Moeflons

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Ik nam twee hazen mee van onze "grote dag" naar Duitsland.
Diane achterin, cruise-control aan en lekker bijkomen van de druk, die de organisatie van zo'n dag toch altijd met zich meebrengt. Gelukkig was alles goed verlopen, met een redelijk tableau en, minstens zo belangrijk, ruim voldoende hazen gezien die overbleven.
A., onze jachtopzichter, kon ze gebruiken en op hazen wordt in zijn omgeving -bijna- niet gejaagd.
Toen ik bij hem thuiskwam, was hij er niet: ernstige kiespijn, hij zou er overmorgen uiteindelijk onder het mes gaan.

Waar zal ik de hazen laten? F., een buurjager, heeft onlangs een nieuw huis betrokken en hij had mij gezegd dat hij daarin een koelcel aan het bouwen was. De hazen zouden daar makkelijk in de koeling kunnen. Nou, de twee hazen vond je er bijna niet in terug; voor een stuk of 5, 6 grote varkens, daar was hij opgebouwd.

"Ga je mee op de eenden?", vraag ik hem. "Natuurlijk", zei hij, hoewel schieten met de Flinte ook geen alledaags werk voor hem is. Niet alleen hazen, maar ook eenden zijn in die omgeving geen wild waar men vaak op uittrekt.

Samen lopen we op naar de beek, de Elz, die de grens van ons revier vormt.
Het is een snelstromende beek, met hier en daar een kom.
In die kommen liggen vaak wat eenden, als ik tevoren bel, dan voert A. een paar dagen, maar ik was vergeten te bellen.

F. verbaast zich er altijd over dat Diane dan gewoon los kan lopen en bij ons blijft. Hij is honden gewend die geslipt worden en die men dan soms lange tijd niet meer ziet. Zit! 
Ze gaat zitten en F. en ik lopen nog wat op, ze kan dan goed markeren waar de eenden eventueel vallen. Er gaan zeven eenden op en er klinken vier schoten. Drie eenden vallen. Diane apporteert een gewiekte eend als eerste en daarna de twee anderen. F. had een doublet missers! En ik had met twee schoten de drie eenden; twee met opzet en één per ongeluk. Soms zit het mee....
Even later revancheert F. zich bij de tweede kom en weer later bij de derde hebben we zeven eenden. Niet slecht voor "eventjes op de eenden".

"Wat ga je vandaag nog doen?", vraagt F. (maar dan wel in het Duits natuurlijk), ik vertel hem dat ik nog wat op een geit wil gaan, we hebben er daar wat te veel van, omdat de vorige pachter zich voornamelijk tot de bokken beperkte. Maar een oude, solitaire geit zou het mooist zijn.

"Je kan ook met mij mee, dan gaan we nog wat op die Muffel", zegt hij.
Dat laat ik mij niet twee keer zeggen.
Ongeveer 6 jaar geleden schoot F. in zijn revier zijn eerste moeflon, inmiddels zitten er zeker 60 stuks.

Nadat we de eenden ook in de koelcel hadden gehangen, ruimte zat, vertrokken we.
Ik kwam in een kansel te zitten waar ik al eerder gezeten had. Ik schoot toen een bok en nog geen 5 minuten daarna een vos.
In een bos naast de akker waar ik op uitkijk is een Kirrung met een wildcamera en de moeflons komen daar bijna elke dag, zo zagen we. Op de weide voor mij was duidelijk te zien dat de moeflons hier regelmatig komen.

Na een uurtje of 2, het is bijna donker, zie ik iets uit het bos de akker op komen.
Geen moeflon. Een vos?
Met moeite kan ik even later het silhouet van een ree herkennen. 
Van goed aanspreken is geen sprake meer.

F. komt er al aanrijden in zijn Jimny. Hij stopt onder de kansel en laat Diane uit de auto.
Ook al is het inmiddels pikdonker. Die stuift er vandoor, achter het ree aan.
De ogen van honden zijn kennelijk veel beter dan die van ons met een kijker.
"Ik dacht dat jouw hond dat niet deed", zei hij. 
"Allen als er een baas bij is", zegt ik, "jij krijgt het boek van Martin Gaus".
"Gaus?".
Gelukkig komt Diane na korte sprint snel weer terug.

Thuis plukken we de eenden en maken de hazen voor A. schoon. 
Ik word uitgenodigd voor een home-made Flamkuche.
Die smaakt prima. 
F. biedt aan dat ik, als ik wil, zelf de komende dagen nog op de moeflons kan gaan. 
Zelf heeft hij geen tijd.

De volgende dag gaat A. onder het mes. Iets met kaak en een terugkerende ontsteking.
Ik vertel hem dat we, als we willen, de volgende dag op de moeflons….
Het gaat direct een stuk beter met hem.

Zelf vermaak ik mij die dag met het nalopen van de kansels: wat moet er in de komende maanden aan onderhoud gebeuren?
Daardoor doorkruisen Diane en ik het hele revier.
Overal zien we wel reeën. 
Op een solitaire geit bersen we, maar het blijkt een smalree/jonge geit te zijn.
Ook bersen we een geit met twee kalveren aan. We kunnen redelijk dichtbij komen en ik zie dat het twee bokkalveren zijn. Die laten we lopen voor volgend jaar. Langzaam kruipen we terug; de reeën hebben ons niet bemerkt.
Fantastisch vind ik het hoe Diane met mij mee sluipt, ze geniet ervan!

Tegen het eind van de middag ga ik op een grenskansel zitten.
We hebben eigenlijk maar 1 doorgaande weg in ons revier, als er verkeersslachtoffers vallen is het meestal dan ook daar.
Daarom verhogen we de jachtdruk bij deze weg wat meer dan op andere plekken.

Even later zie ik al een reegeit op de akker komen. Een volwassen geit, zonder kalf.
Na een minuut of 5 besluit ik haar uit te nemen, ze is inmiddels al aan de andere kant van de kansel.
Toch slaat de twijfel toe; solitair stuk, of niet.
Als ik mijn buks uitsteek kijkt ze mij aan. Ze vertrouwt het niet, net zoals ik.
Ze lijkt mij niet te zien, maar opeens krijgt ze kennelijk verwaaiing. Ze springt af. 
Te laat, denk ik, maar het is ook goed zo, dan had ik maar sneller moeten zijn.
Dan komt opeens een kalf uit de bosjes de akker opgesprongen.
Ze rent achter de geit aan.
Op tijd, denk ik, ik ben gered door de bel, ondanks dat ik eerder voor mijn gevoel voldoende zeker was dat er geen kalf in het spel was!

Anderhalf uur later zijn er opeens vier reeën op de weide naast de kansel.
Een bok, twee geiten en een geitkalf.
Ik besluit het kalf te schieten. Op die manier room ik het geitenbestand toch een beetje af.
Ze valt op het schot. Bok en geit springen af.
De geit blijft gewoon bij het kalf staan. Loopt weg, blijft weer staan en komt dan weer terug.
Dat gaat een paar keer zo door. Het is een prachtig gezicht.
Maar boven alles is het emotioneel. ‘Te veel’ moet uitgenomen worden, dat is onze taak. 
En het merendeel van wat we uitnemen is aan de onderkant van de leeftijdspiramide.
Maar dan nog…

Ik besluit te blijven zitten tot ze definitief weg is.
Ondertussen bel ik F. en vertel hem mijn belevenissen.
“Waidmannsheil”, zegt hij, en: "Als je jaagt zonder emotie, dan moet je ophouden met schieten", mooi gezegd.

Het is al bijna donker als ik van de kansel afga.
Ik versleep het kalf een goede honderd meter en haal Diane op bij de auto.
Ik zet haar in op de valplaats en ze werkt snel het spoor uit en pakt het ree aan.
Ook dat kunnen ze, de staande honden, al worden het natuurlijk nooit specialisten in het zweetwerk.

Kalf naar de slager gebracht en vroeg naar bed.

Om 06.00 uur heb ik bij A. afgesproken.
Maar veel gesproken wordt er door hem niet. Te veel pijn.
Ik ga dit keer in de kansel zitten waar de wildcamera hangt, de Polcherhang.
Het is koud, het vriest en het is pikkedonker.
Maar als ik door de bomen in de richting van de stad, die onder in het dal ligt, kan ik de silhouetten van bomen zien. Dus ook van moeflons, als ze komen....
Maar daar heb ik geen kogelvang en ik ben dan dus afhankelijk of ze dan dichterbij komen.
Ik hoop maar dat ze pas tegen licht weer de bossen intrekken.
Het is vergeefse hoop, precies op de kim van de heuvel zie ik moeflons langstrekken. 
Een schot is geen optie.
A. komt mij omstreeks 09.00 uur weer ophalen en ik doe mijn verhaal.

We besluiten dat ik in het bos zal gaan zitten op een laddertje en dat hij over de velden het bos in zal gaan om te proberen de moeflons mijn kant uit te drukken. Of het lukt is de vraag, volgens A. gaan ze vanaf die plaats vaak naar links of naar rechts in het bos, 50% kans dus, ik kies voor rechts, een mooie plek met veel nieuwe aanplant tegen een steile hang.

Na verloop van tijd zie ik A. lopen, hij komt naar mij toe. Hij heeft geen moeflons gezien, maar wel gehoord: ze gingen naar links, tja, dat heb je met 50%.
We gaan door het dal die richting op. Vlak bij een ondiepe plaats in een beek, ze houden niet van water, zie we in de beukenbladeren waar ze van de hang af geroetsjt zijn.
Geen wild geschoten, wel gezien en een mooie ochtend.

Ik ga bij de slager langs en haal een ree op, van enkele weken daarvoor en rij tevreden en nagenietend naar huis.

MevrouwM vraagt nooit wat ik geschoten heb, wel of ik het naar mijn zin heb gehad?
Naar mijn zin gehad?

©TheoM

één moment...