KJV #6 - Een vreemde gans

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
“Kijk”, zegt mijn vrouw, “een vreemde gans”.
We rijden door de polder en ze wijst naar een aalscholver.
Ik zeg niets en daar is een reden voor.
Elk jaar zijn we op-pas-boeren in Frankrijk.
Ze hebben daar een ”plan d’eau”, een heel grote vijver, bedoeld om ook in droge perioden water te hebben voor het vee.

Enfin, elke morgen laat ik daar even de honden uit.
Stukje door het bos, kijken of de varkens mijn voerplekken hebben aangenomen, even verderop een plek waar 3 zoelen dicht bij elkaar liggen en daarna langs het plan d’eau, waar de honden kunnen zwemmen, als ze zin hebben.

Het valt mij op dat ik er geen goudvissen meer zie. Het krioelde er altijd van. Het zoontje van de boer liet er ooit wat van zijn vissen in los en de populatie is werkelijk geëxplodeerd. Maar nu, niets.

Als ik bij het meertje kom, zie ik iets weg vliegen, maar ik kan niet goed zien wat. Ik volg het door de struiken en de bomen, moeilijk te zien, het lijkt op een gans, maar toch ook weer niet echt.

Aan het ontbijt vertel ik het mijn vrouw en eindig met: “Het zag er uit als een vreemde gans”.

De volgende ochtend laat mijn vrouw de honden uit, want het is voor mij de avond ervoor een beetje te laat geworden, althans, laat ik het daar maar op houden.

Als ze terugkomt lacht ze. “Ik heb die vreemde gans van jou gezien. Het is een aalscholver, die waarschijnlijk aan de goudvissen een makkelijke prooi heeft. Dat jij geen aalscholver van een gans kan onderscheiden. Wat een jager”.

Ik hoor het nu al jaren, telkens als ze een aalscholver ziet vliegen. Het gaat niet over, niet van zelf.

We zijn bijna thuis als ze zegt: “Kijk daar, wat een sliert vreemde ganzen. Het zijn er wel 30”.
Ik zeg niets en daar is een reden voor.

©TheoM
één moment...