#401 De laatste…

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Als er iets is dat iedere jager zich nog goed kan herinneren, dan is dat natuurlijk de eerste. Waterwild, schadelijk wild, klein- of grootwild, het maakt niet uit. Het aanspreken, het op de korrel nemen, het inhouden van je adem en dan neem je het besluit. Ik ga schieten, mijn eerste…
Maar de laatste, wie weet op het moment dat zij of hij een stuk gaan schieten, dat het de laatste gaat worden? Dat weet je niet, daar kom je pas later achter.
Zo’n 7 jaar geleden kwamen de Baas van DeJacht en ik overeen dat ik zou proberen wekelijks een jacht(gerelateerd) verhaal te schrijven. Een van de eerste verhalen ging over Gerard Cox, die ooit bij ons mee op jacht ging. Het zou zijn eerste èn laatste keer worden dat hij mee ging op jacht. Hij was er niet geschikt voor, zei hij zelf. Hij was er zich dus van bewust, dit werd voor hem de laatste.
En het is nog maar een paar weken geleden dat ik weer eens over Cox schreef. Dat het de laatste keer was dat ik over hem -nog bij zijn leven- zou schrijven wist ik niet, kon ik niet weten.

Elk buitenmens kent het, dat je je bewust bent dat je bijvoorbeeld jouw eerste zwaluw ziet die na de winter weer in ons land gearriveerd is. Maar dat een zwaluw die je aan het eind de zomer nog zag vliegen, pas later zal blijken de laatste te zijn geweest. 

Misschien voorvoelde het wel een beetje. Eind vorig jaar schreef ik al een verhaaltje over ‘mijn laatste?’. Met een vraagteken dus en dat ging toen over mijn Schotse hert.



Direct daarna kwam ik aan het schrijven over mijn Poolse hinde niet meer toe. Op de een of andere manier vermoedde ik het toen wel, maar wist ik niet, dat het wel eens mijn laatste geweest kon zijn. 
Het was daar op onze laatste dag, het laatste schot in de laatste drift en op de laatste roedel die de drijvers op de lopers hadden gebracht. En ik had nog wel een tweede schot af kunnen geven, kansen genoeg, maar ik benutte de kans op een doublet toch niet meer. Genoeg is genoeg, dacht ik toen. Misschien onbewust toch een voorgevoel?

Toen direct daarna bleek dat ik problemen in mijn machinekamer had, stond dat eerst het erover schrijven in de weg. Ook al was het een mooie afsluiting van een reis naar Polen en we hadden meer dan genoeg beleefd, dus er zat echt wel een verhaaltje in. En toch kwam het er gewoon niet meer van. Omdat het mij daarna gewoon aan voldoende energie ontbrak omdat mijn pomp niet meer 100% werkt. 



Toen ik enkele maanden onverwacht werd uitgenodigd voor een ‘Pirelli-pirsch’ beleefde ik, zonder zelf te schieten, enkele genoeglijke uurtjes en kwam ‘de Poolse-hinde’ toch nog in een verhaaltje langs.

Maar ik ben inmiddels weer een jaartje verder en als je dit leest ben ik opnieuw in Schotland, dus dat van het laatste hert? Je weet het zelden vooraf. Zeker weet je het pas, als het voorbij is.

Toch, na zeven jaar vond ik het welletjes. Ik besloot te stoppen met schrijven en liet dat de Baas van DeJacht weten. Nummer 400 leek mij niet alleen een mooie mijlpaal, maar ook mijn finish. Dit verhaaltje -mijn laatste dus- had dus nummer 400 moeten worden, maar dat voornemen werd ingehaald door het overlijden van mijn goede vriend, Cees van Geel, de bij leven al legendarische jachtopzichter.

“Oké, dit is dus nummer 401, maar wordt dit nu echt je laatste verhaaltje?”, vraagt de Baas van De Jacht, “je kan toch ook in een lagere frequentie schrijven, of zeer incidenteel. Uit de bezoekerscijfers van de site blijken je verhaaltjes niet alleen graag, maar ook veel gelezen. Maar liefst zo’n 170.000 keer werden je schrijfsels bezocht op de site”.

Ik hou zijn verzoek in beraad, niet in de laatste plaats omdat de jacht naar mijn zin te zeer veranderd is. Jagen lijkt te zijn losgeknipt van beheer en bestrijding. Het zijn bijna op zichzelf staande activiteiten met een jachtgeweer geworden. De naamswijziging van de jachtakte is meer dan symbolisch. Maar het staat mij tegen dat het bijna aparte werelden zijn geworden, elk met hun eigen mores als het bijvoorbeeld om weidelijkheid gaat.

En over dat schrijven van mij; ik deed het vooral voor mijzelf. Talloze gebeurtenissen die soms in het geheugen waren weggezakt beleefde ik zo opnieuw. Herinneringen zijn oneindig veel meer waard dan dingen.
En als ik er dan ook een ander nog plezier mee kon doen, was dat slechts mooi meegenomen, een bijproduct. En daarbij kwam ook nog eens dat het vinden van onderwerpen niet moeilijk was. Het was gewoon uit het (jacht)leven gegrepen, gewoon een kwestie van goed opletten en onthouden. En, ik gaf het al meermalen toe, soms fabuleerde ik een beetje, daar had ik ook veel plezier in.

Maar als anderen ook plezier aan beleefden aan mijn schrijverij, dan vond ik dat natuurlijk leuk. Soms lieten ze zelfs een ‘recensie’ achter. Ik voelde mij erdoor gevleid, toen Ad bijvoorbeeld schreef: “Jaren geleden ontmoette ik Wil Huygen. Was ik trots op. Nu weer een groot schrijver van verhalen die ik ontmoet heb. 😊”.
Of toen Dirk, wiens (soms kritische) mening ik altijd op prijs stelde, schreef: “Ik kijk nog wel eens op de website van De Jacht en met name om te zien of Theo er nog een nieuw verhaaltje geplaatst heeft. Altijd aardig en soms formidabel”.

Maar goed, misschien is het met mijn schrijven op DeJacht.nl als met de ‘schrijversnaam’ die ik op een ander (jacht)medium gebruik: ‘Doorjagert’. Ja, met een t, en dat is niet alleen omdat ik in de buurt van Rotterdam jaag. 
Maar vooral omdat ik al jaagde vóórdat ik een jachtakte had. 
En ik jaagde -in de complete zin dus met alles wat er bij en rond de jacht komt kijken- toen ik een jachtakte had. 
En als ons straks het jagen onmogelijk is gemaakt, zal ik -ook zonder jachtakte- blijven jagen, een doorjagert dus.

Ik hou het verzoek in beraad, maar zeg nog niets toe.
Hoe dan ook, het ga U allen goed. Weidmansheil! 

🌿TheoM
één moment...