De plezierjager

Gepubliceerd: , in Artikelen

Canis Lupus

Het is bekend, dat bij aanvallen van wolven (Canis Lupus) op schapen er vaak veel meer dieren gedood of verminkt worden, dan de wolf of wolven zouden kunnen opvreten. Volgens onze nationale wolvendeskundigen zou dat komen, doordat ons vee in een beperkte ruimte opgesloten zit. Normalerwijze zou de wolf alleen doden wat hij op kan vreten. 
En inderdaad kennen we allemaal de verhalen van vroeger, toen elke boer (en veel stadsmensen) zijn eigen kippenhok had: wanneer een vos of bunzing de kippenren binnen wist te komen, werd het dier door een soort razernij bevangen en doodde zoveel mogelijk kippen.
De genoemde verklaring klinkt dan ook zeer aannemelijk. Er is echter één probleem: ze klopt niet!
Will N. Graves schreef in 2007 het boek ‘Wolves in Russia’ (hier een samenvatting in het Nederlands), gebaseerd op 50 jaar ervaring met wolven, waarvan 40 jaar in de Sovietunie, waar hij met talloze wetenschappers en ervaringsdeskundigen sprak en alles bestudeerde wat met wolven te maken had vanaf de Tsaren-tijd tot begin deze eeuw. We mogen er dus vanuit gaan, dat deze man weet waarover hij spreekt.

Het Yellowstone National Park  (YNP)

Rond 1990 onstond in de Verenigde Staten het plan om wolven uit te zetten in het Yellowstone National Park. De wolf zou daar helemaal uitgeroeid zijn (wat niet klopte) en herintroductie zou goed zijn voor de biodiversiteit.
Nu is het een feit, dat onbeperkte kuddes hoefdieren een gebied behoorlijk kunnen kaalvreten, wat je weer kan verhelpen door de dieren te bejagen en op te eten. Wolven uitzetten zal daar ongetwijfeld ook invloed op hebben. De vraag was echter of dat een blijvende verrijking van de natuur zou brengen. 

Will Graves dacht daar gezien zijn ervaring en kennis weinig positief over en waarschuwde de autoriteiten in 1993 het niet te doen. Dit deed hij middels een brief aan Ed Banks, die toen projectleider was bij de USFWS, de Fish&Wildlife Service van de overheid in de Verenigde Staten.
Zijn brief bespreekt meerdere belangrijke facetten van het onderwerp, maar ik beperk me hier tot een paar citaten uit de brief, die vooral gaan over de natuurlijke roofzucht van de wolf.

Citaat.
De Soviets hebben op professionele wijze gedocumenteerd hoeveel prooidieren er ‘normalerwijze’ gedood worden per wolf in 1 jaar. Volgens deze Soviet-literatuur doodt één wolf per jaar:
  • of 50 herten
  • of tot 90 saiga-antilopen
  • of 50-80 zwijnen
  • of 8 tot 10 elanden

Let wel: 
Dit gaat over de gemiddelde wolf, die dus een aantal prooien doodt, dat hij onmogelijk op kan vreten. Eén zwijn (50kg) of één hert (100kg) per week is voor de grootste wolf te veel.   


Citaat.
Het is goed gedocumenteerd, dat wolven plezierkillers zijn.
Enkele voorbeelden uit de Soviet-literatuur: 8 wolven doodden 50 rendieren in twee dagen. In 1978 doodde 1 wolf 39 rendieren in één aanval. Een andere wolf 29 rendieren in één aanval. Een roedel doodde in een paar korte aanvallen meer dan 200 schapen.
In Zweden doodde 1 wolf in 19 dagen 80-100 rendieren.

Will Graves gebruikt de uitdrukking ‘lustfull killer’, oftewel lustmoordenaar. Ze doden omdat ze het leuk vinden. Vaak wordt ook melding gemaakt van een ‘killing spree’ als van een orgie, een ruig feestje.
Uit zowel de Sovietunie, als uit de VS, zijn er meldingen van jonge wolven, die op die manier door de oudere dieren getrained worden op een kudde schapen.

Citaat.

Wolven laten vaak hun prooidieren verschrikkelijk lijden. In de technische Soviet-literatuur wordt in detail beschreven hoe wolven hun prooi doodden. Dit is geen aangenaam onderwerp. Zo kan het enige dagen duren  voor een paar wolven een elandstier hebben gedood. In die tijd vreten ze de eland in feite levend op.

De Plezierjager Canis Lupus is een vraatzuchtige, effectieve moordmachine

Yellowstone een paar jaar later

In 2014 verscheen het uiterst goed gedocumenteerde boek ‘The Real Wolf’ van Ted B. Lyon en Will Graves met bijdragen van nog 10 anderen en met in totaal meer dan 450 referenties en literatuurverwijzingen. Ze noemen het zelf het resultaat van 30 jaar arbeid.



De boodschap is: het uitzetten van de 66 Canadese wolven in 1995 is een ramp voor de natuur en wildstand in het Nationale Park, voor de veeteelt er omheen, voor veel boerenfamilies, voor het toerisme en de economie van de omliggende staten.
De wolven hadden zich namelijk met ongekende snelheid uitgebreid tot ver buiten het park. Dat was niet de bedoeling geweest van de USFWS, maar wel van machtige actiegroepen. Ook in de VS vinden sommigen dat de boeren het land uit moeten en alles terug naar ‘de natuur’. Niet vreemd, dat de pro-wolf groepen in de VS tegen de niet te ontkennen feiten in blijven beweren, dat de natuur er alleen maar op vooruit gegaan is.

In 1995 omvatte de populatie wapiti’s in het noorden van Yellowstone 19.000 dieren, in 2009 was dat 6.200 en in 2012 nog maar 4.174. Tegelijkertijd was er van de 1.000 elanden zo goed als niets over.

In de VS is het belangrijkste hert de wapiti. Die wordt daar meestal  Elk genoemd, niet te verwarren met hier in Europa waar met Elk (of Elg of Älg) de eland bedoeld wordt, die in de VS weer Moose heet. De wapiti is groter dan ons edelhert en ongeveer 100kg zwaarder.

In het Lolo National Forest (Montana), waar de wolven al direct in 1995 heen gemigreerd waren, zakte de populatie wapiti’s van 12.000 naar 2.000 in 2011.
En toen mijn vrouw en ik in 2001 ons stuk land kochten bij Bozeman (even ten noorden van YNP), telde de Gallatin-populatie 1.000-1.200 wapiti’s . In 2011 waren er daarvan 42 over. En dat is allemaal terug te voeren op die 66 wolven uit 1995 en hun nageslacht. (Ted B.Lyon)



Dit allemaal wetende kunnen we ons een voorstelling maken van de gevolgen voor de veeteelt in de aangrenzende staten met die enorme weidegronden, die vaak alleen te paard beheerd kunnen worden.

Hoeveel wolf kan een wildstand verdragen?

In een paragraaf over Belarus (Wolves in Russia) noemt Graves 8-10 wolven per 100km2 (10x10 km) een zeer hoge dichtheid, waarbij praktisch alle jongen van elanden, zwijnen en reeën gedood werden, nog afgezien van de volwassen dieren, die verscheurd of verwond werden.

Arthur Bergerud (The Real Wolf Chapter 8) bestudeerde 30 jaar lang de populatiedynamiek van rendieren in Canada. Eén populatie, die hij bestudeerde, kwam terecht in een zogenoemde predator-pit: een zéér lage dichtheid rendieren (b.v. 0,06/km2), waarbij elke aanwas onmiddellijk te niet gedaan wordt door een verhoogde predatie door de wolf. Beheer van de wolf werd in die tijd in Canada nauwelijks uitgevoerd.
Gedurende meer dan 10 jaar volgde hij nauwgezet 2 populaties rendieren, de een in een gebied met wolven en de ander praktisch vrij van wolven. Hij kon zo aantonen, dat een rendierpopulatie een hoge dichtheid (b.v. 10/km2) kan handhaven, zolang er minder dan 6,5 wolven aanwezig zijn per 1000 km2.. Oftewel 0,65 per 100 km2.

Een Noodkreet uit Frankrijk

Uit Frankrijk komen de eerste berichten, dat de vernietiging van de wildstand ook in Europa te gebeuren staat. Als de schatting van 200 wolven voor het hele departement La Drôme enigszins realistisch is, dan is er sprake van ongeveer 3,4 wolven per 100 km2. In ieder geval vér boven het getal van Bergerud.

Ons Nationaal Park de Hoge Veluwe 

Dit park beslaat ongeveer 55 km2. Als het getal van Bergerud hier toegepast mag worden, is er dus plaats voor 0,35 wolf.
Begin 2023 zijn er zeker 7 wolven aanwezig. Dit betekent een extreme dichtheid van 14 wolven 100 km2.
In Juni 2023 slaat het park zoals te verwachten alarm: DE WILDSTAND KELDERT in alarmerend tempo. 
Als er niet ingegrepen wordt, zal het wild spoedig uitgeroeid zijn (predator pit), zeker wanneer de wolvenstand naar verwachting nog verder doorgroeit. Dit zal de economische ondergang van het park betekenen.
Wat de wolven gaan bejagen, wanneer het wild op raakt, laat zich raden. Een hongerige wolf is alleen met grof geschut te stoppen.

Er zijn afgelegen dorpen in Siberië, die belegerd werden door wolven, zodanig dat de mensen nauwelijks naar buiten durfden – zeker niet ’s nachts. (Will Graves)
Het weer opbouwen van een goede wildstand kan enkele decennia duren.
Het trieste is: de beleidsmakers – nationaal en Europees – hadden dit allemaal allang kunnen weten.

De Veluwe

Het getal van Bergerud (0,65 wolf per 100 km2) kan natuurlijk niet al te exact geïnterpreteerd worden - er zal sprake zijn van een zekere bandbreedte, afhankelijk van o.a. prooidiersoort en terreinomstandigheden. Maar de berichten hierboven uit Frankrijk, de Hoge Veluwe en zelfs Belarus laten zien, dat het in eerste instantie een bruikbare maatstaf is om een veilige grens in te schatten. 
Verder is het denkbaar, dat de snelheid waarmee effecten optreden, afhankelijk zijn van de grootte van het gebied. Het lijkt bijvoorbeeld logisch dat in een klein, gesloten gebied als de Hoge Veluwe de wildstand sneller instort. Of in een klein, overvol land als Nederland t.o.v. bijvoorbeeld Duitsland. 

De hele Veluwe meet ongeveer 1000 km2.
Hier zou dus plaats zijn voor 6,5 wolf, als we de door mensen bezette gebieden en veeteeltgebieden even vergeten. Dus praktisch misschien 3 wolven – en dat mogen er niet meer worden.

Koninklijke Houtvesterij Het Loo: 97 km2.
Plaats voor 0,63 wolf, verdeeld over de verschillende boswachterijen

Nationaal Park Veluwezoom: 50 km2
Plaats voor 0,3 wolf

Het volgende drama dient zich aan

Onze idealistische dierenvrienden hebben lang de veronderstelde menselijke plezierjagers bestreden in hun strijd tegen dierenleed en achteruitgang van de biodiversiteit. Met als bedroevend resultaat:
  • het treurige schouwspel in de Oostvaarderplassen
  • de explosie van de ganzenpopulatie
  • het oprukken van de vos en andere predatoren
  • achteruitgang weidevogels en zangvogels

Nu zetten ze zich weer vol in voor het verwelkomen van een volbloed Plezierjager, de Wolf.
Blind voor dierenleed.
Het resultaat is voorspelbaar.


© Paul Bouwmeester
één moment...