Weidelijkheid (2) - De afstand, te ver
Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Weidelijkheid is, dat men zich als jager houdt aan de geschreven, maar ook aan de ongeschreven regels, inzake het wild, de natuur, zijn collega’s en de maatschappij. Een jager die zich aan deze ethische regels kan houden wordt als weidelijk jager gezien.
En toch is het voor sommigen soms moeilijk zich aan de regels te houden. Zo herinnerde ik mij een voorval, waarbij een jager zich niet aan de weidelijkheidregels en de wens van zijn gastheer hield.
P. was te gast in ons Duitse veld, samen met een aantal andere jongjagers om daar wat hand- en spandiensten te verrichten bij het onderhoud in het veld en om mee te doen met de veld overschrijdende aanzit op vossen.
Vooraf hadden we deze jagers niet verteld dat er ook nog wat reewild vrij zou zijn deze dagen. Kwestie van de bokken van de geiten scheiden: wie z’n neus ophaalt voor een vos, maar eventueel wel wil komen voor reewild viste dus mooi achter het net.
P. was nog niet zo heel lang jager, cursus gevolgd, diploma gehaald, jachtakte aangevraagd en dan… Maar in al zijn onzekerheid vond ik hem ook een beetje druk en voor een novice etaleerde hij zijn vermeende kennis nogal nadrukkelijk.
In de middag had hij zijn keus gemaakt op welke kansel hij die avond wilde gaan zitten, de Johanniskanzel. Via een Pirschpfad, waarlangs hij dan ongemerkt voor wild dat mogelijk al op de akker stond, bij de kansel zou kunnen komen, liepen we er naartoe. Ik zorgde ervoor dat het slot geopend was en liet hem even kijken hoe het ging met de ramen, zodat hij zo min mogelijk lawaai zou kunnen maken.
“Niet verder dan op pakweg 70 meter schieten”, zei ik hem, want die afstand leek mij voor deze beginner ver genoeg. Je moet immers eerst je beperkingen kennen om misschien later je grenzen op te zoeken. Voor de duidelijkheid vroeg ik hem, waar hij dacht dat de 70 meter grens ongeveer was. Nou, het bleek dat P. dat veel te ruim inschatte. Zelf ben ik als oud waterpolo-er natuurlijk in het voordeel, want een waterpoloveld is 25-30 meter lang. Die afstand kan ik bijna tot op de meter inschatten. En afstand schat ik dus op veelvouden van ca. 25 meter. Daarbij heb ik als tic, dat ik regelmatig via de hm-paaltjes mijn gevoel voor 100 meter aanscherp. Een afstandmeter is dus aan mij niet zo besteed, hetgeen mooi uitkomt, want ik ben niet zo van de “dingetjes”.
De maximale afstand waarop je kan schieten is in jagerskringen kennelijk nogal item, want regelmatig zie ik advertenties waarbij aangeboden wordt om te komen trainen op een schietbaan waar tot 300 meter kan worden geschoten. Zelfs de Jagersvereniging besteedde wel eens aandacht aan deze cursussen. Onbegrijpelijk vind ik dat. Het heeft alles met schieten van doen, maar naar mijn mening te weinig met jagen. Natuurlijk weet ik dat er bijvoorbeeld in de UK soms op grotere afstanden geschoten wordt, maar daar zijn de omstandigheden er ook naar èn in die gevallen wordt je begeleid door een stalker die je helpt bij het aanspreken van het wild. Over te grote afstand schieten door te onervaren jagers, het is mij een gruwel.
Mijn mening wordt nog eens bevestigd door een posting op Facebook, waarin een oudere jongjager verslag doet van een jachtreis naar een van de Baltische Staten, waar hij, gesterkt door deelname aan zo’n long-range-shooting-clinic, op grote afstand een ree(!) had geschoten. Het kwam er op neer dat hij iets had zien lopen, vermoedde dat het een geit was en uiteindelijk had geschoten. Ruim 250 meter, schreef hij trots, maar ook dat hij nogal nerveus naar het ree was gelopen, want de bokken waren niet vrij en het geslacht had hij niet met zekerheid kunnen vaststellen, het was niet alleen heel ver, maar hij was immers ook nog eens een onervaren jager…
Natuurlijk kan de Jagersvereniging hier niets aan doen, het blijft de verantwoordelijkheid van de individuele jager om wel of geen schot af te geven. Maar ik zou zeggen, dat het schieten op lange afstand meer met schietsport dan met jacht van doen heeft.
Oké, terug naar P., die een mooie avond beleefde. Hij zag een bok, later een geit, waarvan hij dacht dat het misschien een smalree zou kunnen zijn. Ik kreeg een foto toegestuurd, waar ik natuurlijk ook geen chocolade van kon maken. En uiteindelijk zat hij ruim een half uur naar een ree te kijken, helemaal alleen, dus kennelijk zonder kalf, waarna hij besloot…
Zijn schot rolde over de heuvels, waarna ik al snel in mijn auto stapte en naar hem toereed. Ik zag hem op het pad naast de akker bij een ree staan. Ik schat de afstand van zijn plek naar de kansel op een kleine 100 meter, te ver dus, maar in mijn lankmoedigheid bedenk ik mij dat een kleine 100 meter niet zo heel veel scheelt met ruim 70 meter; ik maak er geen punt van.
Het begint al te schemeren en omdat hij nog moet ontweiden, zeg ik hem eerst snel even zijn spullen te halen van de kansel. Terwijl ik op zijn terugkomst wacht zie ik op de akker het spoor dat hij gemaakt heeft toen hij het ree naar het pad sleepte. Ik pas het sleepspoor eens uit, ruim 30 passen! Daar had hij niet op gerekend, kennelijk dacht hij de afstand waarop hij het ree had geschoten voor mij te kunnen verdoezelen door het stuk dichterbij te slepen.
Ik besteed er weinig woorden aan, er komt een kruisje achter zijn naam.
Later hoorde ik dat hij het jammer vond, dat ik hem geen breuk had gegeven, nadat het ree ontweid was, want zo hoort het toch? en ook dat ik nooit meer eens contact opnam om hem nog eens uit te nodigen. Raar, hè?
©TheoM