Zomereik
- De bladeren zijn dofgroen, onregelmatig, bochtig en veerlobbig met een korte steel
- De twijg is olijfbruin en kaal met veel knoestig kortlot
- De vrouwlijke katjes zijn klein, de mannelijke katjes hangend
- Bloeit in april en mei
- Eikels zijn lang gesteeld
- Wordt 15 a 30 meter hoog