Animal Rights
Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
December is de maand waarin wij traditiegetrouw onze ‘grote dag’ op de hazen houden. Hier kan dat gelukkig nog. Regelmatig tellen we ze, ook in de avond, nacht en vroege ochtend. De aantallen nemen jaar na jaar alleen maar toe. Ondanks dat het predatiebeheer ons hier moeilijk (vossen) en onmogelijk gemaakt (kraaien) gemaakt wordt.
Binnenkort is het dus weer zover dat we op hazenjacht gaan en we zijn benieuwd of we ze weer zullen zien, die zelfbenoemde ‘beschermers van in het wild levende dieren’? In het verleden kwamen enkele leden van Animal Rights nogal eens onze jacht verstoren. Op de laatste keer dat we ze zagen, kom ik zo nog terug.
Maar hun ‘gedoe’ was echter snel verleden tijd, toen er een tijdelijke burgemeester in ons dorp kwam, die een eigen mening had en niet slechts een vertolker van politiek correcte standpunten.
Die burgemeester verbood namelijk de acties van Animal Rights èn regelde dat wij rechtstreeks telefonisch toegang kregen tot de meldkamer. Eén telefoontje was voldoende om hun actie direct in de kiem te smoren. Hulde voor dit soort bestuurders.
Het soort ‘dierenbeschermers’ van Animal Rights zijn onderdeel van een sterk verweven netwerk, ‘Eco Nostra’ noemde iemand het ooit. En net als bij de echte maffia speelt geld geen rol en er kunnen onbeperkt rechtszaken gevoerd worden. Die rechtszaken zijn zodoende ook een vorm van sabotage.
En zoals alle leden van deze Groene Familie hebben zij, beter dan de belangenbehartigers van De Jacht in Nederland, hun zaakjes op orde waar het het bespelen van de publieke opinie betreft.
Onlangs was dat nog eens overduidelijk toen Animal Rights weer eens zonder weerwoord een podium kreeg in het Algemeen Dagblad. Subtiel wordt daar de geest van de lezer ‘vergiftigd’ door insinuaties te doen, zoals ,,Van bedreigingen vanuit hun kant (hij bedoelt die van de jagers dus) is de afgelopen jaren geen sprake geweest”.
Daar kunnen we boos over worden, maar ik schreef al eerder: laten we er een voorbeeld aannemen. Want de publieke impact door hun uitgekiende mediastrategie lijkt groter dan de achterban die zij daadwerkelijk kunnen mobiliseren.
Precies omgekeerd dus wat de KNJV weet te bereiken: een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking staat positief ten opzichte van de jacht en wildbenutting. Maar daar weten we de publieke opinie onvoldoende mee te bereiken. Met feiten emoties bestrijden is een schier onmogelijke taak.
Hoe dan ook, op onze jachtdagen konden zij geen grote groepen sympathisanten op de been brengen en waren zij meestal maar met enkelen.
En het was Joost Kant, iemand die al bijna 70 (!) jaar jaagt, die duidelijk maakte dat de leden van Animal Rights wel práten over verjaging in plaats van bejaging, maar niet bereid zijn tot daadwerkelijke actie. En hoe legde hij die schijnheilige houding bloot?
De ‘dierenbeschermers’ kwamen met het initiatief om vrijwilligers in te zetten om de ganzen te verjagen ‘Dit zou als alternatief moeten dienen voor bejaging. Eén van de vereisten aan de vrijwilligers was om beschikbaar te zijn op het moment dat de ganzen op het land van de boer zitten. De vrijwilliger kreeg dan een seintje en werd vervolgens geacht te verschijnen’.
Er was in de polder een boer die mee leek te gaan met het sentiment van Animal Rights, dat de schade die ganzen veroorzaken voorkomen zou kunnen worden door ze uitsluitend met ratels te verjagen. En ik kan mij zo’n standpunt van die boer wel een beetje voorstellen: het ging hem uiteindelijk om het resultaat: geen schade. Het liet hem dus koud of dat nou gebeurde door een ratel of door hagel.
De oproep van de ‘dierenbeschermers’ voor vrijwilligers die de ganzen zouden gaan verjagen, leverde maar liefst vier mensen op. Twee van Animal Rights, één van de Dierenbescherming en dus de jager Joost Kant.
Telkens als de boer meldde dat er ganzen op zijn akkers zaten, was Joost er., Een woord een woord, een man een man; hij deed wat hij beloofde en waarvoor hij zich had opgegeven.
Maar liefst zo’n 50 keer was hij er, met zijn ratel, alleen.
Ja echt, hij stond daar dan alleen, de andere vrijwilligers kwamen niet opdagen.
Joost was dus de enige die daar telkens stond. “De een moest haar kinderen van school halen, de ander vond het te koud en weer een ander liet uiteindelijk helemaal niks meer van zich horen. Het gebied ‘te ver weg’ en de tijden waarop ze moesten verschijnen ‘te vroeg’.”
De beschermers ontmaskert zullen we maar zeggen, demonstreren kunnen ze wel, maar hulp verlenen niet. Inmiddels wordt er weer bij de betrokken boer gejaagd en Joost werd door de KNJV benoemd tot ‘Ganzen(ver)jager van het Jaar”.
En wij zagen ze sinds die tijd dankzij Joost Kant en die burgemeester ook niet meer. Maar hun laatste optreden op onze ‘grote dag’ herinneren wij ons echter nog ‘als de dag van gisteren’.
Met zo’n 10 jagers en 10 drijvers liepen wij in linie over een akker toen we een paar auto’s langzaam voorbij zagen rijden. Ze werden geparkeerd op twee dammetjes en daar stonden ze dus, de beschermers van ‘ons’ wild. Met een paar megafoons werd een hels kabaal gemaakt. R., de jagermeester, maakte met gebaren duidelijk dat we de drift gewoon moesten afmaken.
Zelf had hij kennelijk andere plannen, want ik zag hem in de richting van de demonstranten lopen. Dat leek mij geen goed idee. Wel dat hij kennelijk van plan was het gesprek met hen aan te gaan, maar niet dat hij dat alleen ging doen.
Snel was ik bij hem en samen liepen we naar de demonstranen toe. We hadden onze geweren gebroken en ontladen, maar toch zei ik R.: “geef mij je geweer. Als ze foto’s maken sta je met een geweer in je handen al met méér dan één punt achter in de publieke opinie”.
Zelf bleef ik op geruime, maar wel op gehoorafstand van de samenscholing staan. Zodoende kon ik horen wat R. tegen de activisten zei. En hij verbaasde mij, je moet er maar op komen.
“Jullie zullen wel verwachten dat ik boos ben, omdat jullie denken dat je onze jacht hebben verstoord. Nou, dat is niet het geval. Ik kom om jullie te bedanken. Normaal is, dat er nogal wat hazen via de dammetjes weten te ontsnappen. Dat is niet erg, maar wel jammer van al onze inspanningen.
Maar vandaag hebben we veel meer hazen dan normaal kunnen schieten, dankzij jullie. De dammetjes durfden ze niet meer over door jullie aanwezigheid daar en het lawaai dat jullie maakten. En zo kregen wij de kans ook die hazen te schieten die jullie voor ons hebben tegengehouden. Nogmaals bedankt! En als jullie daar zin in hebben. Kom dan straks ook even naar de boerderij. Daar maken we niet alleen tableau maar drinken de hazen ook dood. Twee rituelen die we graag met jullie willen delen”.
Briljant vond ik zijn actie, je moet er maar opkomen. Je begrijpt aan dooddrinken deden ze niet, maar het mooie is, dat we ze daarna ook nooit meer tijdens onze jachtdagen gezien hebben.
Maar misschien is dat te vroeg gejuicht en meldt Jeffrey van Animal Rights zich. Persoonlijk schat ik in dat zijn club het winnen van zieltjes belangrijker vindt dan het redden van een paar hazen. Het is uiteindelijk een sekte; dus voor alles doen ze het in de eerste plaats om het winnen van zieltjes.
©TheoM