Hoe heurt het eigenlijk? - #3 Op een uitnodiging ingaan

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Ben je geslaagd voor je jachtexamen? Gefeliciteerd. In het allermooiste geval beschik je misschien al over jachtmogelijkheden. Maar dat soort paradijsvogels zijn er steeds minder en dan is het maar te hopen dat je snel iemand vindt die je eens uitnodigt.


Iemand uitnodigen, zeker jonge en nieuwe jagers zonder mogelijkheden, zou eigenlijk voor een jachthouder iets gewoons moeten zijn. En dat doet hij ook, als hij tenminste het type is dat kan delen. Maar andersom, voor de genodigde geldt dat niet, die heeft niets te delen.

Dus koester dan zo’n uitnodiging, het zijn mijlpalen in je jagers bestaan; je eerste vergeet je nooit. En vergeet dan niet mijn geheim tip: het cadeau voor de gastheer. Niets menselijk is hen namelijk vreemd, ze zeggen wel ‘het had niet gehoeven, hoor’, maar leer mij ze kennen deze ‘weldoeners’.  
Hoewel, net als in real life, ook jachtrelaties gaan en komen, wees er dus zuinig op.  Dus als het lijkt te klikken, zorg er dan voor dat je dat je de relatie onderhoudt. Ook in een jachtrelatie kan de liefde niet van één kant komen. Als je alleen maar denkt te kunnen profiteren, dan krijg je toch eens het lid op de neus.

Dat had B. ook door, niet uitberekening, maar gewoon, omdat het een goed mens is. En hij wist mij ook te vinden toen hij -het was in zijn ogen eindelijk- wat terug kon doen.

Maar je kan, als nieuwe jager, bij het aannemen van een uitnodiging ook vreselijk uit de bocht vliegen. Neem bijvoorbeeld de oude jonge jager T.
Hij was eerst al een keer bij ons te gast, omdat de fokker van zijn hond ons die vraag had gesteld. Geen probleem natuurlijk en voorjagers moet je koesteren, zonder hond geen waterwildjacht. Het werd een memorabele dag, omdat door die hond (en door R.) die fokker bijna verdronk. Ja, jagen is niet zonder gevaar

Ik kwam er toen achter dat T. niet alleen sinds enige tijd een jachthond had, maar dat hij inmiddels ook zijn jachtakte had gehaald. Het was aanleiding om hem nog eens uit te nodigen, voor de volgende zaterdag. Wekelijks gingen we toen op de eenden en de ganzen. Niet omdat we er dan veel schoten, een enkele gans en daarna wat eenden opwachten die op de plas kwamen rusten. Maar we genoten ervan, immers allemaal gelijkgestemden, we deden het voor De Jacht en de gezelligheid, niet voor De Buit.

T. was blij verrast, hij was al een keer te gast geweest op een polderjacht, vertelde hij en hij had ervan genoten. En, zoveel andere kansen op een jachtdag kreeg hij niet.

Als T. mij op vrijdagavond belt, denk ik eerst dat hij wil vragen of hij morgenochtend zijn hond ook deze keer mocht meenemen. Ik had al lopen piekeren hoe ik hem dan zou zeggen dat de hond nog wat training kon gebruiken alvorens hem op de jacht in te zetten. Maar nee, hij kwam opgewekt met de mededeling dat gastheer van de polderjacht, waar hij toen geweest was, hem net had gebeld met de vraag of hij morgen misschien meewilde. Er was namelijk een gast uitgevallen.

“Nou, je snapt zelf wel, Theo. Een polderjacht is toch heel wat anders dan gewoon maar een paar uurtjes bij jou op de eenden. Echt, die kans op hazen kan ik niet laten lopen. Maar toch bedankt hoor, een volgende keer kom ik graag. Misschien vind je het goed dat ik dan ook mijn hond meeneem”?

Later zei de fokker, dat T. het raar vond dat hij nooit meer van mij hoorde. Hij had hem ook gevraagd, of de fokker niet weer eens een goed woordje voor hem kon doen? Maar de fokker had daar geen zin in, die snapt hoe het werkt.

Gastvrije gastheren zijn geen gekke Henkies!

©TheoM
één moment...