Jager worden, kwestie van nature, nurture of misschien ook cursus?

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Jachtexamen gedaan en nu?
“Jager word je niet, dat ben je”, was een reactie die ik kreeg op mijn verhaaltje ‘hoe word je jager’. En ik denk dat er een grote kern van waarheid in zit. Maar ja, je zal maar een van de ongeveer 1.200 nieuwe cursisten voor de jachtopleiding zijn en niét als jager geboren. Wat dan?

Want wat moet je als je geen soort Obelix bent, honger = wild zwijn, en je hebt het niet meer van nature in je genen zitten. Althans niet voor 100%. Want het kan er natuurlijk in de loop van de generaties voor je ‘uitgefokt’ zijn, die echte jager in je. 

Maar toch is het is altijd nog mogelijk dat de aanleg om jager te zijn nog ergens in de genenpool van je voorouders en dus ook in jou zit. Er hoeft dan soms maar iets te gebeuren in je leven en het tot dan verborgene openbaart zich. 

Althans, als je er ook iets voor doet; je moet echt willen!

En daarvan zijn voorbeelden te over. Ook daar schreef ik al eens over. Bijvoorbeeld hoe Gertje jager werd. Mee op de hazenjacht, later verdwaalde hij in zijn jacht naar exemplaren van het vrouwelijke geslacht. Maar uiteindelijk kon de jagersgemeenschap hem toch weer haar de kudde opnemen. Want dat is wat de natuur met je doet: het is in potentie aanwezig, maar het moet aangewakkerd worden.

De vraag of je iets vanzelf hebt (nature) of dat het komt door je opvoeding, opleiding of omgeving waarin je opgroeit (nurture) benadering stamt uit de filosofie. Het zijn de standpunten tussen twee extremen; ik sluit niet uit dat er ook nog mengvormen zijn.

Gertje werd dus jager omdat hij het bewust of onbewust ‘in zich had’, maar er zijn natuurlijk ook in de sfeer van opvoeding en omgeving mogelijkheden voor potentiële jagers. Bijvoorbeeld dat je opzoek gaat naar huwbare dochters van een jager, hoewel dat naast mogelijkheden ook bedreigingen met zich mee kan brengen

Maar wat nou als je beide misliep? Dan is natuurlijk nog de theoretische manier: de opleiding cursus Jacht & Faunabeheer. Die helpt je goed voorbereid op te gaan voor het jachtexamen. Maar goed, wat dan? Dan heb je je diploma, misschien zelfs al je akte. Je kocht jachtkleding en je jachtuitrusting; mogelijk zelfs al een geweer. Maar wat is de volgende stap. Hoe kom je in de jagerswereld, waar vind je die opening?

Dat is niet altijd makkelijk, je moet niet alleen wíllen gaan jagen, maar je moet er vooral wat voor dóen. Een mogelijkheid is in die situatie dan wellicht om op zoek te gaan naar iemand die je wil wegwijs maken. Een mentor. De KNJV lanceerde enkele jaren terug het mentorschap project. Ik hoor er niets meer over, het schijnt een zachte dood gestorven te zijn. En toch is er zowel vraag als aanbod op die markt. Er is een markt voor partijen die zoeken en de jachtmentor.nl is in dat gat gedoken dat de KNJV niet meer wilde of kon invullen.

Maar het belangrijkste is natuurlijk dat je echt wilt. En echt willen is iets anders dan alleen maar zeggen dat je het wilt. Want bereid je voor op lastige vragen als je in gesprek komt met een potentiële mentor. Waar was de jacht in je leven voor je aan de cursus begon? Nooit als drijver mee geweest? Nooit hondenman of -vrouw geweest? Waaruit blijkt dan je interesse in de natuur en je kennis van de natuur! En waar komt de jacht dan opeens vandaan? 

Willen, dat is dat je er iets voor doet. Hoe vaak ben je in het veld om te kijken in je omgeving. Gewoon om te kijken, want overal is natuur en overal is wild. Ken je dat wild dat er in die velden zit?

Op de jacht zie je het, het verschil tussen honden ‘uit de goede soort’ en de jachthonden die er echt voor gáán. De laatsten zijn een lust voor het jagersoog. Ze zoeken, vinden en brengen binnen.

Dus voor het examen geslaagd en begrijp je dat je nog jager moet worden, laat het zien. De echte, net als de goede jachthond, de echt goede die gáán ervoor.

©TheoM






één moment...