De (voor)opgezette reebok
Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
De bokkenjacht is weer open. Het is zo langzamerhand het laatste wild waar we nog op mogen jagen. Dat dacht ik aanvankelijk, omdat hier en daar de hazen inmiddels ook al verboden vruchten zijn geworden. Maar oei, oei, dat klopt natuurlijk niet, complete faunabeheerplannen in een paar provincies konden een juridische toets niet doorstaan en zijn geschorst of vernietigd.
Ik had er eerst mijn twijfels over, maar nu denk ik steeds vaker, dat de KNJV er goed aan doet om opnieuw te streven naar de uitbreiding van de wildlijst. Het is te hopen, dat dat slaagt, want het kan weleens onze laatste kans zijn, of in juristentaal het ‘ultimum remedium'.
Maar goed, de bokkenjacht is dus weer open. Ik ben bezig met een verhaaltje over het uitnodigen van jonge jagers en hoe je dan te gedragen. Dan trilt de telefoon. B. meldt zich per Whatsapp met een fotootje. De bok die erop staat is geen jonkie, oud volwassen, misschien wel oud, zo schat ik hem.

De oude 'Grenswachter'
Toeval bestaat niet, schrijf ik terug. Ik zit net aan je te denken. Ik ben namelijk bezig met een verhaal waar jij ook in voorkomt, twee keer zelfs. Maar voldoet hij aan het afschot criterium “Vorne Kurz und hinten Lang?’
Maar toch, ik schrijf: mijn oprechte Weidmansheil, het is een heel mooie. 📯
Hij reageert lachend, maar de rest van zijn reactie had ik niet verwacht:
“Dit was (voor)opgezet”
Ik vind het in ieder geval een mooie taalkundige vondst. Kennelijk vond hij dat deze bok voorbestemd was om bij hem aan de muur te komen hangen. Kort of lang van voren, het donderde hem niet, want begeerte had hem aangeraakt.
“Nee, zo is het niet, ik had deze bok al een aantal keren gezien.
Ik beoordeelde hem als afschotrijp.
(Voor)opgezet geschoten dus.
Weidmannsdank Theo! 📯”
Sommige types leren het nooit, Waidmannsdank is Duits, met dubbel n.
Maar dit is een Nederlandse bok en weidmansdank is Nederlands en dus met een enkele n. Maar voor het overige blijft het een prima ventje, hoor, die B.
Maar zijn (voor)opgezet, het is geniaal deze spitsvondige reactie van hem.
En later krijg ik het hoe en waarom uitgebreid van hem te horen.
“Op de camera zag ik telkens drie bokken, waaronder een zware, en legio geiten. En tijdens mijn rondjes kwam ik geregeld nog een heel sterke bok tegen, een zware hoge zesser. Zijn gewei toen ook nog in de bast. Het was mogelijk een van de bokken die op de camera voorbij kwamen, maar deze leek haast nog sterker.
In de weken erna loerde ik steeds op hem, maar het was een slimme oude rakker. Hoe noem jij dat toch ook alweer, heimlich? Ik zei al: een oude bok, absoluut afschot rijp, die maar spaarzaam uit zijn territorium kwam.
Maar ja, toen kwam toch de dag waarvan ik vond dat het dan echt moest gebeuren. De wind kwam uit het Noorden en de planning van hoe te lopen zat al in mijn hoofd. Maar omdat het al een tijd niet had geregend knisperden de bladeren en het dorre gras onder mijn voeten als chips, er was geen beginnen aan. Zo verstoorde ik drie reeën vroegtijdig en aanspreken kon ik alleen op de spiegel terwijl ze afsprongen. Ik moest mijn plan dus aanpassen. Ik besloot dat ik zijn territorium ín moest. Wel vond ik nog een mooie bokkenschedel op een wissel waar ik nog nooit overheen gelopen was. Deze was voor zijn dood wellicht nog sterker dan degene waarop ik nu mijn zinnen gezet had. 'Die haal ik straks wel op' dacht ik.
Ik had al bijna twee weken niet meer gevoerd op de voerakker midden in het bos (dezelfde plek waar jij toen zat), de varkens ‘lopen’ niet. Dus een reden om daar heen te komen hadden de reeën niet meer, maar ja, ik moest toch wat. Ik besloot om daar de hele verdere dag te gaan aanzitten. Ik checkte de camera en zag dat de bok zich daar dan meestal tussen 14.00 en 15.00 uur even liet zien. Maar zoals gezegd, of ik kans zou hebben? De reden om op de voerakker te komen ontbrak immers en de bramen hadden inmiddels ook al uitlopers.
Om 13.00 uur plaatsgenomen op de hoge ladder daar en om 13.43 uur wordt mijn aandacht getrokken door iets, rechts van me. De Bok komt achter me, dus benedenwinds, vandaan en wisselt precies zoals hij al die keren daarvoor op de camera ook al deed, naar de voerakker. Goed kunnen aanspreken terwijl hij voorbij trok. Ja dit is hem. Echt een afschotrijpe oude bok. Hoge hartslag, daar heb ik op de een of andere manier meer last van met aanzitten dan met bersen, maar er zitten ook nog takken tussen mij en de bok. Dadelijk loopt hij in een rechte lijn door en verdwijnt hij nog…
Rust, wachten en wachten en kijken wat er gebeurt. Hij treedt uit op de voerakker, kruis erop, en hij maakt een pas naar links waardoor hij perfect blad komt te staan. Het schot gaat eruit en hij ligt op de plaats, bokkenkoorts: maximaal!
De bok als eerbetoon zijn laatste beet gegeven, ter plekke ontweid en het geweide direct onder de camera begraven. De volgende dag rond hetzelfde tijdstip stond een vos een uur lang op de camera die er druk mee was.
Ik ga langs bij de jachtopzichter. “En, heb je wat gezien? Ja, ik heb er twee!” antwoordde ik, terwijl ik de kofferbak opende. “Dat meen je toch niet echt…” Ik overhandigde hem toen de schedel zonder dat hij in de auto kon kijken. “Zo, dat is jammer want dat is wel een hele beste, maar daar heb jij niks meer aan kunnen veranderen. Mooi dat je zoiets vindt, je denkt wel eens, waar blijven onze bokken.”
“Nee dat klopt” zei ik, “maar deze heb ik ook nog meegebracht” en liet hem toen de bok zien die ik zojuist geschoten had. “Zo, die is een stuk ouder. Prachtig en Weidmansheil! Hang hem maar even op, dan koffie.”
Eenmaal in het keukentje, waar inmiddels nog wat andere jagers zaten, vertelde ik hoe het gegaan was. Iedereen luisterde aandachtig, jij zegt toch altijd dat het de verhalen zijn die De Jacht levend houden? Ik snap nu precies wat je ermee bedoeld”.
Een mooie jacht, een mooie bok, mooi afschot, maar ook nog eens een mooi verhaal B. Mijn oprechte weidmansheil, of, als ik je daar een plezier mee doe, voor deze ene keer dan: Weidmannsheil.
©TheoM

De vooropgezette bok en de gevonden bok