ik een dikke klodder tegen een boom. Eens per week volstaat, zo was mijn ervaring. 

Ik begon er mee een paar weken voordat de welpen voor het eerste uit het hol komen. Een oude vuistregel: vanaf Koninginnedag, dat was dus 30 april.

En ik deed dat op de plekken waar ik ze later zou willen schieten, maar ook op de randen van ons veld. Die randen bracht ik geleidelijk meer naar het centrum van ons veld, meer naar de beoogde afschotplekken. Ja, jagen is niet gaan zitten en schieten, je moet er wat voor doen.

En sowieso schoot ik die weken geen oudervossen. 



Nee, maar die kwamen wel bij bijna al mijn voerplekjes, de (suikers in de) chocolade maakte ze tot junks.  
Ze klimmen er zelfs voor in de boom. En ze namen die eerste weken hun welpen mee op voedseltocht. Later komen die welpen als vanzelf ook bij jou langs.
Dat was het moment dat ik mijn bijdrage kon leveren aan de reductie van deze predatoren. De jonge vossen zijn argelozer dan de volwassen, daarop heb je de meeste kans. Ze zullen blijven komen, totdat jij ze schiet. 

Maar het gebeurde wel dat ik dacht alle bewoners van een hol te hebben opgeruimd om opeens toch weer (andere) vossen op de camera te hebben. 

Want vergis je niet, het is ongelofelijk hoeveel kilometer ze in een nacht kunnen lopen. 

De vossen uit de buurtvelden komen dus ook bij jou langs, zeker als de territoriumdrift afneemt. 

En hier en daar een klein likje pasta aan een boom, richting ‘jouw boom” kan ze de weg wijzen.

Dus, mijn geheim-tip:

Pastachoca vossegoed!

©TheoM
één moment...