Mindf*ck

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Het is een mooie ochtend op de ganzen geweest. De jongen vliegen al volop en omdat de ouden nog ruien, moeten ze zelf hun boontjes zien te doppen. Dat lukt ze prima, ze doen dat immers al vanaf het moment dat ze het ei uitkruipen.
Hun ouders doen alles een beetje voor en de jongen leren op die manier snel. Even later groeperen de diverse toompjes zich tot een soort buitenschoolse opvang, die wordt vergezeld door enkele volwassen ganzen. Maar nu ze vliegrijp zijn missen ze vaak deze chaperons en dat biedt kansen bij het beheer.

Het is ongelooflijk hoe snel ganzen leren en hoe meer ervaring ze krijgen, hoe moeilijker het wordt om ze aan de broek te komen. Dan vereist het soms een complete trukendoos om ze steeds weer te kunnen verrassen, zie Tok Poortvliet. Maar onervaren trekken de jongen steeds weer aan op de lokkers, zeker als er ook nog wat akoestische ondersteuning bij is.

We schieten een mooi tableau, de honden kunnen zich uitleven en na afloop is het gezellig. De Gast neemt maar een koppel ganzen mee en zo er blijven er gelukkig ook nog genoeg voor mijzelf over. Persoonlijk ben ik niet zo’n liefhebber van ganzenvlees, tenzij het de gerookte borsten zijn, of de rillettes van de poten, natuurlijk. Maar voor het vlees van jonge ganzen kan je mij ook wakker maken.

Thuisgekomen zie ik dat het krukje van de Gast in mijn auto terecht gekomen is. Ik bel hem en omdat het vanmorgen aangenaam, nuttig & gezellig was vraag ik of hij volgende week weer mee wil, dan neem ik ook zijn krukje mee. De vraag stellen was hem beantwoorden.

De dag voor onze nieuwe afspraak ga ik nog even langs de hutjes die bij de vliet staan. De duiven beginnen al wat aan te trekken op de erwten en ik wil de hutjes die daarbij staan wat opknappen. Ik las kort daarvoor een artikel over Victor Mids, succesvol met zijn neuromagic, dat mij op een idee bracht.

Het is nog donker als we verzamelen. Koffie, thee en een krentenbolletje, kortom het geijkte recept. Ik vertel de Gast dat de ganzen nog steeds in het veld komen en dat mijn maten de afgelopen dagen steeds tegen de vliet hebben gezeten, daar is dus wel wat verstoring geweest. Op zijn vraag of dat voor ons niet nadelig is, antwoord ik, dat ik hoop dat het meevalt.

En ik vertel over de erwten die aan de andere kant staan, de duiven die er op beginnen te trekken, maar ja het is nog wel wat vroeg voor een echte inval. “Denk je dat de ganzen de erwten ook zullen ontdekken?”, vraag ik hem. Daar is hij van overtuigd. “Nou, dat biedt over een paar dagen dan goede mogelijkheden”, mijmer ik hardop voor mij uit, “maar misschien is het daarvoor nu nog te vroeg”.

Het is inmiddels gaan schemeren en ik vraag hem of hij die duiven ook op zag gaan van de erwten. Dat had hij niet en was logisch, want ik had ze ook niet gezien, maar het paste in mijn poging tot beïnvloeding van zijn onderbewustzijn.

“Je hebt ook duivenlokkers bij je, zie ik”, zegt de Gast. “Ja, je weet nooit”, antwoord ik, “Maar op ganzen en duiven tegelijkertijd…, dat zal niet veel brengen, denk ik. Hoewel”, vervolg ik peinzend. Ik zie dat hij ook peinst.

“Waar wil je zitten”, vraag ik hem. Altijd een lastige vraag voor gasten, zo weet ik, het veroorzaakt vaak keuzestress. Maar de gast weet niet van mijn truc: de subliminale boodschappen die ik inmiddels in zijn mandje gegooid hebt.
“Waar ga jij zitten?”, is zijn -bijna te voorspellen- reactie. Dat kan voor mijn opzetje tricky worden. Ik antwoord dat ik bij de Vliet ga zitten, daar vliegen ze toch vaak, de ganzen. “Maar ja, daar zijn ze ook nogal verstoord, de afgelopen dagen”, zeg ik, terwijl ik de stapel duivenlokkers in mijn auto wat verplaats, “Want die heb ik toch niet nodig”.

Het is precies het zetje, dat hij nog nodig had. “Als het mag, dan zou ik het best wel op de erwten willen proberen”, zegt hij. “Mag ik dan ook je duiven gebruiken”. En zo liep hij even later bepakt en bezakt met ganzenlokkers, duivenlokkers, megafoon voor de akoestiek, rugzak en hond richting de erwten.
Plotseling stopt hij. “Ik vergeet mijn krukje”, zegt hij. Ik antwoord dat ik die niet meer bij mij heb. “Dan zie ik wel hoe ik het zonder red”, is zijn reactie.

Van een afstand zie ik hoe hij zijn ganzenlokstal prepareert en de duivenlokkers in een mooie V neerzet, om vervolgens met zijn hond in het hutje verdwijnen. Even later trilt mijn telefoon en hij appt: “Je raadt nooit wat er hier in het hutje staat”. Ik reageer niet en even later krijg ik een foto van zijn krukje. 

Het is tijd om hem te bellen. “Je denkt dat je helemaal uit vrije wil voor dat hutje gekozen hebt, maar bestaat dat wel, vrije wil? Ik wist allang dat je ervoor zou kiezen om in dat hutje zou gaan zitten. Daarom heb ik je krukje daar vast neergezet, dan hoefde je dat niet mee te sjouwen”.

Even is het stil. Dan zegt hij: “Fuck”.
Hoe ik dat doe? Afgekeken van Victor Mids
“Nee”, is dus mijn antwoord, “Je bedoelt mindf*ck”.


©TheoM
één moment...