Nog eens over de wolf.

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Toen in 1999 de Jachtwet veranderde in Flora- en Faunawet, hadden we het al kunnen weten. Flora first, fauna second.
Jagen was eerst ‘normaal’, maar dat werd veranderd in ‘nee’’, tenzij… 
De landelijke overheid kon hiervan afwijken, maar deed dat niet, vossen en ganzen werden niet meer bejaagd en werden al snel een probleem, dat de provincies via ontheffingen of vrijstellingen zouden moeten oplossen. Nou, dat lukte niet; uitgangspunt nee, tenzij, weet je.

Het resultaat van het beleid met de vossen kennen we; nog een paar jaar en weidevogels zijn een exotische verschijning in onze weides, alles beter dan jacht. Waar de vogelbescherming was? Nou alles voor de contributie van hun leden die, geframed en gehersenspoeld in grote aantallen natuurlijk tegen de jacht waren.

Ook de jacht op ganzen werd beëindigd. Nestelend in de terreinen van Natuurmonumenten gingen ze alle dagen met duizenden uit eten bij boeren in de nabije en verre omgeving. Toen de schade aangewassen groeide met de ongekende toename van het aantal ganzen, groeide de schade natuurlijk mee. De rekening werd niet bij Natuurmonumenten neergelegd, maar bij de overheid, die de boeren moest compenseren. Die deed dat tegen heug en meug en bedacht dus tal van ‘remmende voorwaarden’ die boeren ervan moest weerhouden om schade te declareren. Toen het toch nog de spuigaten uitliep, kwam er een ferme overheidsmaatregel. Niet de jacht weer vrijgeven, maar een plafond in het budget voor schadevergoeding, de boeren hadden het nakijken. Gek hè, dat boeren het Malieveld bezetten al hebben we het hier slechts over één consequentie van overheidsbeleid. 
Boeren en akkerbouwers zijn de nieuwe tot slaaf gemaakten, want vele zijn lijfeigene van Bank, Multinationals en de Chemische Industrie en nu blijken ook de Venture Capitalists (ze worden ook wel ‘economische aasgieren’ genoemd) hun oog op de agrarische sector laten vallen. Nou, die aasgieren weten hoe je het doet, alles tot de laatste druppel uitknijpen en overladen met schulden om tenslotte opzoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden. Sprinkhanen.

Dat de grote getalen vossen en ganzen een probleem zijn, lijkt binnenkamers inmiddels bij een deel van de beleidsmakers wel te zijn doorgedrongen, maar de tijdgeest, hè. Zoiets ga je natuurlijk niet hard op zeggen, stel je voor: jagen! 
Ja, wat je gezaaid hebt, zoals plezierjacht, hobbyschutters en het vermenselijken van wat dierlijk is; je krijgt als politiek en ambtenarij de geest niet weer makkelijk in de fles. Dus in plaats van zeggen dat ze weer moeten jagen om te reguleren, verkondigt Natuurmonumenten dat ze de korhoenders in een ruime straal om hun gebied gaan beschermen. Dat betekent ook jagen, maar dat zeggen ze niet: alles voor het ledenbehoud, alles voor hun verdienmodel.
Dat jagen vinden de korhoenders wel fijn, denk ik, maar de vossen zullen hun lidmaatschap van Natuurmonumenten wel heroverwegen, schat ik zo in.

En dan nu de wolf.
Onvoorstelbaar snel zijn die in ongekende omvang ‘op eigen kracht’ weer in ons land opgedoken. Ooit waren de Nederlanders blij dat ze er verdwenen waren. In onze familiekroniek “Driehonderd jaar vissers en jagers’ wordt verhaald over gigantische jachten waar iedere mannelijke inwoner door de overheid verplicht werd aan deel te nemen. 

Nu is het Natuurmonumenten, ja die club, alweer, die drukdoende is de introductie van de wolf te doen slagen en om Nederland ook op dit punt te hersenspoelen. Lyrisch zijn ze, de boswachters in de sociale media, over de wolf. Een van hun manieren daarvoor is vermenselijken: de wolven krijgen namen, ze zijn niet drachtig, maar zwanger, hun pups heten kinderen. Vader en moeder wolf vormen met hun pups kinderen kennelijk een harmonieuze familie.

‘Wolven in Nederland’ is het platform dat via een site informatie over de wolf verspreid. Ik zeg het maar direct: de Jagersvereniging zit er ook in. Dat kan mij als gewoon lid niet worden aangerekend, maar ik stel hen wel de vraag: is dat beleid of is er over nagedacht? De NOJG was verstandiger en anders dan de KNJV zetten zij zich meer af tegen de (oncontroleerbare) gevolgen van de introductie van de wolf

Op die wolvensite lees je interessante dingen, zoals over de wolf als toppredator, daarmee framend dat hij die plaats dus van de jagende mens zou kunnen overnemen. 
Als toppredator oefenen wolven een grote invloed uit op de natuur. Niet zo zeer rechtstreeks, door de aantallen prooidieren te reduceren, maar vooral indirect door de zogenaamde ecologie van de angst”.
 Dat is interessant, hij reduceert dus door verplaatsing, schrijven deze experts. Om dan te vervolgen met een opvatting over het ruimtelijke draagvlak.
Uit modelonderzoek is gebleken dat in Nederland ruimte is voor enkele tientallen roedels wolven. Er lijkt vooral in het midden en oosten van Nederland ruimte te zijn voor wolven. Daarnaast is er ook ruimte in Brabant en Limburg en dan met name langs de grens met België en Duitsland.” 
Dat is nogal wat, tientallen roedels, want een roedel heeft nogal wat territorium nodig en niet weinig ook, volgens deze experts moeten we, afhankelijk van het voedselaanbod, rekening houden met ca. 250 km2. Zet dat eens af tegen de omvang van de Veluwe, die is ca. 1.000 km2 groot, 100.000 ha. dus ruimte voor vier roedels, volgens de deskundigen. Waar zullen dan die andere tientallen roedels moeten komen?
Wolven leven in roedels. De roedels lijken op menselijke families: twee volwassen wolven, die meestal hun leven lang samenleven. In hun leefgebied accepteren ze alleen hun nakomelingen. Gemiddeld worden jaarlijks 3 tot 8 welpen geboren. Een roedel bestaat gemiddeld uit 8 wolven”.
Nou, laat de roodkapjes op de Veluwe maar oppassen, volgens de deskundigen ‘lijkt’ er daar dus ruimte voor zo’n 40 wolven… Maar ook de buren van Roodkapje kunnen niet gerust gaan slapen, want
“De welpen zijn met 10 tot 22 maanden geslachtsrijp en vertrekken dan uit het leefgebied. Deze dieren zwerven op zoek naar nieuwe leefgebied en een partner”.
Die wolven moeten natuurlijk ook eten, dat weten de experts ook, want op de site staat te lezen dat
“3 tot 4 kilo vlees, merg en ingewanden per dag. (..) Een wolf jaagt op allerlei prooidieren: van wisenten, elanden en zwijnen tot aan knaagdieren, zoals muizen, ratten en bevers. (..)
Een roedel wolven gaat in zijn leefgebied altijd voor maximale buit tegen minimaal risico en minimale inspanning. In de dichtstbijzijnde populatie wolven in Duitsland jagen wolven vooral in hun eentje. Ze eten hier voornamelijk reeën en in mindere mate jonge edelherten en jonge zwijnen. (..) Hoewel wolven de voorkeur geven aan natuurlijke prooi, worden gemakkelijk bereikbare schapen en geiten ook door wolven gepakt. (..)"
Bescherming van vee (ook koeien vallen ten prooi aan de wolf) zal niet alleen kapitalen gaan kosten en leiden tot gigantische inrasteringen, (de natuurbeweging propageert toch onbelemmerde migratie van wild?), wie draait erop voor de vergoeding van de dieren die aan de wolf ten prooi vallen? en het zal uiteindelijk blijken dat de wolf zich niet laat weren, hetgeen ook de ‘deskundigen’ al op de site melden:
Er zijn niet veel barrières die wolven tegenhouden. 
Wolven zijn goede zwemmers en uitstekende lopers.
In een nacht kunnen ze met gemak 70 kilometer afleggen”.
Dus: ‘niet tegen te houden’ moet je koppelen aan hun R-getal, de reproductie ligt hoog. Ik citeer maar eens uit een interessante presentatie die op de NOJG-site te vinden is. Hun jaarlijkse aanwas is ca. 30%, ze hebben geen natuurlijke vijanden en zo kom je op de som dat hun aantal in 10 jaar oploopt naar 90 stuks, in 20 jaar naar 1.700 en in 25 jaar naar maar liefst 6.800 stuks; zes-duizend-acht-honderd!

En dan eindigt het als vanzelfsprekend in een drama: menselijke slachtoffers. De deskundigen op de site denken dat het wel zal meevallen, wolven hebben “een natuurlijke angst voor mensen”, “ze hebben geleerd mensen te mijden of te negeren”, nou het valt allemaal te bezien of die angst zal blijven als ze leren dat ze van mensen niets te vrezen hebben. Het lijkt me dat het advies aan de miljoenen toeristen die de Veluwe bezoeken om bij een ontmoeting met een wolf rustig achteruit te lopen en als dat niet helpt met je armen te gaan zwaaien en te schreeuwen, niet effectief voor hun veiligheid zal blijken te zijn.

De bioloog Valerius Geist beschrijft zeven escalatie stappen in de relatie die de wolf tot de mens heeft. Terwijl ik dit schrijf is laat de NPO op het journaalbeelden zien van schapen die in Katlijk zijn dood gebeten door een wolf. Vlak bij de boerderijen daar zijn ze gepakt, fase 4 volgens Geist. In oostelijk Duitsland zitten ze in zijn visie al in fase 6, wat dan nog rest is de laatste fase, waarin wolven hun schuwheid voor mensen verliezen, eerst nog ongeschikt om voor de mens fataal te zijn, maar tegen een roedel wolven heeft zelfs een bewapende jager geen enkele kans, aldus deze deskundige.



De NOJG vat het als volgt samen: “Roodkapje, geen sprookje meer”.

Tijd voor actie dus, anders keer de wal uiteindelijk het schip. Ik pleit niet voor illegale acties, maar om te beginnen voor een duidelijke stellingname van de Jagersvereniging en voor een gezamenlijk optrekken met bijvoorbeeld de NOJG, LTO-Nederland, NATIONAAL Park de Hoge Veluwe.

Echt Jagersvereniging, met je deelname aan ‘Wolven in Nederland’ je zit in het verkeerde kamp.

©TheoM
één moment...