Is jagen gevaarlijk? (6) De gewonde keiler

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Ik ben met jachtmaat L. op weg naar zijn revier op de Hunsrück, als zijn jachtopzichter belt.
Hij vraagt hoe laat we in A. denken te zijn. Ca. half twee, is ons antwoord.
Nou, dat komt dan mooi uit, want de buren hebben zwartwild gespoord en ze willen om twee uur een stuk bos uitdrijven en kunnen nog wat extra geweren gebruiken.
We zijn ruim op tijd in het buurveld.
Koffie, koek en het strijdplan.
De varkens zitten in een lang, maar tamelijk smal stuk bos boven op een heuvelrug.
Het is wel goed af te zetten, maar daar zijn nogal wat geweren voor nodig.
Die zijn er inmiddels, dus we kunnen van start.

De jachthouder die mij hartelijk welkom had geheten, roept mij als eerste om een post in te nemen. En ik was met die post aanvankelijk best in mijn nopjes: aan het eind van de drift, tegen een laag muurtje waar ik links en rechts van de heuvel naar beneden kon kijken en achter mij op ca. 100 meter weer bosschages waar de varkens mogelijk naar toe zouden willen. 
Ik zie hoe beneden mij andere geweren worden uitgezet en installeer mij.
Klaar voor de dingen die gaan komen.

Maar, dan zie ik auto’s met de drijvers mijn kant uitkomen.
Wat blijkt, ik zit niet aan het eind van de drift, maar aan het begin.
Scheisse, denk ik.
Hartelijk welkom geheten worden en dan zo'n Tote Hosen Stelle krijgen!

De drijvers en de honden gaan naast mij van start.
Al snel hoor ik het gejank van honden, even later gevolgd door schoten.
En even daarna weer schoten.
En opnieuw schoten, nu wat verder weg.
En steeds meer schoten…
Het lijkt, voor die schutters een mooie dag en ik besluit er maar het beste van te maken.
Ik zak wat onderuit en installeer mij tegen het muurtje, geweer naast mij en zo zit ik daar een beetje in de zon de soezen.

Dan...
Ik zie iets donkers in de drift terugkomen.
Hond?
Nee, varken.
Een groot varken, nog te ver voor mij, maar hij komt recht op mij af.
Het is vast een keiler, alleen, die heeft slim de meute laten passeren en komt nu terug.

De spanning loopt bij mij op, maar van een schot kan nog geen sprake zijn.
Niet alleen nog ver en spits, maar hij is ook wat naar beneden afgezakt.
Daardoor zouden de onder aan de weg geposteerde jagers risico lopen als ik nu zou schieten.

Het varken is nu binnen schot gekomen, maar het risico voor de overige jagers is er nog steeds.
Inmiddels heeft men daarbeneden langs de weg het varken kennelijk ook gezien.
Er wordt vanaf de weg op het varken geschoten.
En nog een keer. Raak. Ik zie het varken tekenen.
Maar het schot is niet dodelijk.

Het varken zakt verder de heuvelrug af.
Het loopt nu op de kleine weide tussen het hout op de heuvel en de weg waar de jagers staan.
Ik overweeg een vangschot.
Richt op het varken, maar doe het niet: te onveilig.

Het varken, nu duidelijk als keiler aan te spreken, is duidelijk uit z'n humeur.
Hij houdt kennelijk niet van boodschappen die slecht aankomen.
Op het veld staat hij even stil, kijkt naar de daar opgestelde jagers en kiest er een uit.
Daar zet hij zijn aanval op in.
Niet al te snel vanwege zijn achterloperwond, maar toch.

Met spanning kijk ik de situatie aan; een actie van mij is niet aan de orde.
Ik kan slechts hopen dat het allemaal goed zal aflopen.

De jager die de keiler als slachtoffer heeft uitgekozen, lijkt niet erg onder de indruk.
Rechtop staat hij de keiler op te wachten.
Buks naast zich ter hoogte van zijn heupen.
Het varken valt een keer om, komt weer op de lopers en zet zijn aanval door.
10 meter, 5 meter...
Voor mijn gevoel is de keiler bijna op de tenen van de jager als deze -eindelijk- schiet.
Vanuit de heup een schot.
En daarna nog een schot.
Het varken ligt.

Op het geluid van de schoten komt een witte terriër uit het bosschage.
Die was kennelijk al bezig het spoor van de keiler uit te werken.
Luid gillend springt het hondje op het varken.
Ik zie de jager zijn mes pakken en het varken afvangen.

Einde jacht.

Ik ga snel naar de jager toe.
Het blijkt een oudere man te zijn, ik schat hem eind 70.
Gevaarlijk? Nee, dat vond hij niet.
Hij wist wel wat hij deed, zei hij.
En het was niet zijn eerste varken, merkte hij fijntjes op.
Maar zo lang wachten met het schot, vond hij dat niet link, probeerde ik maar nog eens.
Nou, dichterbij was raken makkelijker dan verder af, was zijn laconieke reactie.

Maar, hij zei ook nog, dat ik wel gelijk had over het gevaar.
Hij was namelijk gewond geraakt bij deze acties.
Gewond?

Hij laat mij zijn bloedende hand zien.
“Hoe kom je daaraan?” vraag ik.

“Die rot terriër”, zegt hij, “die beet mij toen ik het varken afstak. 
Ze zijn gevaarlijk hoor, die felle hondjes”!

©TheoM
één moment...