Bokkenterritorium? Drie bokken bij elkaar!

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Ik ben in Duitsland, mijn bedoeling was op de varkens, maar ik kon het niet laten om ook eens even op de Hirschkanzel te gaan kijken. Zo heet die kansel en zo heet hij natuurlijk niet voor niets.
Hoewel het roodwild bij ons geen standwild is, lukt het toch om -vaak daar- jaarlijks enkele stuks te schieten en de jachtopzichter had mij verteld dat hij er roodwild gespoord had.
Het was nog vroeg, het schemerde.
Ik zet mijn auto op ruime afstand van de kansel en loop er zo stil mogelijk over het pad naartoe. Via een bruggetje, dat die naam nauwelijks mag hebben, kom ik toch droog de beek over. Op een kleine weide sta ik onderaan een helling en ik kan vandaar onder de kansel door op een tweede kleine wei kijken. En die gaat daarna over in een wildakker.

Precies op die rand tussen de tweede weide en de wildakker zie ik wat staan.
Ik sta ook, stokstijf. Mijn hart slaat over. Kijken, turen, turen.
Nee, het is geen roodwild, maar reewild.

Voetje voor voetje ga ik in de richting van de kansel.
Telkens als het ree opwerpt sta ik weer stil.

Op een gegeven moment is de helling zodanig dat het ree mij niet meer kan zien; even ontspannen. Dan neem ik via een provisorische trap het eerste deel van de helling en kom aan bij de trap, de hoge trap van de kansel.

Hij, het is een bok, staat er nog.
Ik neem de eerste trede en sta stil.
Tweede trede, bok op nog geen 40 meter, 6-ender.
Derde, vierde trede.
Uit het hoge gras staat een ree op. Geit denk ik.
Voorzichtig de vijfde en zesde trede.
Verrek, geen geit, maar ook een bok, gaffel.
Trede zeven, acht en negen.
Nog een ree, uit het gras.
En, ook een bok(je). Knop/spitsertje.
Drie bokken vlakbij elkaar.
Ik sta stil, op de ladder, bang dat verder gaan het noodlot zal tarten.

Dan beginnen de twee oude(re) bokken achter het spitsertje aan te rennen.
Dat duurt even, maar dan verdwijnt het spitsertje in het bosschage.
De andere bokken blijven nog even bij elkaar lopen.
Dan verdwijnt de 6-ender ook in dezelfde bosschage.
De gaffel blijft daar nog even voor staan en veegt.
Hij gaat daarbij zelfs op zijn achterlopers staan.
Maar dan verdwijnt hij ook.

Ik kan verder ongemerkt -denk ik- de ladder op en installeer mij in de kansel.
In de uren die volgen zie ik geen roodwild.
Wel een vos, te laat.

En dan komt hij uit het bosschage, het spitsertje.
Het is een mooi afschot, zo besluit ik en zodra hij blad staat is het schot onderweg.



Tja, bokken hebben een territorium, zeker in deze tijd.
Oude bokken willen nog wel eens een jaarling tolereren.
Maar twee oude(re) bokken die elkaar zo verdragen?
En zelfs nog een derde, weliswaar jonge, bok daarbij?
Ik zag het nog niet eerder.

©TheoM
één moment...