Jagen bij Tijnje, toeval
Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Zo’n 25 jaar, misschien wel langer, jaagden we er. De vader van R. had via een advertentie in “De Boerderij” boer Van de V. zover gekregen de jacht op zijn grond aan hem te verpachten. En via deze boer was het ook gelukt het land van de twee buurboeren te pachten, waardoor er een mooi groot jachtveld was ontstaan.
Later nam R. de jacht daar over en feitelijk is onze combinatie daardoor ontstaan. Als groep toen nog jongemannen, maar inmiddels wat ouder, jagen we nu ruim 30 jaar samen. In Friesland, Groningen, de Hoeksche Waard, op de Veluwe en het eiland IJsselmonde. Waar het anderen niet of nauwelijks lukt om jacht te verwerven slaagden wij, ruimschoots. Toen daar nog een veld in Duitsland bij kwam en er regelmatig nog jachtreizen werden geboekt, werd het allemaal te veel om goed bij te kunnen houden, ondanks dat we er lokale jagers in de noordelijke provincies bij betrokken.
Het was een moeilijk maar wijs besluit om uiteindelijk afstand van de velden in het noorden te doen. Die velden zijn we dus kwijt, maar de herinneringen niet. Regelmatig komen ze nog voorbij tijdens de nazit in de Jachthut. Verhalen over gebeurtenissen die in de loop van de tijd steeds mooier lijken te worden. En niet altijd zijn volstrekt jacht gerelateerd. Bijvoorbeeld hoe we in Tijnje aten en de waardin nogal intieme toespelingen deed. Of ze dat nou bewust of onbewust was, we weten het nog steeds niet.
Nu we toch zijn afgedwaald van de 100% jachtverhalen en in de hoek van de ‘randzaken’ zitten, een herinnering die R. laatst in de Jachthut nog ophaalde en die toen niet iedereen had meegekregen.
In Oldeboorn, in het Fries Aldeboarn, sliepen we van tijd tot tijd in een hotelletje annex dorpskroeg. Het was echter meer, want het vervulde een sociale functie in die kleine gemeenschap. Vergaderingen, feestavonden, kaarten en… biljarten. De kroegbaas had een paar dochters, die werkelijk een lust voor het oog waren. En biljarten dat die meiden konden, ongelooflijk.
Terwijl wij nog wat zaten uit te buiken van de grote porties die ons waren voorgezet, begonnen de meiden met een partijtje.
Krijten, stoten, trekken, caramboleren en masseren, biljartliefhebbers zullen het herkennen, alles kwam langs. Net zoals die situatie dat de ballen soms zo komen te liggen dat er heel wat toeren moeten worden uitgehaald om een punt te kunnen scoren. Met één knie op de rand van het biljart, het andere been net nog met de tenen op de grond en hangend over het biljart…
Een gastjager had volop uitzicht, en niet alleen op het spel. Nou is de brave man zeer gelovig, op het orthodoxe af. En toch…, als gebiologeerd bleef hij maar naar het tafereel kijken.
R. zag het, stootte onze gast aan en vroeg: ”Zondig jij ook wel eens in gedachten?”, waarna die een kop zo rood als een vuurtoren kreeg. “Tien over rood” heeft sindsdien voor ons een andere betekenis.

Terug naar Tijnje, we bewaren er mooie herinneringen aan, die bij mij opkwamen toen ik bij onze kaaswinkel een stuk kaas kocht die veel weg had van de Zwitserse Emmentaler.
Ik kom op het idee om R. dat te laten weten, hij is niet gelovig, maar wel een smulpaap. Fotootje gemaakt en via Whatsapp naar hem verzonden.
Hij belt bijna direct terug en vertelt dat hij onderweg is om spullen af te leveren in Friesland.
“Ik rijd nu op de snelweg en je raadt nooit waar ik nu, precies op dit moment ben. Toeval, Theo, bestaat niet Wacht, ik stuur zal je een foto sturen.”.

©TheoM