Het voorrecht van de jager
Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Al heel veel jaren heb ik het voorrecht om als jager in het veld te mogen zijn. Ik noem het bewust een voorrecht omdat ik op plekken mag komen die niet altijd voor iedereen open staan en ik intensief en veelvuldig onderdeel ben van de natuur in alle facetten.
Ik beheer samen met 5 andere jagers een veld in Drenthe van ongeveer 750 ha. Het biotoop is gevarieerd: bos, grasland en akkerbouw. Onze jachtcombinatie bestaat al meer dan 65 jaar (uiteraard met wisselende bezetting) en het contact met de boeren en grondeigenaren is zeer goed. Wij investeren dan ook van beide kanten in een goede band en door de jaren heen zijn mooie vriendschappen ontstaan.
Zowel jager als boer hebben belang bij een mooi en gezond natuurlijk evenwicht van zowel flora als fauna en daar doen wij dan ook onze stinkende best voor het hele jaar door. Gemiddeld ben ik zelf 1 a 2 keer per week in het veld als de tijd het toe laat. Veelal niet met geweer, maar juist voor het contact met iedereen en om te observeren hoe het staat met verstoring, hoe de wildakkers en bloemstroken erbij liggen, kijken of er schade aan gewassen is en om van de natuur en het wild te genieten.
Vaak doe ik dit vroeg in de ochtend of in de avond laat. Dan zie je wat andere mensen niet zien en dat is veel. Reewild, hazen, konijnen, weidevogels, fazanten en patrijzen etc. Je weet ook waar het wild graag wil vertoeven omdat je veel in het veld bent. Geregeld neem ik mensen mee die zeggen dat ze bijna nooit hazen of reeën zien. Als ze weten hoe en waar te kijken dan gaat er een wereld voor ze open.
Al vele jaren zaaien wij vrijwillig en in samenwerking met boeren akkerranden in, leggen wij bossingels aan en onderhouden wij die, hebben wij overleg over hoe te maaien en wanneer er wordt gemaaid. Veel boeren hebben van ons ons wildredders gekregen om te gebruiken bij het maaien. Dit helpt enorm bij maaiverliezen. Alles ter bevordering van de in het veld levende dieren en zeker niet alleen het bejaagbare wild. Ook de insecten en bijen en veel vogelsoorten profiteren van onze inzet.
Voor alle duidelijkheid, dit betalen wij allemaal zelf uit eigen zak en ik kan u vertellen dat dit elk jaar forse bedragen zijn. Jaren heb ik getracht subsidie te verkrijgen via diverse organisaties, maar deze potjes zijn al dezelfde dag leeg doordat vooral TBO’s (Terrein Beherende Organisaties) hier slim en snel aanspraak op maken. Door alle eigen inspanningen hebben wij in ons veld een mooie wildstand.
Als ik daarentegen kijk naar terreinen van TBO’s dan is het daar vaak diep triest met de diversiteit van het wild. Het beheer en de zorg zoals wij die geven, wordt daar niet toegepast met als resultaat geen of weinig wild. Ook aan predatiebeheer wordt bij TBO’s vaak niets gedaan, terwijl het onomstotelijk vaststaat, dat geen predatiebeheer voor een onevenwichtige diversiteit zorgt in ons gecultiveerde Nederland. Helaas is het wel frustrerend dat er zo veel predatie is (vaak vanuit terreinen van TBO’s) waar wij te weinig aan kunnen doen.
Niettemin geniet ik enorm van al dit werk in het veld en ook de boeren doen graag mee. Samen voelen wij ons verantwoordelijk voor hetgeen er in het veld leeft. En het opmerkelijke is dat ik voor al dit werk ook nog eens moet betalen. Er dient geld te worden betaald voor jachthuur, zaaigoed, wildredders, apparatuur etc. Feitelijk zouden wij als jagers juist door de overheid moeten worden betaald! Nogmaals ik doe al dit werk in het veld met liefde voor de natuur. Daar staat wel tegenover dat ik als jager het vertrouwen, respect en de verantwoordelijkheid wil krijgen om dit werk ook naar behoren uit te kunnen voeren. Daar ontbreekt het nogal eens aan in de vaak op “one-liners” en “snel scoren” gebaseerde politiek.
De kers op de taart voor al mijn activiteiten is de beloning om ook een stuk wild te mogen oogsten uit de natuur. Van een stukje wild op mijn bord geniet ik enorm, omdat ik weet dat het wild goed heeft geleefd, echt scharrelvlees is, en erg gezond is.
© Bastian Bodewes