“De moord op de Grijze Wolf”
Gepubliceerd: , in Artikelen
Zoals beschreven in De wolf in bewoonde omgeving heeft de Canadese bioloog Valerius Geist aangetoond, dat de echte wolf onvermijdelijk ten onder zal gaan in de menselijke omgeving. Hij wijt dit vooral aan het onbenul van de dierenvrienden en natuurdromers.
Maar is er misschien ook sprake van voorbedachte rade?
De Fin Kaj Granlund heeft hierover ook het een en ander te zeggen in zijn boek ‘Das Europa der Wölfe’, waarin hij uitgebreid ingaat op het verschijnsel hybridisering en de situatie in Europa. Volgens zijn gegevens zou het proces van hybridisering in Europa al lang aan de gang zijn.
Anderzijds zou in Nederland de wolf-hybride in 2022 (nog) niet bestaan hebben, volgens een onderzoek onder leiding van de Universiteit Wageningen in opdracht van de provincie Gelderland. Hiertoe werd het DNA van 12 dode wolven uit Nederland onderzocht door het instituut DivjaLabs In Slovenië. Hierbij moet het DNA van het dier vergeleken worden met het DNA van een echte wolf, een referentie-wolf.
Er zijn meerdere laboratoria in Europa, waar men zo’n onderzoek kan laten uitvoeren. Zoals het Senckenberg Institut in Frankfurt, dat overhoop lag met ForGen, een forensisch instituut in Hamburg.
Het blijkt, dat verschillende onderzoeksinstellingen met verschillende uitkomsten kunnen komen: een wolf, een hond, een hybride?
Dit is mogelijk om verschillende redenen, zoals:
- Het gebruik van verschillende databanken
- Het gebruik van verschillende DNA-markers
- Het gebruik van het DNA van verschillende referentie-wolven
De betrouwbaarheid van de DNA-test hangt geheel af van de betrouwbaarheid van de referentie-populatie.
Granlund beschrijft dat er in Europa twee stromingen zijn. De ene vertrouwt volledig op DNA-onderzoek, de andere stelt, dat dit onvoldoende is en dat ook naar morfologische kenmerken gekeken moet worden. Morfologisch is dat wat je zelf kunt waarnemen: uiterlijke kenmerken en gedrag.
Anders gezegd: als het dier er niet uitziet als een wolf of zich niet gedraagt als een wolf, is het GEEN wolf, ook al zegt zijn DNA van wel.
In het boek ziet men een foto van een miserabele Auli, met GPS-halsband. Men hoeft geen kenner te zijn om te zien, dat deze een aanfluiting is van de Grijze Wolf. Niettemin zou Auli volgens het DNA een echte wolf zijn. Geschoten in Finland, 2012. De aanschotplaats is nu een gedenkplaats, waar u kaarsjes kunt branden ter nagedachtenis.
Hoe kan dat?
Eenvoudig gezegd: omdat DNA heel ingewikkeld is. De wolf heeft iets van 20.000-25.000 genen. En elk gen is al heel ingewikkeld. Bovendien weet men nog lang niet wat de functie van elk gen is.
Veel eigenschappen worden niet slechts door één, maar door meerdere genen bepaald.
Een DNA-analyse is heel geschikt om te bepalen of een zeker monster wel of niet bij een bepaald individu hoort. Daarvoor hoeft slecht een klein gedeelte van het DNA vergeleken te worden, omdat daar al voldoende variatie per individu inzit. Die kleine stukjes noemt men ‘markers’. Maar wat het enorm grote, overige deel van het DNA aan eigenschappen verbergt, wordt daarmee buiten beschouwing gelaten.
Weet men, dat een bepaald gen typisch is voor een Rottweiler, dan kan men vaststellen, of een bepaalde wolf ook een Rotweiler onder zijn voorouders heeft.
Ingewikkelder wordt het om het voorgeslacht van een hybride te reconstrueren. Tot 2 generaties terug lukt dat nog wel enigszins, maar daarna loopt men hopeloos vast.
De wolf is een diersoort – de hond is knutselwerk van de mens.
En vaak een heel erg goed en heel erg nuttig knutselwerk.
Nuttig voor de mens natuurlijk.
Bij het kruisen van een pure wolf en hond, worden de genen van de beide ouderdieren ‘door elkaar gehusseld’, waarbij om het ingewikkeld te maken een gen van het ene dier dominant kan zijn t.o.v. hetzelfde gen van de andere ouder. Dat kan betekenen, dat een ingekruiste eigenschap lang onzichtbaar blijft, maar enkele generaties verder plotseling tevoorschijn komt.
Het kan dan zijn, dat de nakomeling toevallig de uiterlijke kenmerken heeft van een wolf, maar het aangeboren gedrag van de hond in kwestie. Of een gedeelte daarvan. Of omgekeerd. En omdat men niet weet, waar dat allemaal in het DNA terug te vinden is, is volgens Granlund en ook volgens anderen de morfologie absoluut noodzakelijk, om samen met een DNA-analyse vast te stellen in hoeverre van een hybride sprake is.
Bij het kruisen van een wolf met een hond ontstaat er soms een betere hond,maar altijd een slechtere wolf (Valerius Geist).
Hoe staat het in Europa met de hybriden?
De berichten zijn tegenstrijdig en wel zo erg, dat de vraag is of er misschien meer aan de hand is. Soms wordt gezegd, dat vermenging nauwelijks voorkomt, soms dat het wijdverspreid is. Anderen zeggen dat 62% van de onderzochte wolfsmonsters onbetwistbaar hondengenen bevatten.
Uitgebreide studies zijn gedaan waar verregaande hybridisering tussen wolf en hond vastgesteld werd, met name in Italië.
Weer anderen beweren, dat er in Duitsland geen wolf-hond-hybriden vastgesteld kunnen worden.
Maar volgens Kaj Granlund ziet de werkelijkheid er heel anders uit.
- In de Sovietunie werden er speciaal voor het leger bepaalde hondenrassen met wolven gekruist ten behoeve van de grensbewaking. Toen de Sovietunie ophield te bestaan, verdwenen deze hybriden in de grote wouden en mogelijk ook naar Finland en Zweden
- Hetzelfde gebeurde in Oost-Duitsland, van waaruit ook de huidige Duitse populatie stamt
- Ook nu nog is er in Rusland een instituut, dat zich specialiseert op wolf-hond-hybriden voor militaire doelstellingen
- De wolf ‘Leo’ (Duitsland/Polen), die er een beetje vreemd uitzag, werd op grond van DNA als raszuiver gezien. Maar later bleek, dat de referentiegegevens al vervuild waren met hondengenen. Deze waren er ingebracht door de wolf ‘Rudi’ en ‘Rudi’ was een nakomeling van ‘Leo’. Een cirkelredenering dus.
- Onderzoekers noemen de Duitse hybriden de Lausitz-wolven, waarvan ook de eerste ‘raszuivere’ wolf in Denemarken, de wolf van Thy, afstamt. Op foto’s van deze wolf ziet men, dat de kleurstelling en de vorm van de schedel niet van de wolf zijn. Op de snijtafel ziet men een typische hondenschedel, -neus en -hoektanden.
- Een Zweedse geneticus heeft aangetoond, dat de huidige Scandinavische wolfspopulatie (die rond 1980 opdook), geen Finse, geen Russische en geen Baltische oorsprong heeft. Ook komt ze niet van een Zweedse dierentuin. Granlund: “De herkomst is dus een goed bewaard geheim”.
- De hierboven genoemde controverse tussen ForGen en Senckenberg onstond, toen ForGen (Brandenburg) bij een hybride op overeenkomsten met de Canadese timberwolf stuitte. En dat wilde Senckenberg niet weten.
- Het Ranua-dierenpark in Noord-Finland bezat vanaf het begin (1983) wolven, kocht er later bij, verkocht wolven aan Italië, maar meerdere wolven verdwenen ook ongedocumenteerd
- Lars Toverud heeft er wolven gefokt, die later in Noorwegen en Zweden uitgezet werden
- Er zijn overal privé fokkers, die graag experimenteren met wolfshonden. Alleen al in Finland zijn er meer dan 1.000 wolfshonden. Bij elke ontsnapping stijgt de kans op hybridisering aanmerkelijk
Het boek toont meerdere foto’s van ‘wolven’ met GPS-halsband. Dieren met duidelijke hondeneigenschappen zoals kleine poten, gele nagels - 98% zekerheid, dat het om een hybride gaat. Niettemin werden ze eerst gevangen, verdoofd, gezenderd, weer vrijgelaten, DNA bepaald, uiteindelijk toch doodgeschoten.
Een motief voor de moord op de echte wolf
Merkwaardigerwijs beweren vele zogenaamde wolvenexperts, dat men beter hybriden dan echte wolven kan uitzetten. Het idee daarbij is een wolf te kweken, die zich beter aanpast aan de menselijke omgeving. Bovendien, een wolf, die zich genetisch en uiterlijk onderscheidt van de Russische wolf kan als ‘bedreigde diersoort’ aangemerkt worden. Maar dit is knutselen aan de natuur. Een uiterst riskante onderneming, waar dus ideologie en politiek hun intrede kunnen doen. Dit alles ten koste van de echte wolf.
Granlund noemt het verschrikkelijk, dat ook onderzoekers en zelfs verdienstelijke biologen - gedreven door ideologische fanatisme - zich voor deze praktijken lenen.
Het gedrag van hybriden is moelijker te voorspellen dan dat van de wolf. Meestal erven ze het jachtinstinct van de wolf en van de hond het gebrek aan angst voor de mens.
De mogelijke gevolgen laten zich raden.
Paul Bouwmeester
Het boek Das Europa der Wölfe is vrijelijk van internet in te lezen, maar een kleine bijdrage van € 5,-- wordt op prijs gesteld.