Blattjagd

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Jagers zijn geneigd veel Duitse jachtgezegden over te nemen en te vernederlandsen. Neem bijvoorbeeld het Duitse ‘Strecken’, dat ik dat daar maar nauwelijks gebruikt hoorde worden. Des temeer -en steeds vaker- hoor ik het in Nederland. Maar ik kan er maar niet aanwennen, zeker niet als het ook nog eens gebruikt wordt in een niet-grofwild-context. Ik krijg subiet allergische uitslag als iemand hier zegt: ‘ik heb een kraai gestrekt’! En dan ook nog kan rekenen op een ‘weidmansheil’, brrrrrr
Maar dat germanisme gebeurde gek genoeg niet met het Duitse “Blattjagd’, het prachtige onderdeel van de jachtvormen op de ‘rode bok’, de bronstbokken. Blattjagd vond eigenlijk geen gangbare omzetting in het Nederlandse Jachttaalgebruik. Fiepjacht, dat zou misschien nog het meest het ‘Blattjagd’ benaderen. Want oorspronkelijk werd er geen Buttelo of zo gebruikt, de Waidmann moest dat fiepen doen met wat het veld hem bood. Een (beuken)blad dus, daar komt die naam vandaan.

Maar genoeg gemijmerd, het lijkt erop dat het gebruik van de jachttaal geen item meer is, en de bronsttijd nadert. Het is een mooi moment om eens in te zoomen op een paar vuistregels in die mooie jachtvorm. Maar let op: uitzondering bestaan altijd, maar zijn daarom nog niet de regel.

In de juiste tijd!
Te vroeg of te laat ‘slecht’ fiepen staat succes in de weg.
In de juiste tijd gefiept, maakt de kwaliteit van de fiep nauwelijks uit.
De spreekwoordelijke aanlopende fiets doet dan zelfs de bok springen. Rien Poortvliet schilderde dat ooit in zijn kenmerkende stijl. 
Maar ben je een beetje ‘buiten’ de tijd, dan maakt de kwaliteit van je gefiep wel uit. Oefenen dus, maar dat doe je thuis, niet tijdens de jacht.

Let op de wind!
Waar heeft de bok zijn instand? Dat benader je heel langzaam en stilletjes tegen de wind. De bok heeft in zijn territorium bijna alles in de gaten. En vermoed je dat hij toch iets van je kan hebben meegekregen, gun hem dan nog 15 minuten extra rust.

Voorbereid op het schot!
Fiep, kijker en passende schietstok gereed!
Geen riem aan je buks!
Handschoenen, camouflagekleding!

Je positie tijdens het fiepen!
De bok verleiden om uit zijn dekking te komen en zich aan je toont, dát is waar het omdraait. Het is dus zaak je zo te gedragen dat die het minste argwaan koestert. Daarom, als jij ook in de dekking zit, dan altijd vanaf de bodem fiepen. Op korte afstand vertrouwt een (oudere) bok het niet als je het daar vanaf een kansel probeert. Hij is namelijk ervaringsdeskundige en heeft nog nooit een fiepende geit gevonden in jouw hoogzit.

Op het vlak bepalen jullie beider positie of het van belang is, dat van hoog of laag fiepen. Hoe verder de bok van je verwijderd is des te minder maakt het uit.

Neem je tijd! 
Als je een geschikte positie hebt ingenomen, wacht dan een kwartiertje voor je begint te fiepen.
Wacht na het fiepen zonder resultaat altijd nog een tijdje voordat je je verplaatst.
En als de bok uittreedt, stop dan tijdig met fiepen. Daardoor bestaat de mogelijkheid dat de bok gaat zoeken en draaien en daardoor zijn blad vrijgeeft.

Ga er zoveel mogelijk uit!
Timing is alles en om de juiste dag te ontdekken moet je er dus op uit.
Het tijdvenster waarop de bok ‘op alles’ wil springen is zeer klein.
En zorg voor goede camouflagekleding, want de bokken zijn ook dan wantrouwend voordat ze ‘springen’.
Maar op een werkelijk goede bok moet je op de hoogtepuntdagen fiepen. Dicht genoeg bij de instand dat hij je horen kan en vergenoeg ervan weg zodat je je eventueel nog een beetje kan verplaatsen, maar nogmaals: vooral lang blijven zitten.

De beste tijd?
De bronsttijd loopt grofweg van half juli tot half augustus. Maar ook voor die tijd willen bokken al wel reageren, ze ‘lopen over van testosteron’ en als zich dan een groen blaadje aandient…
En ja, soms zijn er al bronstactiviteiten waar te nemen voor die tijd, die meestal door de geiten genegeerd worden. In de regel van de jonge(re) bokken die nog geen territorium veroverd hebben. 
Net zoals je na die tijd, je kan ze dan verleiden door je met je gefiep voor te doen als een geit die de boot gemist heeft.
Maar in die maand waarin de bronst plaatsvindt zijn er betere en mindere dagen. Het hoogtepunt van de bronst start ongeveer de laatste week van juli, dan worden in korte tijd de meeste geiten bronstig. Dat betekent wel dat de bokken dan veel keus hebben en geiten misschien wel beter fiepen dan jij… Maar juist in die tijd kan het fiepen als een kalf kansen creëren. En het gebruiken van de pi-a kan dan de territoriumbokken verleiden om eens een kijkje te komen nemen welke rivaal het gewaagd heeft om in zijn gebied…
En de beste uren gedurende het hoogtepunt van de bronst zijn tussen 10.00 en 14.00 uur.

De temperatuur.
Zolang het nog koel is biedt het veld overdag mogelijkheden, maar daarna moet je in het bos zijn. Zorg daar dan voor afstand/zicht, minstens zo’n 30 à 40 meter.
En voor de mate van activiteiten tijdens de bronst lijkt in het algemeen de temperatuur een bijna allesbepalende factor.

Tot slot.
Als werkelijk niets werkt, of als je speciaal gaat voor een ‘medaillebok’, zoek dan de instand van zo’n oude en ervaren bok op, daar waar hij geveegd en gekrabd heeft en je hem hebt gelokaliseerd. Blijf er dan uren zitten. Hij komt vast en zeker om zijn territorium te bevestigen. Grenswachten, dat zijn het.

Weidmansheil!
Althans in het Nederlands want de Duitsers noemen het Weidmannsheil of Waidmannsheil, met -dubbel-n’- dus.

©TheoM


één moment...