Fiepen

Gepubliceerd: , in Jachtverhalen
Er wordt wat af gefiept op de bokkenjacht in juli en augustus. En met wisselend resultaat, vraag het maar eens rond. Er zijn weidmannen die ze ‘aan een touwtje’ lijken te hebben en de bokken makkelijk binnen kunnen hengelen. Anderen doen hun best, maar het hun resultaat valt in het beste geval slechts een béétje tegen.
Ik denk dat het komt omdat de eersten het fiepen slechts als een middel zien. De tweede categorie lijkt het eerder tot doel te hebben verheven, ja er wordt daar dan wat af gefiept. Maar er is meer dan fiepen alleen, het gaat om het hele plaatje.

Maar toch, dat fiepen, hoe doe je het? En ook waar, waarop en wanneer? Er zijn vele wegen die naar Rome leiden en in de natuur komen vele uitzonderingen voor, maar wat heb ik -als het over fiepen gaat- de afgelopen jaren ervaren?

Eerst maar eens de techniek.

In Duitsland heet deze tijd de ‘Blatzeit’. De bokken werden vroeger, ja ik weet het, gelokt door op een dubbelgevouwen blad te blazen. Zelf kan ik het niet voldoende om succesvol te zijn. Maar gelukkig zijn er inmiddels genoeg andere mogelijkheden door de lokinstrumenten die op de markt zijn. Bijvoorbeeld die van Hubertus, Rottumtaler en Buttalo. Er worden zelfs cursussen gegeven voor een succesvol gebruik. 
Maar er zijn ook legio instructiefilmpjes. Op die filmpjes wordt ook vaak goed uitgelegd welke signalen die het reewild gebruikt voor deze jachtvorm van belang zijn. Met als belangrijkste de ‘piaaa’. Het geluid dat de geit maakt als ze naarstig op zoek naar een bok is, of als ze door een bok achternagezeten wordt. Maar ook met de ‘kitzfiep’, het geluid dat het kalf maakt om de geit te roepen, had ik vaak succes. Met de geit komt dan regelmatig ook de bok op het toneel. 
Maar maak je niet te druk over het hoe van je gefiep; als ze willen reageren, dan doen ze het. Rien Poortvliet had ooit een mooi plaatje op zijn kalender waarbij een oude boer op een oude piepende fiets over een pad rijdt en een bok op dat gepiep reageert.

Altijd eerst een kwartiertje wachten op de post voor je met fiepen begint, de bok is er vaak al als jij komt en moet je aanwezigheid ‘vergeten’. Dan begin je, met een interval van een seconde of 5, begin zacht en geleidelijk wat harder. Een keer of 4-5 in alle windrichtingen, 
En las dan pauzes in tussen je gefiep van tenminste 10 minuten.

Dan het waar. 

Er is verschil tussen de jacht in de dichte dekking in een bos en op een open veld. In het bos loont het om te weten waar de instand van de bok is, zodat je daar enige afstand van kan houden en een plek gekozen hebt waar je rekening gehouden hebt met de wind op die plek. Een plek op de grond is daar de meest logische. Reewild is van nature nieuwsgierig maar dat een bronstige geit naar een bok roept terwijl ze in een boom zit, dat gelooft geen bok.

In het open veld heb je veel meer dan in het bos overzicht en ruimte, zeker als je vanaf een ladder of vanuit een kansel jaagt, maar het lokken heeft daar ook een hogere moeilijkheidsfactor. Begin ook daar eerst met zachte fiepen, om te zien of een bok zich in je nabijheid ophoudt. Daarna kan je luider fiepen om ook de bok op afstand te interesseren. Reageert zo ‘verre’ bok, zorg er dan voor dat je interessant voor die bok blijft. Als je namelijk te vroeg met fiepen stopt kan die bok zomaar weer verdwenen zijn, mogelijk omdat die bok zich door jou gefiep in het territorium van een andere bok bevindt. Maar ga je te lang door dan gelooft ook zo’n ‘veldbok’ waarschijnlijk niet dat de geit zich in de kansel verstopt heeft.

Varieer, ga niet altijd op dezelfde plekken. En stel je voor waar jij je als bok het liefst zou willen ophouden. Gevonden? Plaats dan niet direct een hutje, maar kijk ook eens wat de natuur je kan bieden. Knip daar wat vrij zodat de takken je niet in de weg zitten en zorg dat je naar alle kanten kan draaien. Rammel met takken en doe een bok na die de struik teistert.

Vanuit de eerste maisrand fiepen is natuurlijk een ideale plek En denk aan bosschages die ook nog eens de actieradius van de bok begrenzen. Dat had je natuurlijk al gezien aan de veeg- en krabsporen daar.

De wind is op het vlak vaak wat constanter dan in het bos, minder grillig, maar wind in je gezicht voorkomt dat de bok al lucht heeft gekregen voor je hem gezien hebt.

Met name in het bos heb je vaak maar een heel korte tijd om de bok aan te spreken. Soms is het seconden werk. Het vereist dan een hoge reactiesnelheid dus zorg dat je er klaar voor bent, buks op je schietstok. Zorg natuurlijk voor geruisarme kleding, net zoals je schoenen. En verberg het wit van je gezicht en handen achter een ‘hoesje’ en in camouflagehandschoenen. En zit stil, dood stil.

Waarop jaag je?

Ik ben fan van de selectieve reeënjacht, die helaas -ja ik weet het- sneller uit de gereedschapskist van weidelijk jagen verdwijnt dan nog maar enkele jaren geleden voor mogelijk werd gehouden.

Maar ben je ook niet van de ‘afdeling bok=bok’, dan heb je je afschot jaarlingen en tweejarigen zonder toekomst in deze tijd meestal al binnen. 

De volwassen en oude bokken in je veld ken je natuurlijk, of denk je te kennen. Ze zijn vaak ook de plaatsbokken en wil je wat aan de kwaliteit van je bestand doen en van tijd tot tijd een mooie trofeebok schieten, laat dan die mooie zesenders lopen tot ze een jaar of vijf-zes of ouder zijn. Dan kan je die oogsten om plaats te maken voor een volgende generatie. 

Richt je naast die oogstbokken nu vooral op de onbekenden en heimelijken. Soms zie je of schiet je een bok die nooit eerder gezien is, een echte geest. In mijn oude Duitse veld hadden wij niet voor niets een kansel die ‘Der Geister’ genoemd was.

Hoewel de komst van de wildcamera’s het ons wat makkelijker gemaakt heeft, blijft er toch veel van wat er in onze velden gebeurt voor ons verborgen, zeker als het over de bokken gaat. Sommigen zie je steeds weer, van andere zie je als je geluk hebt af en toe een glimp. 
En zeker in warme zomers verdwijnen ze van de akkers om de verkoeling in het bos te zoeken. Ja, heimelijkheid is de tweede naam van deze mooie wildsoort.

En wanneer?

Dat hangt ook af waarop je wilt jagen. De bronst duurt grofweg van half juli tot half augustus. In die periode worden het merendeel van de geiten beslagen. Aan het begin kan je vaak nog ‘jongelingen’ verlokken met de fiep, maar de plaatsbokken laten zich dan meestal nog niet zien. Zij hebben vaak om zich heen keus genoeg, de territoria van bokken en geiten overlappen elkaar immers.

De vuistregel is dat de beste tijd om te fiepen ongeveer 1-12 augustus is.
De meeste smalreeën en geiten zijn dan al beslagen en bokken gaan op zoek naar de stukken die nog bronstig zijn. De kans dat ze dan willen ‘springen’ op ons gefiep is dan groter dan in het begin van de bronst.

En dan is er nog het weer, al weet ik niet of dat zo’n belangrijke rol speelt als soms wordt gedacht. Natuurlijk is warmte en een hoge luchtdruk, met constante zwakke wind, ideaal. Net zoals direct na regenbuien als de zon weer doorbreekt. Warmte, daar houdt de reebok van. De Duitsers hebben daar een ‘jachttegeltje’ van: Jäger gibt darauf acht, den Bock verwirrt der Sonne Glut; den Hirsch die kalte Nacht.

Hoe laat wordt vooral lokaal bepaald. Is er veel recreatie of andere drukte, dan zijn het vooral de randen van de dag. Maar in rustige gebieden bieden de ochtend en middag natuurlijk ook kansen.

Lukt het niet?

Een reden kan zijn dat bokken niet graag uit de dekking in het open veld springen. Het is juist de oude of heimelijke bok die alle dekking gebruikt.
En was het echt allemaal voor niets, laat geen bok zich zien, na alle inspanningen, dan heeft het een kwartier na de angstfiep weinig zin om nog langer te wachten zoek dan een andere plek.
Maar doe dat niet te snel, want alles bij elkaar ben je, met de intervallen van 10 minuten, met de fiepjacht zo maar een uur bezig. Alles heeft zijn tijd nodig. Breek je te vroeg op, dan hoor je je mogelijke buit hoogstens nog scheldend afspringen, niet erg: je hebt dan weer een lesje geleerd.

En dan, ondanks alle moeite, gebeurt er toch soms absoluut niets. Of, en dat kan ook, de eerste bok laat zich al zien na je eerste fiep. Maar laat je vooral verrassen want de jacht op de bronstbok is een verrassend mooie jacht!

©TheoM


één moment...