KJV #36 - Seks in het veld

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Voorzicht schuifel ik met de honden langs de rand van een bos in de polder. Natuurmonumenten. Ooit was het gewoon akkerland, maar bij de verkaveling bleef het een beetje over, zoute kwel, slechte grond. Met subsidie is er bos van gemaakt, het noodzakelijke onderhoud bleef -zoals zo vaak- wat achter bij het enthousiasme waarmee een van de grootste grootgrondbezitters van Nederland (69.703 ha.) weer een stuk grond, om niet, had kunnen verwerven.
Overal groeit berenklauw, hoewel bestrijding sinds 2017 is in alle landen van de Europese Unie van de plant verplicht is, omdat de soort toen werd opgenomen op de Unielijst van invasieve soorten. Zo gaat het vaker, NM is een Staat in de Staat.
Dat voorzichtig schuifelen van mij heeft te maken met het herstel van een ingreep die ik moest ondergaan omdat de druk mij tijdens een inspannende jacht in de Schotse Hooglanden teveel werd. En mogelijk was het mij anders ontgaan, die kleine rode kevertjes op de schermbloemen van de berenklauw. Ik zag ze nog nooit eerder, in ieder geval niet bewust. En, zoals dat vaker gaat, als je dan iets ziet dat je eerder nog niet zag: vanaf dat moment zie je ze overal. 



Op bijna elke bloem zaten ze, bijna altijd met z’n tweeën. Google leerde mij dat het soldaatjes zijn.  En hun houding duidde op een coitus, die duurt uren, terwijl het vrouwtje gewoon doorgaat met eten. Tja, het is maar een weet.

Ik schuifel maar weer wat verder en zie haar dan aankomen. Het is een vreselijke aardige vrouw, maar zo druk… En ze praat ook, niet alleen veel, maar ook nog eens hard. Haar drie labradors stuiven op mij af, ze overtreffen hun bazin in enthousiasme. Ik ga min of meer in dekking, hand op mijn lies -veiligheid voor alles-.

Ik heb even geen zin in gebabbel en bedenk mij dat ook hier de aanval de beste verdediging is. Dus op haar vraag hoe het mij gaat, verbaas ik haar waarschijnlijk met de wedervraag: “Wat vindt U van seks in de open lucht”?

Even is ze stil, maar haar reactie had ik echt niet verwacht. “O, zijn ze er weer? Een tijdje terug waren ze hier ook bezig, fanatiek hoor”. Ik denk dat het nu tijd is om mijn opmerking wat handen en benen te geven en vervolg: “Ja, soldaatjes, bijna elk jaar in de zomer”.

Maar ze laat mij niet uitpraten en of mijn vraag en latere toelichting door de vrouw op de juiste wijze begrepen worden?, ik vermoed van niet, want ze vervolgt met: “dan ga ik gauw even kijken. Waar liggen ze”?

Terwijl ik voorzichtig het bos uit schuifel ze ik overal, werkelijk overal, soldaatjes.

©TheoM
één moment...