Even op de duiven, iedereen blij

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
De telefoon gaat. M.: of ik morgen mee kan, even op de duiven. Er zijn erwten geoogst en er zaten die middag volop duiven. De jachthouder L. kan zelf niet, hij is naar de Provinciale Schietdag op Waalsdorp en heeft gevraagd of wij de honneurs willen waarnemen.
Rond 12 uur meldt M. zich. Snel de pullen inladen en op pad. Onderweg wat van een wilg snoeien, zodat we voldoende takken hebben om hutjes te maken. Alle takken in de auto gepropt en op weg.

Politie. 
Stopbord. We stoppen en ik vind ze nogal voorzichtig reageren.
Dan begint er een te lachen. "Ik zie het al", zegt hij. "We dachten dat jullie weed vervoerden".
Wat bladeren van de wilgen staken onder de klep van de auto uit. Ze wensen ons verder veel succes.

Hutje opgebouwd, stal neer gezet en we installeren ons met de honden, mijn Langhaar en zijn Labrador bij ons in de hut. We hadden besloten samen in een hut te gaan zitten. Wel zo gezellig.
Al gauw meldden de eerste blauwen zich. M. neemt de linker, ik de rechter. Apport. Het lijkt wel of de honden hetzelfde hebben afgesproken. Diane neemt de rechter, Eve de linker duif. Samen komen ze kwispelend terug.

Zo gaan er een paar genoeglijke uren voorbij. Met mooie schoten en fantastische missers.
En mooie apporten, waarbij de honden zo'n beetje om en om worden ingezet. En soms samen, waarbij ze elkaars werk prima respecteren.

Telefoon. De jachthouder. Hij is gebeld door een boze boer in onze buurt, die vroeg of we gek geworden waren om op een kaal erwtenveld te gaan zitten jagen, terwijl de duiven bij hem op de rijpe gerst vielen? Boze boeren, moet je niet hebben, dus snel opgebroken.

Op naar de gerst. Als de boer ons ziet is zijn boosheid gelukkig alweer weggeëbd. “Er zitten ook veel te veel katten”, zegt hij, “dus als we…” Maar de boerin voegt er aan toe: “Als je de onze maar niet schiet”. Daar ben je lekker mee, met zulke vragen en randvoorwaarden.

Op dus naar de gerst, waar we van tijd tot tijd een knal gegeven. Duiven gaan op en als ze terug komen geven we weer een knal. Onze honden wagen we niet aan apporten in de gerst. Ik heb daarvoor al te veel leergeld betaald met aren in de gehoorgangen.

Opeens zie ik een kat lopen, een rode, het lijkt mij een grote kater. Wat te doen? Is het de huiskat of een van de ongewenste vreemdelingen? Ik besluit de boer te bellen. Het is de boerin die antwoordt. En ik vertel haar dat er een kat vlakbij mij loopt, maar ja…

Dus mijn vraag ligt voor de hand: “Is je poes rood?”
Het is even stil, dan zegt ze: “Nog niet, ik denk volgende week”.
Het lijkt mij verstandig het gesprek te beëindigen…

Na een uurtje in het gerst gaan we bij de boer langs. Hij ziet onze 18 (erwten) duiven. "Goed gedaan, mannen. Sorry, dat ik even kwaad was. Maandag gaat de gerst er af." Daarna komen we weer, beloven we.

Zo zie je maar, boer blij, als je even op de duiven gaat.

En een paar dagen later, op de gerststoppel:

Tableau duiven

Je begrijpt, iedereen blij.

©TheoM
één moment...