“Alleen voor jagers”

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
‘Alleen voor jagers’ is een boek uitgegeven in 1967, dat echter al snel uit de handel werd genomen.  Wil Huygen, maar vooral Rien Poortvliet waren nogal vaak in Koninklijke kringen. Dat leidde er min of meer toevallig en onopgemerkt toe dat er een tekening van Bea en Claus in stond. Maar dát viel toch in verkeerde aarde…


Eigenlijk was die commotie niet goed voor te stellen want er was voor dat de uitgave uitkwam vast goed naar gekeken door mensen die er toe deden. Zoals de Jagermeester van Hare Majesteit der Koningin in Gelderland die een meer dan lovend voorwoord schreef. 

En die tekening, ach. Je ziet een soort compilatietekening van een drijfjacht op wilde zwijnen. En daarin staat Claus, van achteren getekend, maar als je hem kende, ja, dan zou je hem kunnen herkennen. Datzelfde geldt voor Beatrix, die een hoofddoekje draagt, waardoor ze eerder op haar Engelse tante Elizabeth lijkt, een corgi-vrouwtje dus.

Nee, dan had Jan Teulings zich eerder kunnen beklagen. Hij was een in die tijd zeer bekende acteur, speelde jarenlang de rol van Commissaris Maigret, waardoor hij ook buiten de schouwburgen van dit land bekendheid verwierf. Jan was ook jager en maakte deel uit van de combinatie van Cartouche, Arnold van der Wal, de legendarische hoofdredacteur van De Nederlandse Jager in de tijd dat dat blad door jagers nog zeer gewaardeerd werd.

Nou joeg Jan niet alleen op wild maar ook op vrouwelijk schoon, maar dat laatste probeerde hij een beetje voor Cartouche verborgen te houden. Enfin, daar staat Jan dan in het boek te kijken naar een drijver die zijn lieslaarzen met een soort ruwe versie van een jarretelletje aantrekt. In de gedachtenballon boven Jans hoofd is een zeer jonge dame getekend, naakt op jarretelkousen na. Tja, a dirty mind, maar hij wilde er niet mee te koop lopen. Laat staan zo getekend worden.

En mijn zwager P. had zich natuurlijk ook kunnen beklagen. Maar hij deed het ook niet. “Weet je, Theo, ik ben al lang blij dat ik niet weer eens als een soort Neanderthaler ben neergezet”.

Hoe dan ook, het boek moest en zou uit de handel genomen worden, zo was op Soestdijk besloten. In 1975 kwam er een gekuiste versie uit; nieuwe titel ‘Niet alleen voor jagers’.

Ik had de eerste, de gewraakte versie dus. Die leende ik ooit uit, maar ik weet niet meer aan wie en ik zag het boek ook nooit meer terug. De gekuiste versie kocht ik ook, maar dat verlies bleef toch knagen.

Regelmatig schuimde ik het internet af opzoek naar een exemplaar van die eerste ongekuiste uitgave. En ik vond er daar eindelijk een. Maar het lukte mij toen niet om het te machtigen, S. was mij voor. En dat was des te meer jammer omdat er een voorwoord van Wil Huygen in stond, opgedragen aan Walty Dudok van Heel. Walty was een kunstenares die vooral veel dierenafbeeldingen maakte. Zij overleed in 2009 aan kanker en niet lang voor haar dood kwam ik haar nog tegen toen zij met zwager P., jachtopzichter van de combinatie van Wil Huygen (Nielen & Co), een reegeit geschoten had. Het was haar laatste…

Dat dit boek in de handel gekomen was verbaast mij. Voor de nabestaanden zal het toch ook emotionele waarde gehad hebben? En ik meen dat haar partner, die toen niet jaagde, later zijn jachtakte gehaald zou hebben, zodat het ook nog een praktische waarde voor hem zou kunnen hebben.

Enfin, als S. dit leest; een boekenruil zou mij een groot plezier doen.

Want, toeval bestaat niet, maar toch min of meer toevallig liep ik D. weer eens tegen het lijf. Een echte oude weidman, hij schreef onder het pseudoniem ‘Parker’ ooit ook in de Nederlandse Jager. In het kielzog van het vertrek en kort daarna het overlijden van Cartouche, vertrok hij ook bij het KNJV-blad als scribent, net zoals zovele andere schrijvers van prachtige verhalen waar jagers zich zo goed in konden herkennen. 
Parker is zelf meer dan bescheiden over zijn schrijverskunst, maar daar denken anderen toch anders over. Op het jachtforum schreef hij talloze prachtige verhalen. Zijn ‘Polderdingen’ zijn echte juweeltjes.

Zowel het vertrek van de hoofdredacteur als het vertrek van veel vaste medewerkers werden uiteindelijk het einde van De Nederlandse Jager als hèt ‘Vakblad Voor De Jager’. De bellettrie moest uit het blad verbannen worden. Wat ervoor in de plaats kwam? Armoede. Neem bijvoorbeeld het Kerstnummer 2022 van Het Jagertje. Het verhaal van Hans Mulder was prima, maar dat was het dan wel.

D. ontvallen de laatste tijd nogal wat vrienden met wie hij decennia gejaagd heeft en voor de weduwen van enkele verkocht hij wat jachtspullen. Veel inmiddels gedateerd; wat men ooit persé moest en wilde hebben, daar is nu bijna geen interesse voor. Een beetje kunst en veel kitsch, maar alles had ooit emotionele waarde. En boeken, veel boeken. Jagers lazen toen veel meer dan nu, althans dat denk ik. En één van die boeken: ‘Alleen voor jagers’.

Toen ik mijn interesse kenbaar maakte, was zijn reactie: verdorie!
Verdorie? Ja, want hij had het net verkocht. Voor maar liefst € 10, aan een jonge jager.
“Weet je wat Theo, ik kijk wat ik voor je kan doen”.

Wat hij gedaan heeft weet ik niet, maar even later kwam het bericht dat ik het boek kon ophalen. Ik ben er wat blij mee, ‘Alleen voor jagers”.

Nu S. nog voor een ruiltransactie.

©TheoM
één moment...