Frankrijk: een ochtendje met fazanten, patrijzen, herten, wolven en een zwaluw.

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
We zitten in Frankrijk, waar we al sinds jaren telkens enkele weken op een boerderij passen als de eigenaren vakantie houden. De boerderij is gelegen in een ideale omgeving, het is een klein uurtje rijden naar de bergen: skipistes en ook een klein uurtje naar de Middellandse Zee: fruits de mer. 
En de natuur is prachtig, met iets dat wij thuis niet kennen: de oorverdovende stilte. Het is er ook heerlijk voor onze honden, die hier echte hofhonden worden, ze liggen de hele dag buiten en de kippen worden op een enkel ongelukje na door hen gerespecteerd. 
Het weer is wisselend. Eerst fris, toen prachtig, maar de laatste dagen weer fris, op het koude af. De koolzaad vertoont al het eerste geel, de wijnranken beginnen uit te lopen, maar de zwaluwen zijn nog niet gearriveerd.

Een enthousiaste Franse jongjager had mij gevraagd of hij mijn hond eens aan het werk kon zien op de fazanten. Hij overweegt zelf een hond te nemen, maar twijfelt over het ras. In de jagersgroep hier jaagt iemand met een Epagneul, die zou moeten kunnen voorstaan, maar hij doet het niet. Dat heeft, denk ik, te maken met zijn opvoeding, want hij wordt hier vooral gebruikt om op wilde varkens te jagen. Dat doet hij trouwens prima, luidt op spoor en zicht. Als geweer weet je wanneer hij achter wild aanzit en welke kant het uit gaat.

Met Diane en onze teckel gaan we een paar akkers over, waar ik de afgelopen weken fazanten en een paar patrijzen heb gezien. Teckel aan de lijn, hond ingezet. Ze neemt mooi terrein en staat al gauw voor. Maar ze is nog te onstuimig en ze zet de haan niet vast. Nieuwe poging en ja, hoor, mooi punt op een hen. Ik leg de Fransman uit hoe ik de hond inzet, rekening houd met de wind, hond dirigeer om zo weinig mogelijk verloren hoekjes te hebben etc. Prachtig vindt hij het.

Maar het begint met dressuur, zeg ik hem. Als hij, zoals vele Fransen de hond altijd in de kennel heeft en hem er alleen uithaalt als er gejaagd wordt, dan krijg je natuurlijk nooit een hond die met en voor jou werkt. Hij snapt het, zegt hij…

We gaan verder en Diane staat voor op een koppel patrijzen. Ondanks de vossen kunnen die zich hier staande houden, het zijn dan ook ideale omstandigheden voor de patrijs, kleine akkers met bosschages. Het is zo heerlijk werken met een staande hond. De Fransman krijgt er ook zin in. 
“Doe jij het ook eens een keer”, zeg ik, “dan doen we Diane aan de lijn en zet jij de teckel in”.

Hij heeft goed geluisterd, kijkt naar de windrichting en brengt Sophie schuin met de wind mee opgang. Ze is bijna niet te zien, het graan komt al aardig op lengte. Flapperende oren zien we en af en toe een staart die boven het graan uitkomt. We draaien wat de andere kant uit en de teckel draait met ons mee. Nu vol tegen de wind in, dat is natuurlijk spannender. Even zien we haar nog, maar dan is ze toch zoek in de tarwe. Hoe kan je nu zien, dat ze voorstaat?, vraagt de Fransman mij. Tja, hoe zeg ik in het Frans dat ik hem in de maling heb genomen? Gelukkig is hij niet “en colère”, hij kan het hebben.

De teckel geeft luid en we horen haar in het bos naast de akker onze richting uitkomen. Dat heeft ze snel gedaan . In  de korte tijd dat we haar kwijt waren zat ze al diep in het bos. Daar heeft ze iets opgedaan. Dan zien we ze: 2 herten, ze hebben al een begin van nieuwe geweien. Door het eikenbos waar het blad nog moet komen, kunnen we ze prachtig volgen. Zonder al te veel haast nemen ze de benen. Even later zien we de Sophietje precies over hun spoor lopen.

Ik neem 2 honden, besluit de Fransman, ”deux comme toi”.
“En een Martin Gaus-cursus ?”, zeg ik.
“Martin qui?”, vraagt hij, om te vervolgen met “Alors, c’est l’heure de l’apéro”.

Hij stelt voor om mij te laten zien waar hij werkt. We gaan naar een prachtige Domaine in de omgeving van de boerderij waar wij zitten. 
Het heet La Louvière. Uitsluitend wijnbouw. Mooi bedrijf, werkend volgens nieuwe inzichten. Ouderwetse Franse wijnboeren krijgen het moeilijk met al die nieuwlichters.
La Louvière was ooit een plaats, waar wolven zich verzamelden voor hun jacht. Ze konden dan ver over de velden kijken, wachtend op en uitkijkend naar wild. En ze konden hier prima de geur van wild opsnuiven om vervolgens  “en troupe” op jacht te gaan.
Al generaties wordt dit verhaal hier in de streek bij overlevering verteld. Vandaar de naam van dit domaine. Het is een prachtig verhaal, ik zie het zo voor me.

Zijn baas, een Duitser, groot geworden in sanitair, komt er bij zitten, een tweede fles wordt geopend.
Het gesprek gaat nog even door over de wolven. Dat ze Duitsland steeds meer een probleem worden en dat ze, steeds vaker, ook hier in dit gebied voorkomen. Verschillende schapen kunnen het al niet meer na vertellen. Maar de boeren worden hier wel ruimschoots schadeloosgesteld. Als de wolf beschermd wordt, dan wordt de boer dat financieel ook, zo is het hier geregeld.

De jongjager vertelt zijn baas vol passie over het werk met onze honden.  Diane is “une chienne amoureuse”, zegt hij,  zo had ik het nog nooit bekeken. En de kleine?, vraag ik hem. “Une chienne avec caractère!”

Ik krijg drie dozen wijn mee. Net van de week gebotteld. Met prachtige etiketten, wolven in vrouwenkleding erop. Hoe zo, amoureuse? Google daarvoor maar even op Louvière+Grohe. 

 

Terug bij onze boerderij zie ik hem. 
Een eenzame zwaluw, tegen de wind in.
Hij is gearriveerd, maar wel 18 dagen later dan vorig jaar.
Morgen gaan we naar huis…

©TheoM


één moment...