Jagen komt soms op als kakken...

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Het geheugen is toch een vreemd verschijnsel.
Soms herinner je je iets, waarvan je niet meer wist dat je het wist.
Dan moet er iets zijn, wat het luikje in je hoofd opent.
Ik hoorde iets over jagen en kakken.
P. was, net als zijn vader, broodvisser en - jager en zij jaagden op de Loosdrechtse Plassen. Een fantastisch buitenleven, maar, zoals vaak in die geromantiseerde setting, het was sappelen.
Het was nog in de tijd dat je op de plassen de bodem nog kon zien. Daarop groeide een soort sla, kennelijk een eldorado voor "bontjes" en "roodkoppen”, die daar naar dat blad en de insecten daarop doken.
Aan dat eldorado kwam abrupt een einde, toen in een buitengewoon droge zomer het Waterschap besloot om water uit de Vecht in te laten om het peil van de plassen op te hogen. Desastreus was dat besluit voor de waterkwaliteit, doorzichtbaarheid van het water en de waterflora. Het maakte een eind aan de tijd dat er soms "een boot vol halven" geschoten kon worden.

Enfin, we waren op een verjaardag en P.  vroeg "Ga je mee op de eenden'?'
In die tijd vroeg het kunnen jagen bij mij nog om planning, want de plicht riep en het werk ging voor. Maar het paste wonderwel, soms komt jagen op als kakken.

De volgende ochtend waren we al vroeg op.
Het was ongelooflijk koud. Het vroor die nacht en er stond een harde wind. Het was nog voor de tijd van de thermokleding. Meerdere lagen kleding trok je over elkaar aan en daar nog een overall overheen, zo probeerde je een beetje op temperatuur te blijven.

De eenden voor de lokstal werden uit de hokken gehaald en in boxen in de boten gezet. Klaar voor de dingen die zouden komen. Een prachtige jacht is het, die met levende lokeenden. De eendjes liggen in een kring rond de hut in het water en de woerd zit in de box. Als je eenden ziet vliegen tik je op die box en de woerd knort, wat door de eendjes luidkeels beantwoord wordt, ze heten niets voor niets kwakertjes. Als het mee zit trekken de overvliegende eenden erop als een magneet. 
Inmiddels zijn de gasten, die mee zouden gaan, ook gearriveerd. We zetten met 2 boten koers naar de hutten waar we eendjes en houten lokkers uitlegden en de gasten geïnstalleerd werden. P. en ik gingen in een hut zitten, vanwaar we ook de hutten van de gasten in het oog konden houden.

Het feit dat er toen soms honderden eenden vlogen, wil niet zeggen dat zulks elke dag gebeurde. Het blijft jacht, garantie-eenden bestaan niet. Er vloog die dag bijna niets en na geruime tijd was er nog nauwelijks een schot gelost. Omdat we midden op de plas wel koppels eenden zagen liggen, besloten we de plas op te varen en te proberen wat eenden in de richting van de hutten te krijgen.

Rustig voeren we met een ruime boog om de eenden heen, die uiteindelijk ook op de wieken gingen. Maar, jammer voor de gasten, niet in hun richting."' Een dag van niks', bromde P. in zijn baard. We besloten de gasten te gaan vragen wat ze wilden, doorgaan of stoppen. Maar P. zei dat hij vreselijke buikkramp had en daarom voeren we eerst even naar een eiland, zodat hij uit de broek kon.

“Ik hou het niet”, piepte P.
Hij stopte de motor en begon zich uit te pellen. Dat was nog niet zo eenvoudig. Eerst zijn overall, dan een broek, dan nog zijn lange onderbroek, onderbroek en tenslotte zat hij met zijn gat over de rand van de boot. Je kon aan zijn gezicht in wat voor een staat opluchting hij verkeerde.

Op dat moment kwamen er een paar eenden aanvliegen.
Ik kon niet bij mijn geweer, P. wel.
In zijn blote gat schoot hij een doublet.
P. was een pikeur! En dat wilde hij toen ook wel weten ook.
Tevreden knikte hij naar mij met een gezicht van: 'zag je het, zo doe je dat, zelfs in je blote gat'.

Hij kwam overeind, haalde zijn (onder)broeken omhoog en wilde zijn overall weer aantrekken. Dat deed hij met de bekende beweging die overalldragers wel kennen. Met een kleine hup wordt het bovendeel over de rug getrokken.

Toen gebeurde het.
In de kraag van de overall had P. zijn forse keutel gedeponeerd en met die hup kwam de flats precies in zijn nek terecht. Ik dacht dat ik niet meer bij kwam en rolde bijna uit de boot van het lachen.

©TheoM
één moment...