Kraai en raaf: aanspreken voor de jachtopleiding

Fysiek

• De raaf is twee a drie keer zwaarder dan de kraai;

• De vleugelspan is ook beduidend groter, ongeveer anderhalf keer groter dan bij de kraai;

• De snavel van een kraai is dunner en scherper dan die van de raaf;

• De raaf heeft vaak scherpe haak aan de punt van de snavel hebben;

• De staart van de raaf heeft een grotere en duidelijkere diamantvorm terwijl die bij de kraai veel afgeplatter is;

• De raaf leunt iets naar voren en beweegt zijn vleugels iets bij het roepen;

• De kraai beweegt zijn kop op en neer tijdens het roepen.

• Behalve tijdens het landen kan een kraai geen glijvlucht maken, hij moet met behulp van vleugelslag in de lucht blijven;
• Een raaf kan gebruik maken van de thermiek voor glijvluchten en zich zelfs als een bom laten vallen;
  

• Bij een indringen voeren kraaien duikbombardementen uit, terwijl de raaf de indringer zijn territorium uit begeleid.

Geluid

• De toonhoogte van kraaien is veel hoger;

• Raven hebben meer variatie in hun geluiden;

• Kraaien maken een 'ka-ka-ka' geluid;

• Raven maken een 'croa-croa-croa' geluid, let op dit kan lijken op het geknor van wilde zwijnen al is het hoger in toon;

• De vleugelslag van een raaf kun je horen als deze overvliegt. Een kraai vliegt stil.

Oefen het aanspreken met de fotoquiz