Jachtezels

Gepubliceerd: , in Artikelen
“Echt, heb jij op ezels gejaagd? Echte, wilde ezels? Dat was zeker in een ver buitenland?” Kennelijk werd hij opgewonden bij de gedachte alleen al. En ja, het was wel ver weg, maar toch wel gewoon in Nederland.
Op Bonaire leven nog vele honderden ezels in het wild. Ze zorgen er voor veel verkeersongelukken, schade aan land- en tuinbouw en aan de inheemse flora. De inwoners van de armere delen van het eiland, met name in het noorden, waren dan ook blij als jagers hen van (een deel van) hun overlast verlosten. 

“Danki” <dank> hoorde je dan in het Papiaments. En als je als ‘bijvangst’ dan ook nog een wilde geit schoot, was “Masha danki” <veel dank> je deel. En als je het vlees dan ook nog eens aan hen schonk kon je ’s avonds blijven mee-eten. Maar ja, dat was in het deel van het eiland waar de armen wonen.

De meeste inwoners van het rijke, zuidelijkere deel van het eiland hebben minder last van de wilde geiten en ezels. Die zien ezels dan ook meer als knuffeldieren, letterlijk. Want inmiddels schijnen er zo’n 800 ezels in een opvang te zitten, om daar door hen en natuurlijk door toeristen op een heuse knuffeltoer geknuffeld te worden.

Maar over deze Nederlandse jachtezels wil ik het nu niet hebben. Nee, de term jachtezel kwam bij mij op toen ik een bericht las van de KNJV over Mevrouw van der Wal. Zij is Minister van Natuur & Stikstof en daarmee als het om de Jacht gaat de belangrijkste gesprekspartner van onze belangenbehartigers. Maar ik beschouw haar niet als de ezel.


Het is nog maar drie maanden geleden dat deze foto werd geplaatst van een gesprek dat men met de minister had.

Men noemde het een ‘constructief’ gesprek waarin is geconstateerd dat er in de discussie rond de zogeheten stelselwijziging voldoende ruimte is om op een open manier met elkaar van gedachten te wisselen.

Ja, ja…

Maar nu laat diezelfde minister, die van het constructieve gesprek dus, weten dat ze haar ambtenaren voorbereidingen laat treffen voor het intrekken van de vrijstelling en de aanwijzing van konijn, houtduif en kauw. 

Kennelijk hebben onze belangenbehartigers zich in slaap laten wiegen door dit gesprek en doordat de minister in de Tweede Kamer een PvdD-motie met die strekking had ontraden. Ze gingen er waarschijnlijk vanuit dat zij geen daadwerkelijke uitvoering aan die motie zou geven.

Maar ja, maar ja…

Ik had ooit eens zo’n onbetrouwbare overlegpartner, een topambtenaar. Ik zocht hem direct op toen dat uitkwam. Het gesprek ontspoorde toen ik hem vertelde wat ik met hem van plan, want dat was niet mis. Letterlijk: ‘ik zou hem voor zijn ballen schoppen en als hij dubbel gebogen voorover stond, hem met zijn bek langs het granol halen’. 

Dat was natuurlijk niet netjes van mij. Maar wat moet je anders met zulke onbetrouwbare honden? De ambtenaar belde zijn baas, een belangrijke Rotterdamse wethouder. Maar ik was hem net voor want ik was daar direct na mijn uitbarsting naartoe gereden en had hem alles al verteld. 

Het telefoontje van de ambtenaar kwam door en ik kon meeluisteren. Toen de ambtenaar aan de wethouder na de inhoud aan de wethouder melde dat ik hem ‘voor zijn ballen’ zou schoppen, onderbrak de wethouder hem met de woorden: “Dan heb je nog geluk gehad, want voor hetzelfde geld had hij je langs het granol gehaald”.

Nooit meer wat van deze ambtenaar gehoord. Andere tijden, inderdaad. Maar wel met politieke bestuurders die ook ‘ballen’ bezaten en begrepen dat in het overleg geldt dat ‘een man een man, een woord een woord’ is.

Maar nu, hoe verder in deze cruciale fase in het de nek omdraaien van de Jacht in Nederland? Onze belangenbehartigers gaan morgen naar de betrokken topambtenaar op het ministerie, lees ik. Nee, niet om te schoppen of te granollen, maar om ‘hun ongenoegen’ te uiten. Andere tijden, inderdaad. Maar of we het ermee redden?
 
Jachtezels.
Je hebt ze in alle soorten.

©TheoM
één moment...