Is jagen gevaarlijk? #10 – Zou de jachtverzekering dat dekken?

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Het is eind oktober en lokaal ruim 25 (!) graden Celsius als in Heerenveen de koelmachines staan te loeien voor de eerste grote schaatswedstrijden. Buiten die hal hebben bomen en struiken nog weinig animo om hun blad te verliezen en wij hebben daardoor waarschijnlijk moeite om het wild tijdig te zien door die dekking op de eerste drukjachten.
Maar ja, die drukjachten op grofwild moeten doorgaan, want het zijn die jachten die zich bij uitstek lenen om effectief aan het reguleren van het bestand te werken. Wellicht is het mede daarom, dat deze jachtvorm in Nederland verboden is.

Ik heb met H. afgesproken dat ik hem zal ophalen voor onze buitenlandse jachtreis. Zijn auto is wel ingericht op het vervoer van zijn draadhaar, maar ontbeert een 4x4 aandrijving. Ik meld mij ruimschoots op tijd, dus alvorens de spullen in te laden doen we eerst nog een bakkie.

Tijd om ook nog een beetje bij te kletsen. Koetjes en kalfjes, maar ook over zijn hond. Die heeft een enorme aversie opgebouwd tegen het kleine keffertje van een paar huizen verderop. Dat kleine kreng staat altijd in de vensterbank tegen zijn hond te blaffen. Laatst sneuvelde daardoor nog wat planten die daar in de vensterbank stonden.

Daar konden H. en zijn hond niets aan doen, maar het zit hem ook niet lekker. Hij is bang dat zijn hond daar binnenkort niet meer te houden zou zijn. Hij zou in dat geval geen cent meer geven voor dat keffertje. “Zou dat onder je jachtaansprakelijkheidsverzekering vallen?”, vraagt hij. “Misschien wel als je op weg bent naar een jacht”, opper ik.



Hij besluit dat hij eerst zijn hond en wat tassen naar de auto zal brengen en daarna terug zal gaan voor de laatste spullen en zijn buks. Zodoende hoopt hij zijn hond goed in de hand te kunnen houden. Kwestie van proberen problemen voor te zijn in plaats van die later te moeten oplossen. Daar zouden beleidsmakers een voorbeeld aan kunnen nemen, bedenk ik mij.

Zo lopen we met zijn drieën naar mijn auto. En ja hoor, het keffertje krijgt ons in de gaten, posteert zich met veel kabaal in de vensterbank. Een kamerplant sneuvelt. Dat is het moment dat H. even zijn aandacht van zijn hond naar die vallende sanseveria verplaatst. Zijn hond voelt dat, vast en zeker. Zijn baas is afgeleid, dit is zijn moment!

Met een reusachtige sprong zie ik de hond op het keffertje afvliegen. Maar ja, bijna want die ruit hè. Die ruit die tussen het keffertje en hem zit… Nou, die ruit sneuvelt, met veel kabaal.

H. uit enige onparlementaire (ja, nu ik het schrijf denk ik, dat was ooit zo, vroeger, onparlementair, tijden veranderen) woorden, maar ja, die helpen niet. Gebeurd is gebeurd. Hij besluit eerst even zijn hond naar de auto te brengen en daarna te proberen zijn buurvrouw te kalmeren en een regeling voor de schade voor te stellen.

Ik blijf staan wachten op de dingen die verder nog gaan gebeuren. Daar gaat de voordeur open en de buurvrouw meldt zich, ik zet mij schrap. Maar dat is niet nodig, ik ben met stomheid geslagen als zij zegt: “Wat een fel krengetje is het, hè? Van de week heeft hij al wat planten vernield. Nu weer is er weer een plant gesneuveld en is ook nog eens die hele ruit aan diggelen”.

Ik blijf het liefst altijd zo dicht mogelijk bij de waarheid en begin dus over de hond van H. Maar dat lukt niet, ze onder breekt mij en zegt dat die hond er niets aan kan doen, H. heeft hem prima onder controle, maar dat lukt haar met haar keffertje niet.

H. meldt zich. Zelfde verhaal, want de buurvrouw lijkt bijna trots op haar keffertje te zijn. Hij probeert het een paar keer: “Maar…”. Tevergeefs niet zijn hond maar het keffertje is volgens haar de dader.

Hij doet nog de suggestie het gebeuren bij zijn verzekering te claimen, dan kan zijn buurvrouw toch in haar hondje blijven geloven en valt het financieel een beetje mee. Maar daar wil ze niets van weten. Trouwens, zelf heeft ze ook een glasverzekering. “Nee, dat komt allemaal in orde hoor”, zegt ze.

Op weg naar onze Duitse drukjacht, ‘evalueren’ H. en ik het gebeuren. “Toch ben ik benieuwd of het gebeuren onder mijn jachtverzekering valt”, zegt hij. “Ik denk het wel, want ook al waren wij wellicht verzekeringstechnisch nog niet echt op jacht, jouw draadhaar was dat in ieder geval wel”, zeg ik met een knipoog. 

©TheoM
één moment...